Een paar jaar geleden was ik in India. Ik kwam aan op het hectische vliegveld van New Delhi met als enige zekerheid een hotel voor de eerste nacht en het bekende reizigershandboek.
Het was vies, heet en druk in de stad, ik was rusteloos en bang. ‘s Nachts sliep ik niet van de hitte, overdag verbrandde ik mijn voetzolen aan de drempels van moskeeën en tempels.
Verademing
Ik besloot mijn geluk noordelijker te zoeken en, na een hobbelige treinreis, stak ik te voet en tamelijk lukraak de grens met Nepal over. Ik had een plan. Na enkele benauwde dagen en nachten in gammele bussen kwam ik aan in Pokhara, 600 kilometer landinwaarts richting de Himalaya. Pokhara, met haar schone lucht en fantastische uitzichten, is een verademing voor iedere reiziger die uit het stoffige India komt. Meer dan het busstation heb ik er helaas niet van gezien.
Op het moment dat ik mijn rugzak op de stoep gooi, ontmoet ik een jonge Indiase uit Londen. Ze stelt zich voor als Ayesha en biedt mij een kopje chai. Binnen tien minuten nodigt ze mij uit om met haar mee te gaan naar familie in Lamki, vlakbij de grens met India. Ze reist liever samen dan alleen. Ik kom net van die kant. Lamki is een van de onbeduidende dorpen die ik heb doorkruist.
Liefdevol uitlachen
Ik moet kiezen: verder reizen in mijn eigen richting of spontaan omkeren? Ik klim naast Ayesha in de bus. Ik waarschuw haar dat het een roteind rijden wordt, met vele bijna-doodervaringen. Terwijl de Bollywood-muziek van de chauffeur de hele nacht doortettert, leren wij elkaar beter kennen.
Bij zonsopkomst rijden we Lamki binnen, een dorp met een schoenenwinkel, een tempel, vijftien huizen en een bioscoop.
Die week ben ik te gast bij allerlei ooms en tantes. De neefjes en nichtjes willen voelen aan mijn blanke huid. Ik word liefdevol uitgelachen omdat ik geen koe kan melken en de spelletjes niet ken. ‘s Avonds kijken we met het hele gezin naar een Nepalese soap, iets met veel smachtende blikken en intriges. We slapen op het balkon, op een dun matrasje onder een klamboe. Om ons heen hangt was te drogen.
Plannen maken geeft houvast en reisgidsen zijn handig. Maar spontaan in een bus springen is goud waard.