De behandelkamer van Lucila Díaz is een vreemde verzameling van religieuze symbolen met compleet verschillende achtergronden. Op een kastje staat een zevenarmige kandelaar, daarachter hangt een poster met een duif met zonnestralen, typisch kitscherig zoals in katholiek Latijns-Amerika normaal is. Op tafel ligt een boek van de Dalai Lama onder de Bhagavad Ghita. “Het gaat allemaal over hetzelfde. De heilige vonk, die in iedereen huist.”
Wakker geschud
Tien jaar geleden had Lucila Díaz een ongeluk, waarbij ze werd aangereden door een bus op straat. Het was een klap waar ze lange tijd van moest herstellen. Vlak daarvoor was ze al gescheiden, en het bleek ook nog eens dat de verzekering niet uitbetaalde. Kortom, het werd niet bepaald het beste jaar van haar leven. Maar voor Díaz was dit het grote keerpunt. Of het door de klap tegen haar hoofd kwam of door de moeilijke periode die daarop volgde weet ze niet, maar ze zag alles ineens stukken helderder.
Ik was meer zijn bezit dan zijn vrouw. Ik probeerde constant aan zijn verwachtingen te voldoen
Als dochter van een lekenpriester uit de Presbyteriaanse beweging, een protestantse afsplitsing van het Christendom, groeide Díaz net als de meeste Colombianen op met het geloof als belangrijke leidraad voor haar leven. Het huwelijk was dan ook een logische volgende stap in haar leven. En zoals veel Colombiaanse vrouwen, liet ze zich de mond snoeren door haar man. Zijn mening was belangrijker dan de hare.
“Achteraf gezien was ik meer zijn bezit dan zijn vrouw”, vertelt Díaz tijdens een kop koffie in de keuken van haar huis in het arme zuiden van Bogotá. “Ik probeerde constant aan zijn verwachtingen te voldoen. Dat hoor ik nog steeds van vrouwen om me heen. Ze spreken hun meningen niet uit en doen alleen wat hij goedkeurt.”
Vrije liefde en de kerk
Díaz opende een genezingspraktijk, waarbij ze mensen helpt zichzelf te verzoenen met zichzelf. In de praktijk predikt ze een vrije vorm van liefde, wat haar niet altijd in dank wordt afgenomen door de kerk en haar vroegere vrienden. Desalniettemin gelooft ze dat het huwelijk zijn beste tijd gehad heeft, en dat mensen elkaar moeten liefhebben wanneer ze daar behoefte aan hebben. Voor sommige mensen kan dat betekenen dat ze kortstondige relaties hebben, voor anderen polygamie.
“Het huwelijk is een menselijk construct”, zegt Díaz. “Ik heb de Bijbel erop nageslagen. Nergens wordt een duidelijke beschrijving gegeven van het huwelijk. Intussen heeft de kerk zich er wel een duidelijke mening over gevormd, en dat is eigenlijk vreemd. Misschien ben ik over vijf jaar niet meer gelukkig met mijn vriend, en dan zou het onzin om bij hem te blijven. Een relatie gaat om jouw geluk.”
Nergens in de Bijbel staat er een duidelijke beschrijving van het huwelijk, terwijl de kerk er wel een duidelijke mening over heeft gevormd
Het machismo dat in de Latijns-Amerikaanse samenleving sterk aanwezig is, valt ook in de kerk te vinden. Mannen krijgen beter betaald en voorrang voor bepaalde functies. Alles bij elkaar reden voor Díaz om met andere ogen naar de rol van de kerk in de samenleving te kijken.
Foto: Eline van Nes
Maar dat betekent dat ze de religie achter zich heeft gelaten: in haar genezingspraktijk een vergelijking met de genezende hand van Jezus Christus. De taal van het geloof is nu eenmaal de taal zoals ze die geleerd heeft, en bovendien gelooft ze nog in God. Er zijn in haar ogen alleen veel Colombianen die zijn woord verkeerd vertalen.
De boodschap 'Heb je vijand lief' heeft Díaz ook nooit achter zich gelaten. Ze staat nog altijd achter het beleid van president Juan Manuel Santos, die het gesprek aan is gegaan met de guerrillagroep FARC in de hoop de burgeroorlog die al meer dan een halve eeuw in het land woedt tot een einde te brengen. In tegenstelling tot een steeds grotere groep Colombianen die tegen deze vredesgesprekken zijn, gelooft Díaz dat je ook de guerrilla moet liefhebben.
“Het is vreemd om het te beseffen, maar intussen zijn er complete generaties in het land zijn opgegroeid die nooit hebben ervaren hoe het is om in vrede te leven. Alleen liefde kan dat veranderen.”