Moe van een halve eeuw burgerconflict, startten de inwoners van de Colombiaanse gemeenschap San José de Apartadó in 1997 een bijzonder experiment. Te midden van gevechten tussen legersoldaten, paramilitairen en guerrilla’s richtten ze een vredesgemeenschap op. Hun boodschap: geweldloosheid en neutraliteit. Humanitaire organisaties staken de loftrompet en de gemeenschap werd zelfs genomineerd voor de Sacharovprijs, een vredesprijs van het Europees Parlement.
Het initiatief werd echter niet door iedereen bejubeld. Sinds het onstaan van het vredesexperiment, wantrouwen de aanwezige gewapende groepen de boodschap van neutraliteit en richten hun pijlen op de gemeenschap. Nu een vredesakkoord tussen de overheid en de FARC dichterbij is dan ooit, biedt het verhaal van San José de Apartadó verhelderend inzicht in de problematiek van het Colombiaanse burgerconflict.
De inwoners van San José weigeren de fysieke en politieke inmenging van gewapende groepen
Het Colombiaanse conflict in vogelvlucht
De Colombiaanse burgeroorlog begon een halve eeuw terug als een strijd tussen de overheid en linksgeoriënteerde rebellengroepen die zich verzetten tegen de machtspolitiek van de heersende elite. Maar van een simpel tweezijdig conflict is nooit sprake geweest. Om zich tegen guerrilla-aanvallen te bewapenen, creëerden grootgrondbezitters hun eigen privélegers, die uitgroeiden tot paramilitaire milities. Terwijl internationale media-aandacht voornamelijk uitgaat naar de oorlog tegen de FARC, komt een groot gedeelte van het geweld uit paramilitaire hoek. Het Rode Kruis acht paramilitairen verantwoordelijk voor minstens het hetzelfde aantal burgerslachtoffers als de FARC en overheidstroepen.
San José de Apartadó: de steen in de schoen
De bewoners van San José de Apartadó besloten geen onderdeel te willen uitmaken van de massale Colombiaanse stroom van ontheemden. In plaats daarvan bleven ze zitten waar ze zaten en stichtten een vredesgemeenschap. In het Colombiaanse meerpartijenconflict, prediken de 1.500 gemeenschapsleden neutraliteit. De inwoners van San José weigeren de fysieke en politieke inmenging van gewapende groepen.
Clara Kooreman heeft als mensenrechtenwaarnemer de leiders van de gemeenschap meerdere malen begeleid, om te voorkomen dat er geweld tegen hen zou worden gepleegd. Zij werkte daar voor Peace Brigades International, een organisatie die mensenrechtenactivisten beschermt. “De inwoners van de vredesgemeenschap wonen verspreid over een ontzettend groot gebied waarin je te voet wel 8 uur onderweg kan zijn”, licht zij toe. “Als lid onderteken je een verklaring waarin je akkoord gaat met de principes van neutraliteit en geweldloosheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je geen enkele informatie mag geven aan gewapende groepen.”
Vanaf het ontstaan van de vredesgemeenschap kwam er meteen een golf van geweld tegen de gemeenschapsleden op gang
Deze roep om geweldloosheid valt niet bij iedereen in goede aarde. Gemeenschapsleden zijn veelvuldig het slachtoffer van bedreigingen en geweld. Sinds het ontstaan van de gemeenschap in 1997, zijn er meer dan 200 inwoners vermoord door overheidssoldaten, paramilitairen en FARC-rebellen. De inwoners van San José omschrijven zichzelf als de piedra en el zapato (‘steen in de schoen’) van de Colombiaanse gewapende groepen. “Vanaf het ontstaan van de vredesgemeenschap kwam er meteen een golf van geweld tegen de gemeenschapsleden op gang”, vertelt Kooreman. “Je hebt te maken met een conflictsituatie waarin gewapende groepen burgers willen controleren. Als burger moet je gehoorzamen en wordt je gedwongen een kant te kiezen. Op het moment dat je dat weigert, bepalen de gewapende groepen aan welke kant je staat. Daarom wordt de vredesgemeenschap al decennialang gestigmatiseerd en gecriminaliseerd. De inwoners van San José de Apartadó zijn er zowel van beschuldigd aan de kant van de FARC als ook aan de kant van de paramilitairen te staan.”
