‘Dit is níet de manier om het klimaat te redden,’
kopte een van de vele artikelen die afgelopen week verschenen over de klimaatimpact van de coronacrisis. Nu in grote delen van Europa, de VS en Azië alle sociale activiteit wordt stilgelegd, heeft dat – hoe wrang ook – een positief effect op natuur en milieu. In de landen waar het virus zich het snelst heeft verspreid, is het effect al zichtbaar.
Satellietbeelden laten een ongekende afname van de luchtvervuiling in China zien, en de CO2-uitstoot in het land is met een
kwart afgenomen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. In
Venetië zijn voor het eerst sinds tijden de vissen in de grachten te zien: zo helder is het water er. Nu bewoners thuis zijn en toeristen wegblijven, varen er geen gondels door de stad.
“
Kan de natuur zich blijven herstellen, of hebben we de wereld straks net zo snel weer vervuild?
Het is niet het virus zelf, maar de reactie daarop – sociale isolatie – die haar sporen achterlaat op de natuur. We blijven binnen, werken vanuit huis en rijden dus minder auto, het vliegverkeer ligt grotendeels plat en veel industriële activiteiten zijn stilgelegd. Het is alsof de wereld zichzelf noodgedwongen op de proef stelt.
“De natuur kan even op adem komen,” zegt Pier Vellinga, hoogleraar klimaatverandering aan de Vrije Universiteit Amsterdam en Wageningen University. “Aan de schonere lucht en het heldere water zie je nu hoe snel de natuur zich herstelt als er minder fossiele activiteit is; en wat het effect van onze uitstoot is. Maar, zo’n dipje van een jaar, dat stelt niet zoveel voor.” De natuur en het klimaat zouden pas écht herstellen als onze CO2-uitstoot langdurig omlaag ging, en daarvoor is een jaar lang niet genoeg. De vraag is dus niet wat er nu gebeurt, maar wat er gebeurt ná deze crisis. Kan de natuur zich blijven herstellen, of hebben we de wereld, wanneer de crisis voorbij is, net zo snel weer vervuild?
Een dipje of een omslag?
Voor een antwoord op die vraag kunnen we kijken naar eerdere crises. Tijdens de economische crisis van 2008 ontstond bijvoorbeeld ook een
afname in CO2-uitstoot, net als bij andere economische recessies en de
oliecrisis in 1973. Al deze ‘dipjes’ hebben iets met elkaar
gemeen: ze duurden niet lang, en werden net zo snel ingehaald door de vervuiling die ontstond toen de economie weer op gang kwam. De wereldwijde
CO2-uitstoot nam tussen 2008 en 2009 met 1,4 procent af, maar steeg het jaar daarna met 5,9 procent. Al met al laat de uitstoot al jaren een stijgende lijn zien, met een paar kleine dalingen rond crisistijden.
Volgens een artikel van het World Resources Institute (WRI), een onderzoeksinstituut naar duurzaamheid, komt dat doordat de aandacht in crisistijden uitgaat naar snelle oplossingen: de economie stimuleren, koste wat kost. De natuur mag nu dan even op adem komen, maar volgens klimaatwetenschappers uit de VS is dat nog geen reden tot juichen: zij waarschuwen dat deze crisis juist een klap kan zijn voor de energietransitie.
“
Duurzame innovaties kosten geld, en deze economische recessie is voorlopig niet voorbij
Duurzame innovaties kosten geld, en deze economische recessie is voorlopig niet voorbij. In de VS heeft Trump het over financiële steun aan industrieën zoals vliegmaatschappijen en cruiseschepen, en aan olie- en gasproducenten; duurzame energiebedrijven kunnen niet op dezelfde steun rekenen. Li Shuo, beleidsadviseur bij Greenpeace Asia, zei tegen de
New York Times dat China na deze crisis des te meer zal inzetten op snelle economische groei, wat meestal ten koste gaat van het klimaat. Ook in Nederland gingen KLM en Schiphol al in
spoedoverleg met het kabinet om financiële steun te vragen – andere bedrijven worden niet persoonlijk ontvangen.
Maar het is geen 2008. Volgens Vellinga zou het dit keer wel eens heel anders kunnen uitpakken, want inmiddels weten we dat de energietransitie uiteindelijk niet duur hoeft te zijn; duurzame investeringen leveren meer op dan investeringen in fossiele energie. “In 2008 lag er nog geen internationaal klimaatverdrag en waren de banken nog heel afhankelijk van fossiel. Nu trekken bankdirecteuren zich de haren uit het hoofd, omdat ze zoveel geld in olie hebben zitten: dat was al een risico door de klimaatcrisis, en nu daalt door de coronacrisis de olieprijs nog verder. De energietransitie verloopt vooral zo traag omdat de fossiele industrie nog niet is afgeschreven. Dát gaat door deze crisis in de versnelling.”
