Beeld: Archv/iStockphoto
Opinie

‘Ik werd misbruikt, maar niet door een man’

Als we denken aan seksueel misbruik, dan verwachten we een mannelijke dader. Maar wat als de dader een vrouw is? Charlotte Knoors kon haar verhaal nergens kwijt en worstelde om haar misbruik onder ogen te komen: ‘Ik kon het niet accepteren, omdat mijn ervaring niet paste in het bekende verhaal.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
16 oktober 2017. Mijn tijdlijn stroomt vol met berichten met de hashtag MeToo. Ze gaan over seksueel overschrijdend gedrag van mannen bij vrouwen. Terwijl ik de berichten lees, begint mijn lichaam overal te tintelen. Een groot probleem wordt eindelijk blootgelegd, denk ik: hoe vaak heb ik wel niet van vriendinnen gehoord dat ze door mannen zijn lastiggevallen, of erger?

Mijn dader was geen man of jongen, maar een meisje

Er ligt een zware steen in mijn maag en ik heb moeite mijn ademhaling onder controle te houden. Ik wil schreeuwen, uit mijn vel springen. Dit heb ik ook meegemaakt. Maar ik kan geen ‘me too’ zeggen. Mijn stem blijft steken in mijn keel. De ervaring die ik heb met seksueel misbruik past niet in het bekende plaatje: mijn dader was namelijk geen man of jongen, maar een meisje.

Een draaikolk van emoties

Zolang ik me kan herinneren heb ik bepaalde flashbacks. Die bestaan uit beelden, geluiden en aanrakingen. Lange tijd kon ik ze niet goed plaatsen. Ik wist alleen dat ik de flashbacks niet fijn vond en probeerde ze te negeren. Pas op mijn 21ste viel het kwartje: wat dat tienermeisje mij als kind in mijn slaap seksueel had aangedaan, was misbruik.

Een stemmetje zei: ‘Zo erg was het toch niet? Het was toch niet gewelddadig?'

Ik viel in een draaikolk van emoties, voelde afwisselend boosheid, verdriet, angst en walging. Maar er was ook een stemmetje dat zei: ‘Zo erg was het toch niet? Het was toch niet gewelddadig?’ Mijn lichaam vertelde me echter een ander verhaal: ik voelde aanrakingen die ik niet wilde voelen, alsof het allemaal weer opnieuw gebeurde.

In de maanden daarna zocht ik online naar verhalen van mensen die ook seksueel waren misbruikt door vrouwen of meisjes. Ik hunkerde naar herkenning, wilde me minder alleen voelen in mijn ervaring. Ik probeerde boeken en artikelen te vinden die mijn ervaringen omschreven, maar wat ik vond was op twee handen te tellen. Hoe kan dit? vroeg ik me af. Als mij dit is overkomen zijn er vast meer mensen die dit hebben meegemaakt.

De onbekende man in de bosjes

Het antwoord: ze zijn er zeker, en we zijn niet met weinig. Jan Hendriks, psycholoog en hoofd van de jeugdafdeling in de forensische polikliniek de Waag in Den Haag, stelt in Trouw dat jaarlijks duizenden meisjes seksueel misbruik plegen, variërend van billenknijpen tot (medeplichtigheid aan) verkrachting. Hendriks’ schatting is gebaseerd op buitenlandse cijfers en is moeilijk te peilen, omdat er bijna geen onderzoek wordt gedaan naar seksueel misbruik door vrouwen en meisjes. Volgens het Nederlandse Centrum voor Seksueel Geweld gaat het om zo’n 6 procent van de gevallen van seksueel misbruik.

De gewelddadige, onbekende man is een mythe: in de meeste gevallen is de dader een bekende

We kennen allemaal de mythe van de gewelddadige, onbekende man die midden in de nacht uit de bosjes springt en het op vrouwen heeft voorzien. Ik noem het een mythe, want in de meeste gevallen is de dader een bekende (zoals in drie kwart van de gevallen waarbij een kind het slachtoffer is). Bovendien vindt in lang niet alle gevallen van misbruik ook geweld plaats: er zijn mensen die emotioneel mishandeld worden of zozeer worden gemanipuleerd dat ze ‘instemmen’ met gedwongen seksuele handelingen.

De mythe van de onbekende man in de bosjes creëert een blinde vlek voor andere vormen van seksueel misbruik. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen stelt dat nog geen 3 procent van de veroordeelde daders van seksueel misbruik vrouw is. Door gebrek aan onderzoek en aangiftes is het onduidelijk hoe groot hun aandeel daadwerkelijk is. Wie weet hoeveel mensen de afgelopen maanden in hun thuisquarantaine seksueel zijn misbruikt door een vrouw of meisje.

