Jean Kwok Beeld: Chris Macke
Interview

Waarom zijn we zo bang voor China?

Wie is er niet bang voor China, de natie die volgens de media ‘de wereld komt overnemen’? Oost-Azië-journalist Ruth van der Kolk in gesprek met de Chinees-Amerikaanse bestsellerauteur Jean Kwok: waar komt het beeld van ‘de enge Chinees’ vandaan?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Het coronavirus is een smoes voor westerlingen om zich (onbewust) tegen Chinezen te keren. Iets wat al veel langer gebeurt”, zegt de Chinees-Amerikaanse Jean Kwok, schrijver van internationale bestsellers over het leven van Chinese migranten. Aan mensen van Chinese afkomst kleeft al generaties lang een negatief imago. De negatieve houding tegenover mensen van Chinese afkomst is nu meer dan ooit zichtbaar in westerse media.

Een ongrijpbaar land met vreemde inwoners waarvoor je bang moet zijn. Zo wordt China als land neergezet, en daarmee ook zijn 1,4 miljard inwoners én alle mensen van Chinese afkomst die niet in het land wonen. Met als gevolg dat het onderscheid tussen China als land en individuen met een Chinese afkomst verwatert. Zo komt het dat sommige Chinese Nederlanders ineens worden aangesproken op de situatie van Oeigoeren in China.

Jean Kwok is een Chinees-Amerikaanse auteur van internationale bestsellers over het leven van Chinese migrantenfamilies. Ze schreef onder andere voor Time en Newsweek. Onlangs kwam haar derde boek De perfecte zus uit, die net als haar eerdere romans is gebaseerd op haar eigen leven. Ze schrijft onder meer over discriminatie waarmee Chinese migranten te maken krijgen. Kwok is geboren in Hongkong, groeide op in de VS en emigreerde twintig jaar geleden naar Nederland.

Onze ‘toekomst is zwartgallig’ met de opkomst van China, zei Radio 1

China én Chinezen staan in veel media gelijk aan de inmiddels veelgebruikte term ‘het gele gevaar’, waarmee The Los Angeles Times al in 1886 kopte. “Journalisten schetsen een polariserend beeld van ‘het Westen tegenover China’”, vertelt Kwok. Denk aan de Franse krant Courrier Picard, die in januari naar aanleiding van de corona-uitbraak met grote letters ‘geel alarm’ op de voorpagina zette, in combinatie met een foto van een vrouw met een Aziatisch uiterlijk die een mondkapje droeg. ‘De Chinezen komen’, kopte de Groene Amsterdammer al in 2004. Onze ‘toekomst is zwartgallig’ met de opkomst van China, zei Radio 1 vorig jaar. De denigrerende ondertoon, met als waarschuwende boodschap ‘pas op voor de Chinees’, is al tijden de norm.

Politiek China heeft baat bij een dominant imago

Toen westerlingen er aan het begin van de twintigste eeuw achterkwamen dat niet de VS, maar China de wereldeconomie van de toekomst domineert, beseften ze dat ze China hadden onderschat. Lang hadden ze gedacht dat een democratisch systeem een voorwaarde was voor welvaart. Nu blijkt dat het autocratische China wel degelijk de plaats van Amerika als wereldleider kan overnemen. “De manier waarop de overheid van China zich profileert op het wereldtoneel, schrikt westerlingen af”, legt Kwok uit. “De Chinese regering wil dat China machtig overkomt. De overheid vindt het daarom niet belangrijk om het land en zijn inwoners menselijk en warm neer te zetten. Het land is op dat gebied traditioneel en maakt politieke keuzes.”

De Chinese regering wil dat China machtig overkomt en vindt het niet belangrijk om zijn inwoners menselijk neer te zetten

Politiek China heeft dus baat bij het dominante imago. Paniek bij de tegenstander zorgt er immers voor dat je meer controle hebt. Maar van die tactiek zijn mensen van Chinese afkomst buiten het land de dupe. “Kritiek leveren op regimes moet natuurlijk kunnen”, vindt Kwok. “Maar je moet je ervan bewust zijn dat die beeldvorming gevolgen heeft voor Chinese individuen.”

Andere landen met een autoritair regime, zoals Rusland en Turkije, worden in westerse media ook vaak weggezet als eng en gevaarlijk. “Amerikanen zien we ondertussen als veel minder bedreigend, terwijl Amerika zich net zo profileert.” Het grote verschil: met de VS kunnen andere westerlingen zich identificeren. “We zien Amerikaanse YouTubers, talloze artiesten en films en de stereotiepe Amerikaan is wit. Daardoor krijgen andere witte westerlingen een positiever en genuanceerder beeld van de VS.”

‘Aziatische superschurk’

De Amerikaanse dominantie in onze media heeft ervoor gezorgd dat ons beeld van Oost-Aziaten is gevormd door hoe men in de VS naar hen kijkt. Oost-Aziaten kwamen al in de negentiende eeuw naar de VS. Daarop ontstond angst onder westerlingen over ‘een vreemd volk met gele huidskleur en rare taal die onze banen zouden afpakken’. De Amerikaanse immigratiewet van 1924 beperkte het binnenlaten van het aantal Aziaten. Ze werden als een ‘ongewenst ras’ beschouwd, schreef The New York Times bijna twintig jaar daarvoor al.