Vredesgemeenschap San José de Apartadó. Bron: Flickr.
Drugs en grondstoffen
Zoals menig conflict, draait het Colombiaanse bloedvergieten vooral om grond. Een studie van de Universiteit van Californië laat zien dat de verschillende gewapende partijen inmiddels 8 miljoen hectares illegaal hebben geconfisqueerd. Dit landjepik vindt vooral plaats in mineraalrijke gebieden. Daarnaast biedt grondbezit gewapende groepen controle over de lucratieve cocaïnehandel.
Het gros van de in San José gepleegde moorden blijft tot op de dag van vandaag onbestraft
Ook in San José spelen economische belangen. De gemeenschap ligt in de regio Urabá, één van de meest bevochten plekken van Colombia. Kooreman: “Er zijn zoveel gewapende actoren in San José de Apartadó, omdat het een vruchtbaar gebied is dat rijk is aan grondstoffen. Er is mijnbouw en er zijn verschillende multinationals gevestigd. Daarnaast ligt San José op een strategische plek op de drugsroute, dichtbij de Panamese grens.”
De slachting van 2005
Eén de zwartste bladzijden van San José de Apartadó vond plaats op 21 maart 2005. Als wraak op een aanval van FARC-rebellen waarbij 19 legersoldaten omkwamen, richtte het leger met de hulp van paramilitairen een bloedbad aan. Acht inwoners van San José, waaronder twee kinderen van 5 en 1,5, kwamen om. Het leger praatte de moorden goed middels het argument dat verschillende gemeenschapsleden aan de FARC zouden zijn gelieerd. Zelfs president Álvaro Uribe deed een duit in het zakje. “Er gaan hardnekkige geruchten dat een aantal van hun gemeenschapsleiders, financiers en activisten de FARC helpen en de gemeenschap gebruiken om deze terroristische organisatie te beschermen.”
In 2012 bepaalde het Colombiaans Hooggerechtshof dat Uribe’s uitlatingen ongegrond waren. En dus maakte de Colombiaanse regering, bij monde van Uribe’s opvolger Santos, excuses voor de “onjuiste beschuldigingen aan de gemeenschap”. Vijf soldaten zijn inmiddels berecht voor hun betrokkenheid bij het bloedbad. Het gros van de in San José gepleegde moorden blijft echter tot op de dag van vandaag onbestraft.
Vredesbesprekingen
Ook nu breken turbulente tijden aan voor de inwoners van San José de Apartadó. Na drie jaar onderhandelen zijn de Colombiaanse overheid en de FARC dichtbij een vredesakkoord, met een mogelijke ontwapening van de rebellen tot gevolg. Maar pakt zo'n nationale overeenkomst ook positief uit op het lokale niveau van San José?
De gemeenschapsleiders staan vooralsnog vrij sceptisch tegenover de vredesonderhandelingen
De vraag is of de Colombiaanse overheid heeft geleerd van het verleden. Bij eerdere demobilisatiecampagnes van gewapende groepen ontbrak het aan succesvolle re-integratieprogramma’s voor ex-strijders. In 2006 ging de ontmanteling van de UAC, Colombia’s grootste paramilitaire organisatie, in San José gepaard met een geweldstoename vanuit criminele splintergroepen. De lucratieve ligging van de vredesgemeenschap werkt nou eenmaal als een magneet op gewapende actoren, met grote veiligheidsrisico’s voor de leden tot gevolg.
“De gemeenschapsleiders staan vooralsnog vrij sceptisch tegenover de vredesonderhandelingen”, stelt Kooreman. “Het is natuurlijk een belangrijke eerste stap als er een vredesakkoord komt, maar voor duurzame vrede moeten er structurele veranderingen op gang gebracht worden. Ondanks de vredesonderhandelingen zijn er nog steeds veel confrontaties met guerrilla’s, paramilitairen en het leger en ook de bedreigingen aan het adres van leiders van de vredesgemeenschap gaan nog steeds door.”