Lindenhoff is een begrip onder foodies. Een boerderij met Gasconne runderen, varkens en groenten vlakbij Abcoude, gerund door vier broers.Goede restaurants zetten graag de naam van Lindenhoff op hun menukaart en worstenmakers zweren bij het varken van Lindenhoff. Hanna Celosse heeft een afspraak met een van de broers, Dirco, om eens te kijken waar al dat goede vlees vandaan komt. Dirco is de enige van de vier die nog echt ‘boert’. Hij geeft een rondleiding in zijn bijzondere stal, waarin hij zo dicht mogelijk bij de natuur wilde blijven.
“Ik wilde een stal bouwen die eigenlijk zo min mogelijk op een stal lijkt”. Bij het ontwerpen van de stal heeft hij geprobeerd de natuurlijke leefomgeving van de koe naar binnen te halen, en de stal is dan ook ruim, licht, open en met veel bomen. Bomen? “De koe is een bosdier,” vertelt Dirco. “In een weiland ligt een koe het liefst onder een boom, daarom staan er bomen in de stal. Het is een open stal, zodat er veel lucht en licht is: het dak is niet van golfplaten, maar van lichtdoorlatend materiaal”. Ook de wanden zijn grotendeels open.
Ik ben misschien nog wel het meest onder de indruk van de waterbakken, die worden namelijk mede schoon gehouden door goudvissen. Alle waterbakken zijn onderling met elkaar verbonden, waardoor de goudvissen van de ene naar de andere waterbak kunnen en zich voeden met het vuil dat de koe achterlaat na het drinken. Daarnaast valt op dat het heel stil is in de stal. De koeien loeien niet. Dirco legt uit dat als een koe zich prettig voelt, ze niet zo veel loeit en ook geen behoefte heeft om haar stalgenoten op te jagen of te verwonden. Dirco’s koeien hebben dan ook allemaal hun horens nog. In die horens zitten weer nuttige mineralen. Lange puntige horens staan ook veel beter dan die stompjes.
Geen hokjesgeest
Dirco doet niet aan biologisch of ecologisch. Het zijn bepaalde etiketten die afnemers graag op hun producten willen plakken omdat het goed slijt bij de consument, maar het is zeker geen garantie voor goed eten, meent hij. Het zijn ook strenge regels die niet passen binnen zijn dogma. Een mooi voorbeeld van de contradictie van die ecologische richtlijnen zijn de horens van een koe. Een ecologische koe hoeft geen horens te hebben omdat de koeien elkaar niet mogen beschadigen in de stal, maar als een koe ‘happy’ is heeft ze ook niet de behoefte om een andere koe te beschadigen legt Dirco uit. “Je moet niet de dieren aanpassen, maar de stal.” De koeien van Dirco hebben 10m2 ruimte per koe, terwijl een biologische koe het doet met 6m2 en een normale koe moet het doen met 4m2. De koeien van Dirco krijgen ook geen biologisch voedsel, maar een veelzijdig mengsel van alles wat er in de wei groeit: ook dit druist in tegen de regels van het bio-spectrum. Zijn filosofie: horens op de dieren, werken met oude rassen, veelzijdige voeding. “De smaak is het bestaansrecht van Lindenhoff, dat levert ons klanten op en hierdoor kan ik de dieren een goed leven geven.”
Toch zeggen de labels ‘ecologisch’ of ‘biologisch’ wel wat, meent de boer. Het is beter dan massaproductie. Jammer is dat biologische of ecologische landbouw zich in de praktijk vooral richt op wat niet mag. “Wij richten ons meer op het positieve,” zegt Dirco. Zo gebruikt en heeft hij geen drijfmest, maar organische mest. “Normaal komen de poep en plas altijd samen in een kelder zonder zuurstof tot een stilstaand proces. Dat stinkt en is slecht voor het bodemleven. Op de Lindenhoff mengt hij het met stro en organisch materiaal, hierdoor gaat het composteren. Het is droger, het stinkt niet én het is bruikbaar. Dirco loopt de stal in, pakt een stuk poep en geeft het aan mij. Enigszins twijfelend pak ik het aan, maar hij heeft gelijk. Het stinkt inderdaad niet! En het is droog! Het is compost. “Dit is heel goed voor je bodem, omdat het leeft en groeit” zegt hij. Het merendeel van het voer verbouwt Dirco zelf en wordt zonder kunstmest of bestrijdingsmiddelen geteeld, daardoor zit zijn grasland vol met verschillende kruiden, grassoorten en klaversoorten. Zijn land voedt hij met de compost van de koeien. En zo is de cirkel weer rond.
Op naar een betere boere wereld?
Op de vraag of de recente voedselschandalen hem verbazen schudt Dirco lachend van nee. Er gaat veel geld om in vlees. “Mensen willen voor een dubbeltje op de eerste rij, dan moeten ze ook niet zeuren als ze resistent worden voor antibiotica,” zegt Dirco. Toch worden mensen zich steeds bewuster van wat ze eten. Een bepaald slag mensen heeft steeds meer over voor een goed stukje vlees en ziet steeds minder heil in de productkwaliteit die grote supermarkten en massaproductie opleveren. Dat blijkt ook uit de kleine file dure auto’s die ik zag bij aankomst op de oprijlaan.
Of er een keerpunt aan zit te komen in de vleesindustrie durft Dirco niet te zeggen, wel ziet hij dat er steeds meer vraag is naar kleine producenten. “Ik pleit voor vrijheid en voor transparantie. Ik ben niet tegen commerciële dingen, maar uiteindelijk botsen ideologie en het rendement van de aandeelhouders.” Zelf levert Dirco voornamelijk aan restaurants. “Het verschil met restaurants en andere afnemers is dat restaurants je passie waarderen. Onze bekendste supermarkt is nu bezig met duurzaamheid omdat er een markt voor is, niet uit ideologie”. Alhoewel, die ommekeer in de markt is ook wel goed vindt Dirco, ook al is er een sterke commerciële ondertoon aanwezig. “Kijk, het gaat wel de goede kant op. Ook al is het een hype en hangt er een commerciële toon aan.”