In Amerikaanse films en spellen verschenen Oost-Aziatische dehumaniserende karikaturen

Later werden Oost-Aziaten juist gezien als modelminderheid, en ontstond het schadelijke beeld van ‘tweederangsburgers die het goed doen in de maatschappij: hardwerkend en slim’. In Amerikaanse films, tv- en radioprogramma’s, strips en spellen verschenen Oost-Aziatische karikaturen die hen dehumaniserend neerzetten. Denk aan het boekpersonage Fu Manchu, de ‘Aziatische superschurk’. Miljoenen romans gingen over de toonbank. En Charlie Chan, een Chinees-Hawaiiaanse politieagent die door witte acteurs werd nagespeeld.

Zwijgen vanuit een geërfd trauma

Dit uit de VS overgewaaide beeld hield lange tijd stand doordat Chinezen dat stigma niet konden of durfden te doorbreken. “Er is zó lang geen tegengeluid geweest van Chinezen. Dat dat nu pas gebeurt, geeft aan hoeveel invloed de zwijgcultuur heeft op de internationale Chinese gemeenschap”, zegt Kwok.

In de Chinese cultuur, waarin het confucianisme grote invloed heeft, is het van oudsher niet de bedoeling je nek uit te steken. Waarden als hiërarchie, orde en harmonie zijn belangrijk. Je wordt juist aangemoedigd níet mondig te zijn. Autoritair leiderschap heeft dat nog eens versterkt. Wie tegen het bewind van dictator Mao Zedong inging, werd ‘gezuiverd’. “Veel mensen in China hebben een diep trauma opgelopen, nadat ze zich uitspraken en publiekelijk kritiek leverden. Velen belandden in de gevangenis of moesten hun carrière opgeven. Zelfs Chinezen die dit zelf niet hebben meegemaakt, kunnen dit trauma tóch hebben meegekregen van hun ouders.”

Dat die angst zo diepgeworteld kan zijn, is voor veel westerlingen, gewend aan vrijheid van meningsuiting en democratie, nauwelijks te begrijpen. De eerste generatie hield zich liever afzijdig, zeker als ze zich vestigden in een ander land, zonder netwerk en kennis van de taal.

Karikaturen zijn geen representatie

Onder meer het zwijgen heeft geleid tot een vicieuze cirkel. Om die te doorbreken is het nodig om meer mensen van Aziatische afkomst te zien in publieke functies, zoals de politiek, media, onderwijs en films, vindt Kwok. “Zien westerlingen geen alternatief, maar alleen gekke Aziatische karikaturen zoals Ushi van Wendy van Dijk, dan wordt het probleem niet opgelost.”

In de VS zou een karikatuur als Ushi allang met de grond gelijkgemaakt zijn

Maar naar buiten treden is in de Aziatische cultuur niet de norm. Daarin past juist bescheidenheid. Daarnaast behoren veel migrantengroepen van de eerste generatie tot de arbeidersklasse, zegt Kwok. “Veel Chinese migranten van die generatie werken zeventig uur per week. Ze hebben geen tijd om publiekelijk naar buiten te treden. Ook jongere generaties, die meestal niet tot die klasse behoren, kiezen niet vaak voor een beroep waarbij ze publiek hun stem laten horen. Kunst, bijvoorbeeld, heeft een minder hoge status.”

Kantelpunt

Het tegengeluid van mensen van Chinese afkomst wordt langzaam maar zeker sterker, merkt Kwok. “In de VS is de representatie van Aziaten in Amerika enorm verbeterd. Er zijn veel meer Chinese schrijvers, acteurs, presentatoren en politici gekomen.” Dat komt onder andere door de historische protestcultuur waarmee de VS langer bekend is dan bijvoorbeeld Nederland. “Hier denken mensen: doe maar normaal, stel je niet aan. Bij ons komt die discussie nog niet zo lang op gang. In de VS zijn mensen het gewend voor zichzelf op te komen, omdat meer minderheden dat hebben gedaan. Daar zouden tv-karikaturen zoals de ‘Japanse’ Ushi allang met de grond gelijkgemaakt zijn.”

Nederland zit op een kantelpunt, denkt Kwok. “Met name doordat jonge Chinese Nederlanders vaker voor zichzelf opkomen.” Zo ging onlangs een Twitter-draad van Janet Lie viral, waarin ze uitlegt hoe het voor haar als Aziaat was om op te groeien in Nederland. Onder meer vijftig Chinees-Nederlandse organisaties zijn een petitie gestart onder de hashtag #ikbengeenvirus, dat refereert aan de Franse hashtag #jenesuispasunvirus, gelanceerd door Franse Aziaten. De aanleiding voor de petitie vormde het zogenoemde ‘corona-lied’ van Radio 10, waarin werd verwezen naar ‘beter voorkomen dan Chinezen’ en ‘het spleetoogvirus’. “Dit treft niet alleen iedereen die Chinees is, maar alle Nederlanders met Aziatische achtergrond”, schrijven de initiatiefnemers.

Naast mediamakers doet Kwok een beroep op mensen van Aziatische afkomst. “Zo’n stereotiep beeld wordt niet alleen gevormd door het nieuws, maar ook door publieke figuren. Ik vraag me al jaren af: waar blijft de Aziatische representatie?” Soms is het moeilijk om ruimte op te eisen, weet Kwok, maar: “Blijf proberen. Kunst is een goede sector om je op een positieve manier te laten zien.” Bewust kiezen voor zo’n publieke functie zoals in de politiek, onderwijs, media is volgens haar heel belangrijk. “Laat het niet alleen afhangen van mensen met blinde vlekken. Laat jezelf zien.”

Chinees-Nederlandse jongeren pikken racisme niet meer

Crazy en Rich, maar niet Asian (genoeg)

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons