Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Dankzij de vele gunstige fiscale regelingen is Nederland populair bij multinationals.Tot 2021 hief ons land bijvoorbeeld geen
bronbelasting over royalty’s, ofwel vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom.
1 Een bedrijf dat royalty’s ontving uit een ander land, kon in Nederland vrijstelling krijgen voor de belasting daarover. En ook over de royalty’s die via Nederland naar een ander land stroomden, hoeven bedrijven bij ons geen belasting te betalen. Die royalty’s zijn niet alleen een belangrijke inkomstenbron voor bekende bands als U2 en The Rolling Stones (die voor hun muziek royalty’s ontvangen); ook Apple en Google beschikken over waardevol intellectueel eigendom (programma’s, codes of andere concepten die zij hebben bedacht). En ook nu die bronbelasting wel wordt geheven, valt de heffing te omzeilen.
“
Er stroomde alleen van Google al 16 miljard euro via Nederland naar Bermuda
Nederland profileert zichzelf van oudsher als handelsland en heeft daarom met veel landen belastingverdragen afgesloten. Deze verdragen maken ons land extra interessant, vooral de zogeheten dubbelbelastingverdragen die voorkomen dat een multinational in meerdere landen belasting moet betalen over dezelfde economische activiteit.
Hierdoor kan via Nederland gemakkelijk geld worden doorgesluisd naar landen met extreem lage belastingtarieven. Tussen 2012 en 2019 stroomde er ongeveer 128 miljard euro aan royalty’s van Google via Nederland naar Bermuda.
Geen klassiek belastingparadijs
Economen noemen Nederland dan ook liever een ‘doorsluisland’ dan een belastingparadijs. “Nederland is geen klassiek belastingparadijs: het heeft geen laag winsttarief, het land is relatief groot en de winst komt niet echt in Nederland terecht”, stelt Dirk Schindler, hoogleraar Internationale Belastingheffing aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Dat maakt de Nederlandse impact van ons ‘losse’ belastingregime niet kleiner. Integendeel, zegt Schindler: “Nederland is een van de grootste doorvoerlanden ter wereld die het verschuiven van winst faciliteert en regels en belastingen omzeilt.”
“
De fiscale sluisroutes die Nederland faciliteert, spekken onze staatskas nauwelijks
Deze vorm van belastingontwijking is in de regel alleen weggelegd voor multinationals. Je moet immers vestigingen in meerdere landen hebben om geld te kúnnen doorsluizen. Bovendien, hoe groter het bedrijf, des te meer geld het heeft om adviseurs in te huren die fiscale vluchtroutes bedenken. Kleine bedrijven, laat staan individuen, hebben die optie niet. Zij betalen wel de volle mep om alle publieke voorzieningen te bekostigen. En dat is niet niks: van elke euro die we in Nederland verdienen, betalen we bijna 39 cent aan belastingen en premies. Daarmee zijn we een
middenmoter in Europa.
Landen als Panama, Bermuda of Belize profileren zich als belastingparadijs in de hoop vermogende bedrijven en particulieren aan te trekken. Bovendien levert het kleine beetje belasting dat ze heffen, voor de kleine (ei)landen alsnog relatief een aardige duit op. Maar de fiscale sluisroutes die Nederland faciliteert, spekken onze staatskas nauwelijks. We zijn immers slechts doorsluisland.
“Nederland krijgt soms nog wat inkomsten binnen omdat een heel klein deel van de winst hier wordt geboekt. Maar dat gaat in totaal slechts om enkele honderden miljoenen”, schat Arjen Lejour, hoogleraar Belastingen en Overheidsfinanciën aan Tilburg University en betrokken bij het CPB-onderzoek naar belastingontwijking. Dat is niet veel als je het afzet tegen de ongeveer 300 miljard die de overheid de afgelopen jaren jaarlijks aan belastinginkomsten binnenhaalde.
Weinig werkgelegenheid
Ook leveren de fiscale sluiproutes weinig werkgelegenheid op. Het merendeel van de buitenlandse investeringen blijft immers niet in Nederland. Het doorsluizen gebeurt via de ruim 10.000 brievenbusfirma’s die ons land telt. “Zij houden een paar duizend accountants en fiscalisten aan het werk. Maar ik verwacht dat het grootste deel van hen ook gemakkelijk elders in de financiële sector een baan kan vinden”, zegt Lejour.