“
Als kolencentrales sluiten als gevolg van de coronacrisis, is er weinig reden om die te heropenen
Dat werkt zo: als de coronacrisis aan zijn einde komt, moet de economie worden gestimuleerd met enorme investeringen. Vellinga verwacht dat die niet naar oude technologieën zullen gaan, want dat levert weinig meer op. Om een voorbeeld te noemen: als er nu kolencentrales sluiten als gevolg van de crisis, is er financieel gezien weinig reden om die te heropenen. Ook het WRI noemt het ‘
onlogisch’ om in reactie op de crisis in krimpende industrieën te investeren.
Bovendien begon de stijgende lijn van CO2-uitstoot al – heel langzaam – af te vlakken. Vellinga: “Vorig jaar was de mondiale uitstoot voor het eerst een beetje aan het afnemen, dit jaar zal het enorm dalen door corona, en de vraag is of het volgend jaar weer op het oude niveau komt. Ik denk het niet, omdat het ook vóór deze crisis al minder werd en we inmiddels weten dat investeringen in schone energie gunstiger uitpakken.”
Niet op deze manier
Klimaatwetenschapper George Wagnor, verbonden aan de New York University, draaide er desgevraagd niet omheen in het tijdschrift van het MIT (Massachusetts Institute of Technology): ‘De CO2-uitstoot daalt omdat de economie plat ligt, er mensen doodgaan en arme mensen geen medicijnen en eten kunnen krijgen. Dat is geen voorbeeldsituatie voor hoe we klimaatverandering willen stoppen.’
“
De klimaatcrisis is óók een gezondheidscrisis: jaarlijks sterven 4,2 miljoen mensen aan luchtvervuiling
Daar is weinig tegenin te brengen. Maar, zeggen Vellinga en vele anderen, klimaatverandering is óók een gezondheidscrisis. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) sterven er jaarlijks wereldwijd
4,2 miljoen mensen aan de gevolgen van luchtvervuiling,
bijvoorbeeld door astma, bronchitis, longziektes en andere aandoeningen die worden veroorzaakt door schadelijke stoffen in de lucht. Ook zullen er vanaf 2030 naar schatting jaarlijks
250.000 doden vallen door de gevolgen van klimaatverandering, vooral in minder rijke landen:
denk aan oudere mensen in extreme hitte, een toename van tropische ziekten zoals malaria, tropische stormen en cyclonen en ondervoeding (vooral bij kinderen) als gevolg van mislukte oogsten.
Het verminderen van luchtvervuiling en aanpakken van klimaatopwarming – beide een kwestie van onze CO2-uitstoot terugbrengen – kan dus mensenlevens redden. Maar zolang de schade ver weg lijkt, leidt dit gevaar niet tot dezelfde radicale actie als het coronavirus. Vellinga: “Mijn hoop is dat de solidariteit en actie die je nu ziet, standhouden. Dat politici nu de smaak te pakken krijgen en na deze periode ook de klimaatcrisis aanpakken. Tijdens een crisis zie je dat er allerlei dingen mogelijk zijn die voorheen niet konden; daarom leidt een crisis vaak tot vernieuwing.”
“
Thuis werken en via internet vergaderen kunnen wel eens het nieuwe normaal worden
Concreet zou het zomaar kunnen dat we na deze periode onze reisgewoontes heroverwegen. Thuiswerken en via internet vergaderen kunnen wel eens het nieuwe normaal worden. “Dit kan een doorbraak betekenen voor minder nationaal en internationaal reisgedrag voor het zakenleven, en misschien zelfs voor ons vlieggedrag”, denkt Vellinga. Maar minstens zo belangrijk als minder autorijden en vliegen, is volgens hem dat er steeds meer goedkope schone energie beschikbaar komt, zodat we het klimaat en de natuur kunnen laten herstellen zónder een mondiale crisis.
We leven in onzekere tijden door het coronavirus. Er is behoefte aan betrouwbare informatie én verdieping. We hopen dat je dit bij ons vindt en wil bijdragen aan onze onafhankelijke journalistiek.
Dit kan je doen door te doneren of je te abonneren op ons magazine. Alvast bedankt!