Deze week komen alle VN-lidstaten opnieuw samen om het werelddrugsprobleem te bespreken in een speciale Algemene Vergadering: de UNGASS. De laatste keer dat zo'n sessie plaatsvond was in 1998. Toen spraken alle landen af om binnen tien jaar het drugsgebruik en de drugshandel in de wereld sterk te verminderen, onder het motto: 'A drug free world: we can do it.'
Maar zestien jaar later blijkt een drugsvrije wereld een utopie. Drugs zijn er altijd geweest en zullen er ook altijd blijven. Het uitbannen van drugs is onmogelijk. De door president Nixon gestarte 'War on Drugs' is een verloren oorlog die vooral contraproductief heeft gewerkt, met honderdduizenden doden, overvolle gevangenissen en een mondiaal gezondheidsprobleem tot gevolg.
Roep om een nieuw beleid
Het is dus hoog tijd voor verandering in het wereldwijde drugsbeleid. De roep om een nieuwe, meer realistische aanpak klinkt het sterkst in de landen die dagelijks worden geconfronteerd met de ontwrichtende maatschappelijke gevolgen van de drugsproductie en -handel. Dat blijkt wel uit het feit dat UNGASS 2016 eigenlijk pas voor 2019 was gepland, maar op verzoek van Mexico, Guatemala en Colombia drie jaar naar voren is geschoven.
Zoals met veel internationale bijeenkomsten is het de vraag of UNGASS 2016 écht iets gaat veranderen. De internationale bijeenkomsten over drugs waren tot nu toe meestal niet meer dan een bevestiging van de huidige aanpak en de onderhandelingen voor UNGASS 2016 zijn achter gesloten deuren al maanden aan de gang.
De onvrede is nog nooit zo groot geweest
Toch zou UNGASS 2016 een keerpunt kunnen worden. De onvrede over het huidige mondiale drugsbeleid is nog nooit zo groot geweest. Meerdere landen hebben zich hier nu openlijk over uitgesproken. Daarnaast is in verschillende landen de verschuiving van de traditionele harde aanpak naar een flexibeler drugsbeleid al ingezet. Zo wordt in Uruguay sinds twee jaar overheidswiet geproduceerd en is in Portugal het gebruik van alle soorten drugs al sinds 2001 volledig gedecriminaliseerd, met positief gevolg.
Nederlandse inzet op UNGASS
Nederland zal zich de komende dagen in New York vooral inzetten op het benaderen van het werelddrugsprobleem vanuit het volksgezondheidsperspectief. Samen met andere EU-landen wil Nederland dat drugsverslaafden betere toegang krijgen tot essentiële geneesmiddelen en dat drugsgebruik wordt gedecriminaliseerd.
Cocaïne blijft een ver-van-ons-bedshow
Dit zijn inderdaad belangrijke thema's als het gaat om harm reduction, het binnenlandse beleid dat in veel westerse landen wordt toegepast, maar lossen het probleem van de drugsproducerende landen niet op. Want hoewel Europa en Noord-Amerika verantwoordelijk zijn voor 80 procent van de totale waarde marktwaarde voor cocaïne, blijft het een ver-van-ons-bedshow. En dat is ook onderdeel van het wereldwijde drugsprobleem, vindt Fairtrade Cocaïne. Terwijl de meeste drugs wordt geconsumeerd in welvarende landen in het Westen, is er maar weinig aandacht voor de wereldwijde schadelijke gevolgen van onze drugsconsumptie.
De ontsnapping van El Chapo en de ontvoering van 43 studenten in Mexico haalden het nieuws, maar zijn slechts een fractie van het totale probleem. Berichten uit het Midden-Oosten bleken het afgelopen decennium een hotter topic. Echter, de omvang van de crisis is van vergelijkbare grootte. Zo zijn er in Mexico meer drugsgerelateerde moorden (164.354) gepleegd dan dat er Afghaanse en Irakese doden (resp. 21.415 en 81.636) vielen tijdens de Amerikaanse invasie. Dan hebben we het alleen nog over Mexico en niet over de andere productie- en smokkellanden die op de route naar de VS en Europa liggen. Het gevolg van het door de media negeren van de drugsgerelateerde humanitaire crisis is dat er te weinig bewustzijn is over de ernst.
Het gebruik blijft onverminderd
Toch staat het onderwerp wel degelijk dichtbij ons. Amsterdam is drugshoofdstad van Europa, dat wat cocaïne betreft meer dan een halve kilo per dag consumeert en waar dagelijks dus zo’n 3.351 lijntjes in de neus verdwijnen. Zolang welvarende landen om cocaïne blijven vragen, zullen kansarme mensen elders in de wereld verleid blijven cocaïne te smokkelen.
Drugsvoorlichting negeert collectieve schade
Het drugsbeleid in Nederland houdt in dat gebruik niet gecriminaliseerd wordt. Dit is een beleid om trots op te zijn. Het is een unieke visie, die ontwikkeld is met het idee dat er toch wel wordt gebruikt. En als dit wordt gedaan dan liever niet op duistere plekken waar de overheid geen toezicht heeft op de veiligheid van de burger. De drooglegging in de Verenigde Staten is daar een goed anti-voorbeeld van. Zolang er voldoende informatie wordt geboden over de gevaren voor het individu en het gebruik anderen niet schaadt, dan is de burger zelf in staat de keuze te maken wel of geen drugs te gebruiken.
Maar het probleem is dat cocaïnegebruik wél anderen schaadt. Niet alleen in Zuid-Amerika, waar één derde van alle moorden ter wereld worden gepleegd, maar ook in West-Afrika. Op deze relatief nieuwe route naar Europa ontwikkelen zich dezelfde problemen. En dát deel aan informatie ontbreekt er in drugsvoorlichting, beargumenteert Fairtrade Cocaine. Zolang de VN-verdragen geen verandering zullen brengen zal de Nederlandse overheid (potentiële) cocaïnegebruikers moeten voorlichten over de collectieve schade die cocaïnegebruik aanricht. En zullen wij als inwoners van ‘drugsland’ van Europa een betere afweging kunnen maken om dit feestpoeder wel of niet tot ons te nemen.