Te mooi om weg te gooien
Dit voorjaar tijdens de vastenperiode ging ik voor tijdschrift Genoeg de uitdaging ‘Veertig dagen onverpakt’ aan. In zeven weken zou ik toewerken naar 100 procent verpakkingsvrij boodschappen doen. Het einddoel van zero waste bleek onhaalbaar, maar ik ontdekte dat ik met kleine veranderingen, en ook zonder verpakkingsvrije winkel, mijn verpakkingsafval tot de helft kon terugbrengen, en met iets meer moeite tot ongeveer een kwart.
Verpakkingen zorgen soms voor irritatie, merken ze bij het online Meldpunt Verpakkingen. De meeste klachten gaan over dubbele verpakkingen, plastic jasjes om komkommers en online bestellingen in belachelijk grote dozen. Zelf vond ik het vooral zonde om soms prachtige flacons en bakjes al na één keer weg te gooien. Al bloggend ontdekte ik hoe enorm het onderwerp leeft. Ik kreeg tientallen tips van mensen die al jaren hun eigen weckpotten en tupperwarebakjes meenemen naar de winkel.
De tijd is blijkbaar rijp voor een omslag, al gaat het soms nog met vallen en opstaan. In mei 2015 opende in Groningen de eerste verpakkingsvrije winkel van Nederland: Opgeweckt Noord. Kort daarna volgde Bag&Buy in Utrecht. Beide winkels sloten dit jaar de deuren door gebrek aan klandizie, maar in Leiden gaat Jeroen Schrama er met frisse moed tegenaan. Hij wil “rustig beginnen en pas als het aanslaat ietsje uitbreiden”. Zijn droom is een verpakkingsvrije winkel gecombineerd met stadslandbouw, zodat je “voedsel kunt plukken terwijl je wacht”. Eten uit de buurt ligt nu al in zijn winkel: meel van de molen en courgettes uit de schooltuinen. Schrama is niet zozeer een ondernemer als wel een idealist. Als mensen door zijn initiatief gaan nadenken over verpakkingsafval en zich minder laten leiden door gemakzucht, is hij tevreden.
In zes stappen naar minder verpakking
1. Ik begon mijn ‘veertig dagen onverpakt’ met het makkelijkste: eigen zakjes meenemen voor groenten en fruit. En bakjes voor wat je op de markt los kunt kopen, zoals noten en olijven. Je kunt lege verpakkingen opnieuw gebruiken, maar er zijn ook herbruikbare zakjes te koop, zoals de Take5nets of Re-Sacks.
2. Ik naaide zelf katoenen broodzakken en maakte een bijenwasdoek. Zo’n doek kun je gebruiken om kaas in mee te nemen en te bewaren. Op internet vind je allerlei DIY’s voor broodzakken en kaasdoeken. Ze zijn ook kant-en-klaar te koop in duurzame webshops.
3. Wist je dat er door heel Nederland boerderijen zijn met een melktap naast de koeienstal? Ik tapte er rauwe melk in zelf meegebrachte flessen. Google op ‘melktap’. