Wereldwijd trekken veel mensen van het platteland naar de stad. Vaak zijn zij op zoek naar werk en nieuwe kansen. De bevolkingsgroei binnen steden neemt ook snel toe. Dit leidt ertoe dat uitdijende steden steeds meer land opslokken, stad en platteland steeds meer met elkaar verweven raken en de grenzen tussen stad en ommeland vervagen. Vooral de gebieden direct om het stedelijk gebied, ‘de peri-urbane gebieden’, zijn heel dynamisch en constant in verandering.
Vorige week kwamen wetenschappers en beleidsmakers bij elkaar om uitdagingen te bespreken op het gebied van ‘land governance’ op de LANDac conferentie in het Muntgebouw in Utrecht. “Wat vandaag platteland is kan morgen wel stad zijn”, stelde een deelnemer van de conferentie. De trek naar de stad betekent niet alleen een toenemende druk op de stad en omliggende gebieden, maar heeft ook een impact op de gebieden die de migranten achterlaten.
Wat vandaag platteland is kan morgen wel stad zijn
Het zijn niet alleen de grote steden zoals Mumbai in India of Accra in Ghana die snel groeien. Ook kleine steden nemen in omvang toe. En de nieuwe stadsbewoners komen niet alleen in sloppenwijken of hoge appartementsgebouwen terecht. In een land als Mozambique worden plannen gemaakt voor woonwijken die verbazingwekkend veel op een Vinex-wijk als Leidsche Rijn of Ypenburg lijken. Een eengezinswoning met tuin en een auto voor de deur; het is ook een droom van de Afrikaanse middenklasse.
‘Goed genoeg’ registratie van land
Dat zekerheid over land, security of tenure, belangrijk is, daar was iedereen op de conferentie het wel over eens. Maar het is niet het ‘ei van Columbus’. Daarvoor is de hoeveelheid land dat niet geregistreerd is te groot en zijn de registratieprocessen te tijdrovend en kostbaar. Mensen zijn ook niet zo snel geneigd om in een stuk papier te investeren, zo bleek in één van de sessies. Zelfs wanneer land wel is geregistreerd en het beleid en de regelgeving goed zijn, dan is dat nog niet voldoende. In India is de wetgeving rond landregistratie in 2013 bijvoorbeeld enorm verbeterd, maar het naleven van die wetgeving gebeurt lang niet overal.
We moeten misschien wel naar snellere vormen van landregistratie die ‘goed genoeg’ zijn
We moeten misschien wel naar snellere vormen van landregistratie die ‘goed genoeg’ zijn, zo stelde de directeur van Kadaster Internationaal – de internationale tak van het Nederlandse Kadaster dat in veel delen van de wereld actief is om land in kaart te brengen en te registeren. In plaats van meetmethoden met ingewikkelde en kostbare apparatuur die ook veel tijd vergen, kan het soms ook volstaan om land met een mobieltje op te meten. Een voorbeeld van een programma van VNG International uit Benin liet zien dat het verdelen van land niet heel ingewikkeld hoeft te zijn. Bewoners bepalen daar in onderling overleg hoe de grenzen tussen de percelen liggen en die processen verliepen daar verbazingwekkend harmonieus.
Delven de armen weer het onderspit?
In veel gevallen trekken de armen en kwetsbaren aan het kortste eind. Zij bezitten meestal geen land en wonen vaak op de meest kwetsbare gebieden in steden, zoals de laaggelegen delen die makkelijk kunnen overstromen. Als gevolg van klimaatverandering komen dit soort overstromingen ook steeds vaker voor. In Ghana zijn het vooral de armen en de vrouwen die niet bij consultaties worden betrokken en niet worden gecompenseerd als hun land wordt ingenomen, zo is de ervaring van de Civil Society Coalition on Land in Ghana. De aandacht voor de armen en meest kwetsbaren moet dus altijd meegenomen worden in onderzoek en beleid, zo stelden de deskundigen.
Toch is het beeld van de 'arme weerloze man of vrouw die van zijn of haar land wordt verdreven' te simplistisch. Sommige arme landeigenaren spinnen er garen bij dat hun land meer waard wordt als gevolg van verstedelijking. Daarnaast zien veel jongeren weinig toekomst in de landbouw en staan zij juist open voor nieuwe kansen en mogelijkheden; zij houden niet zo vast aan het behoud van landbouwgrond. Ook werden er voorbeelden genoemd waar inwoners zich verenigden en gezamenlijk protesteren tegen ‘landroof’.
Tijd voor een ‘goed genoeg wetenschap’?
Omdat de ontwikkelingen zo snel gaan en steden gestaag groeien, is er weinig tijd om uitgebreid onderzoek te doen naar veranderingsprocessen. Dit heeft als risico dat de wetenschap altijd een beetje achter de feiten aan blijft lopen. Tegelijkertijd werd wel duidelijk dat we nog veel niet weten. Zo is nog onvoldoende bekend wat de sociaal-economische effecten zijn voor mensen die van hun land verdreven worden. Ook zijn de veranderingsprocessen in de peri-urbane gebieden nog niet goed in kaart gebracht. Onderzoekers en professionals hebben een enorme verantwoordelijkheid om het inzicht in landvraagstukken te vergroten, zo stelde Geoffrey Payne, the keynote speaker van de conferentie. Professionals kunnen veel bijdragen, maar met al hun ideeën, kaders en regelgeving kunnen zij ook processen frustreren en initiatieven van onderop in de weg staan, zo waarschuwde hij de deelenemers aan de conferentie.
Stedelijke ontwikkeling en land governance staan in ieder geval weer hoog op de agenda. En met de duurzame ontwikkelingsdoelen is er ook aandacht voor duurzame steden. Wat LANDac betreft zit het met financiering de komende vijf jaar wel goed: Reina Buijs, plaatsvervangend Directeur-Generaal Internationale Samenwerking van het ministerie van Buitenlandse Zaken, kon vertellen dat de subsidie voor LANDac wordt voortgezet.
LANDac, ‘the Netherlands Academie on Land Governance for Equitable and Sustainable Development’, is een partnerschap tussen Nederlandse organisaties die werken aan ‘land governance’; bestuurlijke vraagstukken over land. Partners zijn de International Development Studies (IDS) groep van de Universiteit Utrecht (leading partner), Afrika Studiecentrum, Agriterra, the Sociology of Development and Change (SDC) group van de Wageningen Universiteit, HIVOS, Het Koninkliijk Instituut voor de Tropen (KIT) en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. LANDac is ontstaan als één van de Academies voor Internationale Samenwerking en wordt financieel ondersteund door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het doel van LANDac is om de verbindingen tussen wetenschappers, beleidsmakers en uitvoerders die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking te verbeteren en te versterken