Genderrollen maken ons blind voor misbruik door vrouwen

Zulke verhalen blijven grotendeels onder de radar en worden weinig onderzocht, ziet criminoloog Miriam Wijkman, verbonden aan de Vrije Universiteit. Wijkman denkt dat het gebrek aan onderzoek komt door de aanname dat vrouwen en meisjes zich niet schuldig zouden maken aan seksueel misbruik. Het past niet in de genderrol die we toeschrijven aan witte vrouwen: zachtaardig en niet-gewelddadig.

Die beeldvorming wordt mede beïnvloed door onze terminologie: we spreken nog vaak van seksueel geweld. De Latijns-Amerikaanse filosoof Linda Alcoff stelt in haar boek Rape and Resistance dat we beter de term ‘seksueel misbruik’ kunnen gebruiken, omdat slachtoffers die op niet-gewelddadige wijze zijn misbruikt niet altijd inzien dat wat zij hebben meegemaakt seksueel misbruik is. Mannelijke daders gebruiken lang niet altijd geweld, maar vrouwelijke daders gebruiken in vergelijking met mannen nog minder geweld. Ook daders van seksueel misbruik bij kinderen gebruiken lang niet altijd geweld, waardoor het moeilijker wordt om het misbruik te ontdekken. Kinderen die slachtoffer zijn, begrijpen überhaupt niet altijd dat ze seksueel zijn misbruikt, of weten niet hoe ze het moeten rapporteren – misleidende terminologie maakt het hun niet makkelijker.

Slachtoffers herkennen het misbruik in eerste instantie niet, door de verwachting dat vrouwen zoiets niet doen

Lange tijd kon ik niet accepteren dat ik seksueel misbruikt was, omdat mijn ervaring niet voldeed aan de stereotiepe mythe van de man in de bosjes. Het feit dat mijn dader geen man of jongen was, maar een tienermeisje, én het feit dat er geen geweld aan te pas was gekomen, veranderde de manier waarop ik mijn trauma beleefde. Mijn misbruik voelde minder ‘echt’ en ‘valide’: ik dacht dat ik me aanstelde. Bovendien voelde ik me verraden door de belofte die de vrouwelijke genderrol maakt: vrouwen en meisjes plegen geen seksueel misbruik.
De genderrol van de witte vrouw

De zachtaardige en niet-gewelddadige genderrol is er een die we vooral toeschrijven aan witte vrouwen. Vanuit een Europees, koloniaal gedachtegoed worden zwarte vrouwen eerder gezien als promiscue, tegendraads en boos. Dat heeft gevolgen voor zowel daders als slachtoffers: zwarte vrouwelijke daders worden zwaarder veroordeeld dan witte vrouwelijke daders. Tegelijkertijd worden zwarte, vooral vrouwelijke, slachtoffers minder snel serieus genomen in vergelijking met witte vrouwelijke slachtoffers.

Genderstereotypen staan niet los van huidskleur. Als we het hebben over ‘de’ vrouwelijke genderrol, bedoelen we impliciet de witte vrouwelijke genderrol: die is lief, puur en voorkomend. Er is dus niet alleen een gebrek aan onderzoek over seksueel misbruik gepleegd door vrouwen, maar vooral een gebrek aan intersectioneel onderzoek over dit probleem en hoe verschillende groepen worden geraakt.

Hoe het misbruik mijn seksualiteit in de war schopte

Ik ben niet de enige die een gevoel van verraad ervoer, zo blijkt uit het weinige onderzoek dat wel beschikbaar is over seksueel misbruik door vrouwen en meisjes. De Amerikaanse socioloog Lori Girshik kwam er tijdens haar onderzoek naar seksueel misbruik onder lesbische en biseksuele vrouwen achter dat meerdere slachtoffers het misbruik in eerste instantie niet eens herkenden, vanwege hun verwachting dat vrouwen zulke dingen niet zouden doen.

Er is niet alleen schaamte over wát er is gebeurd, maar vooral over het feit dat de dader een vrouw of meisje was

Met name mannelijke slachtoffers hebben bovendien het gevoel dat ze het misbruik hadden moeten kunnen tegenhouden. Er is niet alleen schaamte over wát er is gebeurd, maar vooral over het feit dat de dader een vrouw of meisje was, die zij fysiek gezien ‘aan hadden moeten kunnen’. Deze schaamte wordt nog eens extra versterkt wanneer het slachtoffer opwinding ervaart of zelfs een orgasme krijgt. Het lichaam kan namelijk reageren op angst en stress op een manier die we associëren met instemmen, zelfs wanneer dit allesbehalve het geval is.