De nadelen van onze status als doorsluisland lijken, ook voor Nederland zelf, groter dan de voordelen. Zo krijgen we er internationaal een slechte reputatie door. Lejour: “Toen Nederland in verband met de coronacrisis niet bereid was om financiële hulp te bieden aan Spanje en Italië, werd onze positie als belastingparadijs er meteen bijgehaald. We wilden ze niet alleen niet helpen, we beschadigden ze ook nog eens extra door mee te werken aan het wegsluizen van belastinginkomsten, werd gezegd.”
“
Onze slechte naam leidt tot een negatieve reputatie voor bedrijven die hier actief zijn
Die slechte naam slaat over op de bedrijven die zich in ons land vestigen. “Het lijkt erop dat de negatieve reputatie van Nederland ook leidt tot een slechte reputatie voor bedrijven die hier actief zijn. Ze worden al snel verdacht van belastingontwijking”, stelt Schindler. Dit was natuurlijk nooit de bedoeling: de belastingverdragen zijn juist afgesloten om het investeringsklimaat in Nederland te versterken.
“Er was volgens mij geen bewust beleid om van Nederland een belastingparadijs te maken. Nederland is van oudsher een handelsland en probeerde met het afsluiten van handelsverdragen vooral te bevorderen dat multinationals zich hier vestigden”, legt Lejour uit.
Sterke lobby
Kunnen we nog terug? Jazeker, zegt Lejour. “Nederland heeft buitenlandse bedrijven veel meer te bieden dan gunstige belastingregels: we hebben een hoogopgeleide bevolking, veel mensen spreken Engels en ook onze haven en luchthaven zijn van belang. Ik geloof niet dat die belastingverdragen doorslaggevend zijn voor bedrijven om zich in Nederland te vestigen. Behalve voor de brievenbusfirma’s die we liever kwijt dan rijk moeten zijn.” Volgens de hoogleraar Belastingen en Overheidsfinanciën is er in Nederland echter een sterke lobby die de belastingregels in stand wil houden. Niet zozeer vanuit het internationale bedrijfsleven, maar vanuit belastingadviseurs en fiscalisten omdat de fiscale sluiproutes hun werk opleveren.
Toch is er wel wat verandering gaande. Sinds begin 2021 geldt een bronbelasting op rente- en royaltystromen. Geld en royalties die rechtstreeks van Nederland naar een erkend belastingparadijs als de Maagdeneilanden gaan, worden nu wél belast, met 21,7 procent. “De vraag is echter of dat voldoende helpt. Multinationals gaan dan nieuwe routes kiezen, die alsnog via Nederland kunnen lopen, maar dan met tussenkomst van een ander land”, verklaart Lejour. In dat geval kan de bronbelasting alsnog niet geïnd worden.
“
Belastingontwijking is niet illegaal, dus strafrechtelijk is de overheid niet verplicht er tegen op te treden
Om belastingontwijking effectief aan te pakken, zal Nederland volgens hem intensiever met de Europese Unie moeten gaan samenwerken. “De constructies zijn te ingewikkeld voor één land om aan te pakken. En een ander probleem is dat onder politici de kennis ontbreekt om de regels effectief aan te passen. “De overheid weet niet precies welke routes er allemaal door bedrijven worden opgetuigd. Daarom is het lastig er iets aan te doen”, aldus Lejour. Belastingontwijking is bovendien niet verboden (in tegenstelling tot
belastingontduiking), dus strafrechtelijk is de overheid niet verplicht het op te volgen.
Dat alles is, volgens de hoogleraar, echter geen excuus voor de politiek om stil te blijven zitten. “Nu het door de coronacrisis veel geld kost om de economie overeind te houden, rijst al snel de vraag: wie gaat dit allemaal betalen? Burgers zullen van grote bedrijven meer solidariteit verlangen. Dat houdt ook in dat ze hun bijdrage leveren door eerlijk belasting te betalen.”
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.org op 26 mei 2020.