De regering van Birma heeft Artsen zonder Grenzen (AzG) Nederland gedwongen om de hulpverlening aan de Rohingya minderheid in het land voor onbepaalde tijd stop te zetten, maar staat de organisatie toe om haar steun aan andere kwetsbare groepen maandag te hervatten.
Gesloten klinieken
Sinds donderdag staakte de medische hulporganisatie voor het eerst in 22 jaar al haar projecten in Birma nadat de regering dit had opgedragen. In de voormalige hoofdstad Yangon en de deelstaten Rakhine, Kachin en Shan waren AzG klinieken gesloten en kwam de behandeling van onder meer 30.000 hiv/aids-patiënten en 3000 tuberculosepatiënten tot stilstand. Artsen zonder Grenzen Nederland zei afgelopen zaterdag in een verklaring dat deze beslissing deels is teruggedraaid. “De minister van Volksgezondheid en de minister van Binnenlandse Zaken hebben ons geïnformeerd dat we een deel van onze activiteiten op maandag 3 maart kunnen hervatten”, aldus AzG.
Extreem bezorgd
De organisatie verwelkomt de hervatting van sommige van haar projecten, maar zegt dat ze “extreem bezorgd blijft over het lot van tienduizenden kwetsbare mensen in Rakhine”, de regio waar steun van AzG voor de lokale Rohingya bevolking opgeschort blijft. De Amerikaanse ambassade in Yangon uitte vrijdag bezorgdheid over de beslissing, en een vertegenwoordiger stelde dat Birma “er voor moet zorgen dat humanitaire organisaties onbeperkt toegang krijgen” in Rakhine.
Een staatloze moslim-minderheid
Het overheidsbesluit is het resultaat van de groeiende weerstand in Birma tegen de Rohingya, een staatloze moslim-minderheid die lijdt onder discriminatie en etnisch geweld door de boeddhistische bevolking. De regering, die wordt gedomineerd door de boeddhistische meerderheid, zegt dat de ongeveer 1 miljoen Rohingya illegale immigranten zijn uit het buurland Bangladesh. De meeste Rohingya wonen echter al generaties lang in Rakhine.
Oplopende spanningen
Naast de Rohingya zijn er ook andere moslimgroepen in Birma, en zo’n vier procent van de bevolking van 60 miljoen mensen is moslim. Sinds 2011 ondergaat Birma verreikende politieke hervormingen, maar de democratische transitie gaat gepaard met oplopende spanningen tussen boeddhisten en moslims. Een groep nationalistische monniken wakkert de anti-islam sentimenten zelfs aan en roept boeddhisten op om winkels van moslims te mijden. De kwestie ligt zo gevoelig onder de boeddhistische meerderheid dat zelfs oppositieleider Aung San Suu Kyi liever zwijgt over de problemen. In de deelstaat Rakhine brak in 2012 een golf van geweld uit tussen de Rohingya en de boeddhistische bevolking, waarbij bijna tweehonderd mensen omkwamen. Zo’n 140.000 mensen, voornamelijk moslims, werden gedwongen te vluchten.
20 procent ondervoed
AzG Nederland is de voornaamste medische hulpverlener voor de Rohingya-vluchtelingenkampen en arme dorpen. De bevolkingsgroep lijdt onder reisbeperkingen en mensenrechtenschendingen door veiligheidstroepen, en heeft nauwelijks toegang tot overheidsdiensten zoals medische zorg en scholing. Als gevolg daarvan is de gezondheidssituatie van de moslimgroep zorgwekkend: onderzoek door de Franse hulpgroep Action Contre La Faim toont aan dat in Maungdaw Township, een voornamelijk Rohingya regio, 20 procent van de bevolking ondervoed is. De internationale norm voor een humanitaire noodtoestand is een ondervoedingsniveau van 15 procent.
Protesten
AzG Nederland werkt al vele jaren in de deelstaat Rakhine en verschaft onder meer noodhulp voor ernstige medische gevallen en zorg voor zwangere vrouwen en pasgeboren baby’s. In de eerste helft van 2013 voerde de organisatie zo’n 70.000 medische consultaties uit voor de Rohingya en de lokale boeddhistische bevolking. De boeddhistische bevolking meent desondanks dat Artsen zonder Grenzen voornamelijk steun levert aan de Rohingya en protesteert regelmatig tegen de organisatie. Lokale autoriteiten beperken vaak het werk van AzG. In de afgelopen weken liep de druk op AzG echter snel op nadat de organisatie aangaf dat zij 22 Rohingya-slachtoffers van een recent bloedbad had behandeld.
Bloedbad
De overheid ontkent de ernstige beschuldigingen, geuit door de VN en mensenrechtenactivisten, dat de politie en boeddhistische dorpelingen verantwoordelijk zouden zijn voor een aanval op een Rohingya-dorp op 13 januari 2014, waarbij minstens veertig mensen werden gedood. In februari uitte de Birmese overheid openlijk twijfel over de claims van AzG Nederland. Afgelopen vrijdag zei regeringsvertegenwoordiger Ye Htut dat de projecten van AzG worden stopgezet omdat “ze de condities van haar memorandum of understanding met de regering heeft geschonden.”
Onafhankelijk en neutraal
“Ze zijn niet onafhankelijk en neutraal,” zei hij en bekritiseerde AzG over het feit dat ze de identiteit van de Rohingya-slachtoffers van het recente bloedbad niet aan de regering bekend wil maken. “Ze moeten aan onze onderzoekscommissie laten zien wie ze behandeld hebben,” zei Htut. AzG ontkent dat het verkeerde informatie heeft geleverd over de slachtoffers van de vermeende aanval op het Rohingya-dorp. De organisatie benadrukt dat het “diensten verleent enkel op basis van medische behoeften, ongeacht etniciteit, religie of andere factoren.” Htut zei in een verklaring zaterdag dat “hervatting van de projecten van de organisatie in Rakhine zal worden overwogen wanneer er stabiliteit en vrede is in de regio.”
Grote impact
Het zal echter lang duren voordat de crisis in west-Birma is bezworen. De vraag is nu welke internationale hulporganisatie op korte termijn in de medische behoeftes van tienduizenden Rohingya kan voorzien. Abu Tahay, lid van de Union Nationals Development Party, een politieke partij van de Rohingya die niet door de overheid erkend wordt, zei dat het stopzetten van het werk van AzG Nederland direct een grote impact heeft. “Er zijn minstens 4.000 mensen die op dit moment [AzG] steun ontvangen in hun klinieken en centra,” vertelde hij OneWorld. “Natuurlijk zijn er andere hulporganisaties, maar geen één is zo effectief als [AzG], ze werken daar (in Rakhine, red.) al minstens 10 of 15 jaar”.
Overleden
“Ze bieden medische zorg aan hulpbehoevende mensen voor wie het moeilijk is om overheidszorg te krijgen,” zei hij vandaag. “Ik heb al vanuit het veld gehoord dat er twee of drie mensen zijn overleden in de afgelopen dagen (doordat noodhulp is gestopt, red.); één man stierf aan een hartaanval.” Tahay voegde toe: “De regering moet [AzG] of alternatieve hulporganisaties weer toegang geven… De internationale gemeenschap moet de overheid aanspreken op deze situatie, de mensen daar lijden nu enorm”.
Foto: Paul Vrieze