Misbruikt en toch een orgasme

Ik weet dat ik mijn seksueel misbruik niet had kunnen tegenhouden, maar toch herken ik de schaamte over de reactie van mijn lichaam: ik bevroor. Die schaamte gaat gepaard met boosheid: waarom heb ik mij niet verzet? Waarom heb ik het toegelaten? Als ik zulke dingen denk, lijkt het bijna alsof het misbruik mijn eigen schuld is, en een bewijs dat ik een slecht slachtoffer ben. Ook die beeldvorming – dat alle slachtoffers zich verzetten en aan de wereld vertellen wat er is gebeurd – moet op de schop, want ze draagt bij aan de stilte over het onderwerp.

Viel ik soms op vrouwen doordat ik seksueel misbruikt was door een meisje?

Daarbovenop komt de verwarring die het misbruik veroorzaakte over mijn seksualiteit. Ongeveer anderhalf jaar nadat ik me volledig bewust was van wat de flashbacks betekenden, realiseerde ik me dat ik niet hetero ben zoals ik altijd had aangenomen. Het misbruik zorgde voor een stortvloed aan bi- en homomisische gedachtes1 waar ik niet trots op ben. Bizarre gedachtes gingen door mijn hoofd: viel ik soms op vrouwen doordat ik seksueel misbruikt was door een meisje? Was ik alleen met mannen geweest om mezelf te beschermen? Was ik niet gewoon in de war? En hoe moest ik nu intiem worden met vrouwen? Uit de kast komen is sowieso niet makkelijk, maar onder deze specifieke omstandigheden schaamde ik mezelf des te meer en was ik bovendien bang voor de toekomst.

Waarom ik geen aangifte heb gedaan (of ga doen)

Ik krijg wel eens de vraag of ik aangifte heb gedaan of ga doen en het antwoord op beide vragen is nee. Mijn dader is een bekende. Ik geloof niet dat ik er veel mee zou bereiken haar aan te geven. Mijn trauma verdwijnt niet als zij schuldig wordt bevonden en een taakstraf krijgt. Bovendien zorgt zo’n straf er niet per se voor dat ze ervan leert en zichzelf betert. En ik ben niet het enige slachtoffer dat er zo over denkt: ruim 80 procent van de vrouwelijke, en bijna 95 procent van de mannelijke slachtoffers van seksueel misbruik doet nooit aangifte.

Door de nadruk op de bewijslast is ons rechtssysteem niet ingesteld op slachtoffers

Factoren die daarbij meespelen zijn het feit dat in veel gevallen de dader – zoals in mijn geval – een bekende is, dat slachtoffers van seksueel misbruik ‘bewijs’ moeten aandragen dat seksueel misbruik heeft plaatsgevonden en dat slachtoffers weinig vertrouwen hebben in het handelen van de politie. De nadruk op de bewijslast maakt dat ons rechtssysteem niet goed is ingesteld op slachtoffers van seksueel misbruik (het wordt al snel het woord van de een tegen dat van de ander), laat staan als de dader niet binnen het bekende profiel valt.

Mensen vragen me ook of ik mijn misbruik helemaal heb verwerkt, maar ik denk niet dat je zoiets ooit helemaal achter je kunt laten. Het is als een litteken: altijd aanwezig, vaak nog gevoelig, hoewel dat laatste met de tijd minder intens wordt. Wel ben ik me langzaam maar zeker meer gaan uitspreken over seksueel misbruik en de langdurige effecten ervan. Daarbij ervaar ik hoe diep ons beeld van een dader van seksueel misbruik is geworteld: me specifiek uitspreken over seksueel misbruik door vrouwen en meisjes voelt als het bespreken van een taboe.

Ik geloof dat we slachtoffers onrecht aandoen als er niet meer bewustwording en intersectioneel onderzoek komt naar seksueel misbruik gepleegd door vrouwen en meisjes. Immers: preventie staat of valt met de juiste kennis. Ieder slachtoffer van seksueel misbruik moet zich gezien en gehoord voelen. Met het intact houden van stereotiepe genderrollen verliezen we verschillende vormen van seksueel misbruik uit het oog en daarmee ook hun slachtoffers. Seksueel misbruik is seksueel misbruik, ongeacht het gender van het slachtoffer en de dader.

'Door Weinsteins rechtszaak weet ik weer waarom ik geen aangifte doe'

Bas werd seksueel misbruikt door een vrouw

  1. Ik gebruik liever het woord homomisie dan homofobie, omdat ‘misie’ is afgeleid van het Griekse woord voor afkeur of haat, zoals in het woord misogynie (vrouwenhaat). ‘Fobie’ beschrijft een mentale of psychische aandoening. Haat en discriminatie zijn echter geen mentale aandoeningen, maar aangeleerd. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons