De Europese verkiezingen staan voor de deur, maar hoe denken de verschillende partijen eigenlijk over duurzaamheid en eerlijke handel? De Europese Unie is het grootste handelsblok ter wereld, zo’n 20 procent van alle import en export ter wereld gaat door de EU. Europa heeft hierdoor een grote invloed op wereldwijde handel, maar hoe eerlijk is deze handel?
Eerlijke handel
In vrijwel alle partijprogramma’s wordt (eerlijke) handel gezien als belangrijk thema voor de Europese verkiezingen. Het moeilijke punt binnen de handel is hoe de belangen van ontwikkelingslanden moeten worden afgewogen. VVD, D66 en CDA zien volledige open handel als beste model. SP ziet wereldwijde handelsverdragen als gruwel en vindt dat deze de democratie ondermijnden.
Innovatie en duurzaamheid
Gerben-Jan Gebrandy van D66 ziet het liefst open grenzen en afschaffing van exportsubsidies, “We moeten elk land een eerlijke kans geven. Natuurlijk mogen er wel criteria worden gesteld aan producten, wanneer een product wordt geproduceerd onder slechte omstandigheden willen wij het niet naar binnen halen. Daarnaast is duurzaamheid erg belangrijk en willen wij dit steunen. Door de exportsubsidies dumpen we nu overgebleven producten in ontwikkelingslanden, dit kan niet de bedoeling zijn van en subsidie. Bedrijven leunen erop terwijl we innovatie moeten ondersteunen zodat ze zichzelf staande kunnen houden. Het zijn wel publieke middelen waar we over praten, daar moet je kritisch naar kijken”.
Mensen én dierenrechten
Anja Hazenkamp van de Partij voor de Dieren noemt het onbegrijpelijk dat er nog steeds mensenrechten worden geschonden, daarnaast geeft haar partij grote ruimte aan belangen van dieren en de planeet op zich. “Er moet meer aandacht komen voor de planeet waar we op leven. We moeten af van het gemeenschappelijke landbouwbeleid maar kijken naar de afzonderlijke landen. Door de subsidies die nu worden uitgereikt wordt de marktwerking verstoord, kijk naar de veel te lage prijs die boeren binnen Europa krijgen voor hun product”.
Hazenkamp maakt zich niet alleen zorgen om de Europese boer, “We moeten mondiaal toe naar een systeem waar producten een eerlijke prijs hebben. De waarde van het product moet tot uitdrukking komen inde prijs die we er voor betalen. Zo draag je zelf de verantwoordelijkheid voor je eigen leefomgeving. Daarbij is het van groot belang dat we goed omgaan met het milieu en de dieren die hierin leven. Landen waar productie plaatsvindt waarbij mensenrechten en dan wel of dierenrechten schenden moeten niet meer worden betrokken bij handelsovereenkomsten. Geld lijkt momenteel belangrijker dan mensenrechten en dit vind ik onbegrijpelijk”.
Handen vrijhouden voor later
Judith Sargentini van GroenLinks is opzoek naar een scheidsrechter. “We moeten de waarde van de democratie terugbrengen. Er zijn wereldwijde handelsverdragen maar waar is de scheidsrechter in het verhaal? Op de manier waarop we het nu doen zijn we nog verder van huis dan dat we al waren. Er moet een standaard worden gezet voor over de hele wereld, dan heb je echte vrije open en eerlijke handel. De grote handelsverdragen die nu in de maak zijn vinden wij zeer risicovol, daarnaast zijn de consequenties van deze verdragen ook niet onderzocht”.
GroenLinks is de enige partij die een groot deel van het partijprogramma hebben uitgetrokken voor het landbouwbeleid. Sargentini vindt dit een ongelooflijk belangrijk punt, “40 procent van de begroting gaat naar deze sector, ik begrijp dan ook niet waarom andere partijen dit links laten liggen. Ik denk dat ze hun handen vrij proberen te houden voor later”.
Slechts de PVV ziet Nederland liever zelf handelsakkoorden afsluiten met EU-landen en rest van de wereld, als ze uit de EU stappen en gulden herinvoeren. 50Plus heeft geen aandacht voor dit onderwerp.
Dit verhaal is een co-productie van de NCDO-onderzoeksafdeling en de redactie van OneWorld.
Beeld via Flickr/ Mooste
