Drie jaar geleden gaf het leger in Birma de macht over aan een hervormingsgezinde burgerregering en kwam er een einde aan decennia van repressieve militaire dictatuur. Sindsdien vinden er echter regelmatig grootschalige uitbraken van anti-moslimgeweld plaats in het overwegend boeddhistische land in Zuidoost-Azië, en etnische minderheden vechten er nog steeds voor autonomie. Een half miljoen mensen zijn er vluchteling.
Hoe verlopen de hervormingen?
Tot verbazing van de internationale gemeenschap besloot het leger in 2011 om een burgerregering aan te stellen en beloofde het vrije verkiezingen in 2015. De regering beëindigde het huisarrest van de populaire oppositieleider Aung San Suu Kyi, liet duizenden politieke gevangen vrij en begon verreikende politieke en economische hervormingen in Birma, ook wel bekend als Myanmar.
De oude politieke elite zit nu nog stevig in het zadel
De huidige regering en de meerderheid van het parlement bestaat echter nog uit kopstukken uit het oude regime. De grondwet geeft het leger directe controle over een kwart van de parlementszetels en andere belangrijke politieke instituties, ook na de verkiezingen. De oude politieke elite zit nu dus nog stevig in het zadel.
Het afgelopen jaar is het optimisme over Birma’s transitie sterk gedaald nadat belangrijke politieke hervormingen spaak liepen, humanitaire crises zich voortsleepten, en de mensenrechtensituatie en mediavrijheid opnieuw onder druk kwamen te staan.
Hoeveel invloed heeft oppositieleider Aung San Suu Kyi?
In 2012 werd een klein deel van de parlementszetels opengesteld voor verkiezingen. Suu Kyi’s politieke partij, the National League for Democracy, won bijna al die zetels, maar haar partij heeft nauwelijks politieke invloed.
[[{“fid”:”31082″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Aung San Suu Kyi”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Aung San Suu Kyi”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]
Aung San Suu Kyi (december 2011)
Foto: Wikimedia
De grondwet, die door het leger werd geschreven, heeft een clausule die Suu Kyi’s kansen op het presidentschap blokkeert. Volgens de wet kunnen Birmezen met een buitenlandse echtgenoot of kinderen geen president worden. De Nobelprijswinnares heeft twee zonen met de Britse nationaliteit.
De regering en het leger weigeren om met Suu Kyi en andere oppositieactivisten mee te werken aan grondwetshervormingen, en ze zou daarom zelfs na een verkiezingsoverwinning in 2015 geen president kunnen worden.
Dit vergroot de kans dat een voormalig top-generaal alsnog president wordt in 2015, mede omdat de oppositie naast Suu Kyi geen andere prominente leiders kent.
De grondwet heeft een clausule die Suu Kyi’s kansen op het presidentschap blokkeert
Ondanks deze politieke garanties, stijgt de nervositeit bij de oud-generaals nu de verkiezingen langzaam naderen. De oppositie en de internationale gemeenschap kijken gespannen toe om te zien of de regering zal proberen het verkiezingsproces in 2015 te manipuleren, zoals het leger in het verleden gewoon was.
Hoe staat het met Birma’s langlopende etnisch conflict?
Birma’s regering en leger worden al decennialang gedomineerd door de grootste bevolkingsgroep in het land, de Birmezen, maar in de grensgebieden van het land leven tientallen etnische minderheden met een andere cultuur, taal en soms religie die samen zo’n 20 procent van de bevolking vormen.
Sinds 1949, een jaar nadat Birma onafhankelijk werd, vechten etnische rebellen, zoals de Karen, Kachin, Shan, Wa, Palaung en Chin volkeren, voor politieke autonomie voor hun regio’s. De burgeroorlog is het langstlopende gewapende conflict ter wereld en honderdduizenden mensen werden gedood of sloegen op de vlucht. Zo’n 120.000 vluchtelingen, voornamelijk Karen, leven sinds de jaren ‘90 in kampen in buurland Thailand; zo’n 100.000 wonen in andere landen.
