Nog nooit eerder hield het dodelijke Ebola-virus het west-Afrikaanse Guinee in zijn greep. Toen eind vorig jaar in het afgelegen bosrijke zuiden van het land een paar mensen hoge koortsen kregen, samen met zware misselijkheid en hevige bloedingen wist nog niemand wat het was. De patiënten stierven. Begin dit jaar volgden er meer. Laboratoriumonderzoek wees uit dat het hier ging om de zeer gevaarlijke Zaïre-variant van het virus.
Volgende vraag: hoe hou je het klein? Guinee heeft een beroerde infrastructuur, maar mensen reizen continu. In maart dook Ebola op in de hoofdstad Conakry, een dichtbevolkt stadslint, 40 kilometer lang, met minstens twee miljoen inwoners.
Geen grote stijging
"We houden het hoofd koel en we zijn heel, heel voorzichtig," schrijft hotelreceptionist Lansana Camara vanaf zijn werkplek op Facebook, als antwoord op mijn vraag hoe de stemming is in de stad. De overheid heeft een grote campagne op touw gezet over hygiëne en hoe je besmetting kunt voorkomen. Beperk lichamelijk contact en was veel en vaak je handen, is een raadgeving. Lastig in een stad waar nauwelijks water is en waar je met z’n vieren op de achterbank van een taxi naar je werk gaat.
De feiten op een rij
Ebola werd in 1976 voor het eerst vastgesteld in het grensgebied tussen wat nu de DR Congo en Zuid-Soedan is. Voor zover bekend is dit de eerste keer dat Ebola in West-Afrika opduikt, zegt de WHO (World Health Organisation). De natuurlijke drager is de fruitvleermuis en de overdracht op mensen gebeurt wanneer ze vlees eten van wilde dieren die het weer van die vleermuis hebben. Niet voor niets is Ebola nu weer gevonden in een warm, vochtig tropisch regenwoud waar wild vlees vaak gegeten wordt. Bloed en ander lichaamsvocht zorgen voor de overdracht van de ene mens op de andere. Ebola wordt gerekend tot één van de meest besmettelijke ziektes die er bestaan. Contact vermijden is de enige manier om verspreiding tegen te gaan. Medisch personeel moet zich beschermen met handschoenen, maskers en vooral bij begrafenissen van overleden patiënten is grote voorzichtigheid geboden.
Alle gevallen die zich in de buurlanden hebben voorgedaan zijn te herleiden tot mensen die recent in Guinee verbleven. Liberia, Sierra Leone en Mali hebben verdachte gevallen gemeld; Ivoorkust en Senegal hebben nul gevallen. Van het laatste buurland, Guinée- Bissau zijn geen gegevens bekend.
Toch lijkt het te werken. De allerlaatste cijfers die het Ministerie van Gezondheidszorg op 4 april vrijgaf laten geen grote stijging meer zien. Er zijn nu 137 gevallen geconstateerd, waarvan verreweg de meesten in de stadjes Guéckédou en Macenta, waar het allemaal begon. 86 van hen zijn overleden. Met Artsen Zonder Grenzen, het Rode Kruis en de VN (Unicef en de World Health Organisation) gaat men de vijand te lijf. Iedereen doet mee. Op vrijdag, de dag van het gebed in deze overwegend Islamitische natie, worden alle gelovigen opgeroepen te bidden voor het einde van de epidemie.
Smerige toiletten
"Alles is op zijn plaats. We hebben speciale units ingericht in medische centra op verschillende plaatsen in het land", zegt minister Awa Marie Coll Seck van gezondheidszorg in Senegal, die haar gehoor gerust probeert te stellen. Het werkt. Er is geen paniek in Dakar. De vraag of het vliegveld dicht gaat komt nog het dichtst in de buurt en die wordt afgedaan met een kort ‘geen sprake van’. Wel zijn er extra controles voor passagiers van alle vluchten uit Conakry en op 29 maart gooide Senegal de landsgrenzen dicht. Prima maatregel, vindt de meerderheid, Senegal moet zichzelf beschermen. Op 4 april vierde het land in alle rust zijn 54ste verjaardag en het woord “Ebola” viel geen enkele keer.
Nog steeds op diezelfde vrijdag, 4 april, vond het personeel aan boord van een Air France vlucht dat de toiletten er wel erg smerig uitzagen en sloeg alarm. Het toestel kwam uit Conakry; alle passagiers werden aan boord gecontroleerd door Franse artsen voordat ze eruit mochten. De luchtvaartmaatschappij, die in Conakry “De Taxi” wordt genoemd omdat het de enige regelmatige link met Europa is, heeft aangekondigd de controles te verscherpen.
Kwestie van tijd
Op een steenworp van Macenta en Guéckédou ligt de grens met Liberia. Een paar zandwegen lopen door het tropisch regenwoud naar het buurland. De grens zelf wordt, op een paar posten na, niet bewaakt. Het was een kwestie van tijd voordat Ebola die grens overstak. In de laatste week van maart werden de eerste gevallen geconstateerd en sindsdien is het virus het gesprek van de dag. Op Facebook ging dat zo:
"Wees voorzichtig en pas op je gezondheid."
"Is het voedsel dat we uit het binnenland halen eigenlijk wel veilig?"
"We moeten mensen wijzen op de gevaren en vertellen wat ze wel en niet moeten doen."
"Ja, vooral de mensen die niet op Fabecook zijn."
"Handen wassen is een probleem. Er is niet eens water!"
En daarna ging de discussie over hoe goed of hoe slecht de overheid de uitbraak had benaderd. Totdat iemand opmerkte: "Laten we er nou geen politieke zaak van maken. Het gaat om iedereen in dit land."
Woedende menigte
Niet iedereen reageert altijd zo verstandig. Het allerlaatste nieuws uit Macenta is dat Artsen Zonder Grenzen vlak voor het weekend zijn isolatiecentrum in het stadje heeft moeten sluiten omdat het aangevallen werd door een woedende menigte die vond dat de organisatie de ziekte naar hun streek had gebracht. President Alpha Condé heeft het aloude Guinese mantra nog maar eens uit de kast gehaald: "Laten we kalm zijn, en sereen."