OneWorld Research geeft pas afgestudeerden de gelegenheid om een artikel te schrijven over hun scriptie. De scripties gaan over duurzame ontwikkeling, waarbij het kan gaan om voedselzekerheid, water, klimaatverandering maar ook om mondiale vraagstukken als vrede en veiligheid, burgerschap, wereldwijde ongelijkheid en mensenrechten. Het eerste artikel is van Nadine Huiskes. Nadine heeft de master Religies in hedendaagse samenlevingen aan de Universiteit Utrecht cum laude afgerond.
Syrië-strijders en de Islamitische Staat. Dat is voor niet-moslims het nieuws dat zij deze dagen lezen en horen over de islam. Dat er ook een islamitische milieubeweging actief is, ontgaat waarschijnlijk de meesten. Toch is deze ‘groene islam’ al sinds de jaren ‘70 actief. Wat beweegt de ‘groene’ moslim en hoe verschillen Nederlandse groene moslims van de internationale groene islam?
De opkomst van de islamitische milieubeweging
Groene moslims stellen dat de islam niet alleen een milieuvriendelijk wereldbeeld bevat, maar ook praktische richtlijnen. In de begintijd van de islamitische milieubeweging werd er voornamelijk aandacht besteed aan het formuleren van een visie op zowel de oorzaken als de oplossingen van de milieucrisis. Sinds de eeuwwisseling is er steeds meer sprake van het praktisch vormgeven van de islamitische visie, geïllustreerd door het toenemende aantal maatschappelijke initiatieven en ngo’s.
Opvallend is dat veel islamitische milieuorganisaties en -initiatieven in het Westen zijn opgericht en gevestigd. Deze organisaties zijn wel vaak wereldwijd actief. Een voorbeeld hiervan is de Green Deen (“levensstijl”) beweging, verwijzend naar het gelijknamige boek van de Afro-Amerikaanse Ibrahim Abdul-Matin. Een ander prominent figuur is Fazlun Khalid, die vanuit Engeland het Islamic Foundation for Ecology and Islamic Sciences heeft opgericht. Veel input op dit gebied komt dus van moslims uit het Westen, waardoor het niet zeker is of deze initiatieven moslims uit de islamitische wereld zullen aanspreken. Wat ook meespeelt is dat religieuze geleerden maar weinig betrokken zijn bij de groene initiatieven en moslims wereldwijd veel waarde hechten aan het leiderschap van hun religieuze geleerden.
‘De schepping van de hemelen en de aarde is groter dan de schepping van de mens, maar de meeste mensen weten het niet.’
(Soera 40:57)
De groene islam
Een groot aantal moslimauteurs dat over duurzaamheid schrijft, wijst het Westen aan als bron van de huidige milieucrisis. De kritiek richt zich met name op het antropocentrische wereldbeeld; het verlangen naar economische groei en de scheiding van religie en wetenschap en technologie. De islam baseert zich op God’s schepping (khalq), wat betekent dat God en niet de mens eigenaar is van de aarde. Daarnaast betekent het dat de schepping is gecreëerd in eenheid (tawhid), onderlinge verbondenheid en balans (mizan). Veel moslimauteurs wijzen er ook op dat de natuur tekens (ayat) van God bevat. Al deze elementen maken dat de natuur in de islam van grote waarde is en beschermd dient te worden. De mens heeft vanwege haar vrije wil en ratio een speciale verantwoordelijkheid tegenover de schepping, iets waar ze na haar dood op wordt beoordeeld. De mens is khalifa: hoeder van de aarde. De soenna – de overleveringen van de profeet Mohammed en zijn metgezellen – en de shari’a geven invulling hieraan. Bijvoorbeeld als het gaat om verspilling, vervuiling, dierenwelzijn en beschermde natuurzones.
Niet alleen in de islam, maar ook in andere religies komen soortgelijke ideeën, over de bijzondere status van de schepping en de verantwoordelijkheid van de mens, terug. De eigenheid van de afzonderlijke religies is echter van belang. Een boodschap landt immers het beste als deze wordt verpakt in termen, verhalen en ideeën die mensen herkennen en erkennen.
Nederlandse groene moslims
Groene moslims zijn ook in Nederland te vinden, hoewel je goed moet zoeken. De groene moslims die voor dit onderzoek zijn geïnterviewd, leggen veel nadruk op ‘duurzaam doen’, zowel in hun (vrijwilligers)werk als in hun privéleven. De moslimauteurs belichten daarentegen vooral de theoretische kant. Ze schenken weinig aandacht aan de vraag hoe je als moslim concreet milieuvriendelijk kunt leven of bij welke initiatieven je kunt aansluiten. Volgens Nederlandse groene moslims draait het uiteindelijk om het resultaat en daarvoor is ook samenwerking met andere religieuze en niet-religieuze partijen van groot belang, iets waar veel moslimauteurs geen aandacht aan besteden of zelfs kritisch over zijn. Zij benadrukken dat hun eigen religie dé manier is om de milieucrisis tegen te gaan. Onder de respondenten is er veel minder sprake van een antiwesters verhaal dan onder de moslimauteurs. De respondenten herleiden de crisis juist tot iets dat in de mens zelf zit: hebzucht en een instrumentele visie op de natuur.
Maar waarom zijn er maar zo weinig moslims bezig met duurzaamheid als de islam hier zo’n rijke voedingsbodem voor biedt? Volgens de respondenten komt dit omdat ideeën over duurzaamheid voor veel moslims abstract zijn en imams hier maar weinig aandacht aan besteden. Net als veel van de bestudeerde moslimauteurs, denken de respondenten bovendien dat veel moslims tevreden zijn met steeds maar meer consumeren, of dat moslims door hun lagere sociaaleconomische positie geen prioriteit kunnen geven aan milieuvriendelijk leven.
De verwachting – zowel van de Nederlandse groene moslims, als de moslimauteurs en mijzelf – is dat er steeds meer pogingen zullen komen om een op de islam geïnspireerd milieubewustzijn te stimuleren. De twee belangrijkste drijfveren hierachter zijn de toenemende wereldwijde milieuproblemen, en het feit dat de islam voor een groeiend aantal mensen de belangrijkste bron van het denken en handelen vormt. De grootste belemmeringen voor deze onderneming zijn armoede en de wens van moslims om hetzelfde welvaartsniveau als het Westen te bereiken. Ook spreken religieuze kopstukken zich hier nog te weinig over uit. Dat ‘groen’ in de basisbeginselen van de islam besloten is, stemt hoopvol. Hoopvol voor een positieve benadering van de islam, hoopvol voor een betere omgang met onze aarde en hoopvol voor nieuwe wegen van verbroedering tussen moslims en niet-moslims.