[[{“fid”:”31083″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Kachin rebellen in noord-Birma”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Kachin rebellen in noord-Birma”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_volle_breedte media-element file-file-styles-artikel-volle-breedte”,”id”:”styles-6-0″}}]]
Kachin rebellen openen het vuur op het Birmese leger in de bergen van noord-Birma, begin 2013.
Foto: Steve Tickner
In 2011 begon de regering wapenstilstanden af te sluiten met de meeste rebellengroepen, maar tegen de Kachin, een van de grootste bevolkingsgroepen in noord-Birma, begon het juist een grootschalig offensief. Zo’n 100.000 mensen werden verdreven door het geweld en leven sindsdien in afgelegen kampen in de bergen waar ze beperkte international noodhulp ontvangen.
Een nationaal vredesproces dat de regering in de afgelopen jaren in gang heeft gezet met andere etnische groepen dreigt de laatste maanden te ontsporen nadat er op verschillende plekken in het land gevechten uitbraken.
Waarom vindt er anti-moslim geweld plaats?
Geweld tussen boeddhisten en moslims vond in het verleden wel vaker plaats in Birma, maar sinds 2012 neemt de onrust grootschalige vormen aan. In de deelstaat Rakhine in west-Birma, brak er dat jaar een golf van geweld uit tussen de Rohingya moslim-minderheid en de boeddhistische bevolking, waarbij bijna 200 mensen omkwamen en zo’n 140.000 mensen, voornamelijk moslims, gedwongen werden te vluchten.
Sindsdien heeft het anti-moslim geweld zich verspreid en vielen er tientallen doden bij onrust in steden in centraal Birma. Afgelopen juli vielen er twee doden bij religieus geweld in Mandalay, de tweede stad van het land.
In Birma is naar schatting 4 procent van de 51 miljoen inwoners moslim. Velen van hen kwamen uit India toen beide landen nog onderdeel waren van het Britse koloniale rijk, en de boeddhistische meerderheid in het arme land kijkt van oudsher met wantrouwen naar de moslims, aangewakkerd door het boeddhistisch nationalisme van het voormalige regime.
Wie zijn de staatloze Rohingya?
De regering weigert de ongeveer 1 miljoen Rohingya te erkennen als burgers van Birma en claimt dat ze illegale immigranten zijn uit buurland Bangladesh, ondanks het feit dat de meeste van hen al generaties in Rakhine wonen. De staatloze groep is echter ook in Bangladesh niet welkom.
De Rohingya lijden onder ernstige mensenrechtenschendingen door veiligheidstroepen en heeft nauwelijks toegang tot overheidsdiensten, zoals medische zorg en scholing. De 140.000 Rohingya-vluchtelingen leven in drukke, smerige kampen die ze niet mogen verlaten en internationale hulpverlening aan hen wordt regelmatig geblokkeerd.
In maart dwong de Birmese regering Artsen zonder Grenzen (AzG) Nederland en andere hulporganisaties om de hulp aan de Rohingya stop te zetten, maar in juli kon dit worden hervat. De vluchtelingen hadden maandenlang geen toegang tot medische zorg en patiënten overleden aan behandelbare problemen.
Internationale mensenrechtenorganisaties waarschuwen dat de Birmese regering het geweld tegen de Rohingya steunt en bijdraagt aan etnische zuivering van de groep.
Sinds 2012 hebben volgens de Verenigde Naties zo’n 80.000 Rohingya geprobeerd aan de erbarmelijke omstandigheden in west-Birma te ontsnappen door in kleine boten de overtocht te maken naar Thailand en vandaar naar Maleisië, een land in Zuidoost-Azië met een moslim-meerderheid. Mensenhandel, ernstige ongelukken en arrestaties door de Thaise politie komen veelvuldig voor tijdens de tochten.