Afgelopen weekend riep de 38-jarige Jacqueline Davis de hashtag #GeenDorHout in leven. ‘Dor Hout’ werd een begrip sinds columnist Marianne Zwagerman schreef dat ‘de zeis van het coronavirus door het “dorre hout” – ouderen – gaat’.
De gedachte dat risicogroepen dor hout zijn dat gekapt kan worden om plaats te maken voor de vrijheden van anderen, komt Davis steeds vaker tegen, zegt ze tegen de NOS. Ook premier Rutte merkte tijdens de recente persconferentie op dat Nederlanders deze zomer laks omgaan met de maatregelen. Dit onverschillige gedrag leidt tot stijgingen in het aantal besmettingen, en tot grote ergernis bij mensen met een verhoogd risico, zoals Davis.
Met #GeenDorHout draagt ze een duidelijke boodschap uit: ‘Wij zijn mensen met een waardig leven. Je kan ons niet zomaar opofferen.’ De hashtag was gisteren een trending topic. Er volgden duizenden reacties van mensen die hun verhaal delen en zich afvragen wie hun familieleden straks zal uitleggen dat ze werden opgeofferd omdat de Nederlanders weer willen feesten.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld op 31 maart 2020.
Er is inmiddels geen discussie meer over óf we de capaciteit van de Nederlandse intensive cares gaan bereiken. De vraag is nu wanneer. De Volkskrant deelde het verontrustende bericht dat we afstevenen op een piek in het aantal patiënten die ver boven de IC-capaciteit uitkomt: 2500 in plaats van de eerder geraamde 2200.
Levensjaren
Mensen met een beperking worden opgenomen op de intensive care, meldde Diederik Gommers, voorzitter van de Nederlands Vereniging voor Intensive Care, op 2 april. Volgens hem gaat de categorie ‘patiënten die blijvend vrijwel volledig afhankelijk zijn van zorg’ over ouderen die alleen maar zieker worden. Mensen met een beperking kunnen wel op hulp rekenen wanneer zij op de intensive care terecht komen, mits de juiste hulp geleverd kan worden en de verwachting bestaat dat de persoon in kwestie weer zo goed mogelijk zal kunnen terugkeren naar zijn of haar oude situatie.
Dit blijkt uit een vraag die de NOS stelde aan Gommers na de briefing van coronadeskundigen aan de Kamerleden. De vraag werd gesteld naar aanleiding van de angst die leefde onder mensen met een beperking.
“Wat gebeurt er straks als ik me bij het ziekenhuis meld?
Kwetsbaar, maar niet misbaar
“De meesten van ons hebben veel en gelukkige levensjaren voor ons, die de moeite van het redden meer dan waard zijn
“Een aantal van ons werkt zelf in vitale beroepen
Wie bepaalt de kwaliteit van mijn leven?
Wie bedoelen zij bijvoorbeeld precíes met ‘mensen die afhankelijk zijn van dagelijkse ondersteuning’? Aan welke handicaps moeten we denken? Dat wij onszelf niet kunnen wassen of aankleden is een feit. Dat maakt ons leven moeilijker dan dat van able bodied personen, maar op geen enkele manier minder de moeite van het redden waard. Met deze categorisering lijken medische experts ons achteloos weg te zetten als bevolkingsgroep die opgegeven kan worden, om plaats te maken voor mensen met een leven dat meer voldoet aan de norm van een samenleving die ons al zo vaak in de steek laat.
“De laatste dagen is ons zeggenschap afgenomen, en vragen wij ons af: wie bepaalt of ik mag blijven leven?
De dood is namelijk geen ongewoon gespreksonderwerp in mijn vriendenkring. Maar als wij het over de dood hebben, hebben we het eigenlijk over het leven, over de vraag wanneer ‘genoeg ook echt genoeg is’. Tot nu toe is de uitkomst: zolang het nog kan, genieten wij volop, want het leven is voor iederéén kort. De laatste dagen is die zeggenschap ons afgenomen, en vragen wij ons af: wie bepaalt of ik mag blijven leven?
Mijn vrienden en ik zijn stuk voor stuk weldenkende mensen. We snappen dat er in uitzonderlijke situaties, zoals nu, uitzonderlijke keuzes gemaakt moeten worden. Maar het is het jaar 2020 en de samenleving is er nog altijd niet van doordrongen dat het leven van gehandicapte mensen waarde heeft, net zoals dat van een persoon zonder beperking. Dat validisme kan mensen de komende tijd het leven kosten.
De crisis is een beschavingstest
“Een crisis kan het slechtste, maar ook het beste in mensen naar boven halen
Ik hoop dat Nederland datzelfde geloof laat zien als de eerste van mijn vrienden een beroep doet op de hulp die ze verdient.
Het is moeilijk om precies te zeggen hoeveel Nederlanders een beperking hebben. De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) zegt in elk geval 170 zorgaanbieders te vertegenwoordigen die gezamenlijk zorg leveren aan 200.000 Nederlanders met verstandelijke en zintuigelijke beperkingen. Volgens de VGN telt Nederland 1,4 miljoen mensen met een matige tot ernstige motorische beperking, van wie ten minste 15.940 een lichamelijke beperking hebben met indicatie voor zorg uit de Wet langdurige zorg (WLZ).
De Nederlandse overheid gaat ervan uit dat er in ons land 2 miljoen mensen met enige vorm van een verstandelijke of lichamelijke beperking leven. Om hun van dezelfde rechten te verzekeren als mensen zonder beperking ratificeerde Nederland in 2016 het VN-verdrag Handicap. Dat verdrag beschermt de mensenrechten van mensen met een beperking vanuit de grondbeginselen toegankelijkheid, persoonlijke autonomie en volledige participatie.
Met het ratificeren van het verdrag committeerde de Nederlandse overheid zich aan een ‘inspanningsverplichting’ voor mensen met een beperking. Dit betekent dat de overheid van de VN de tijd krijgt om rechten zoals het recht op onderwijs, wonen en ook zorg voor iedereen te realiseren.
(Bronnen: VGN en Rijksoverheid)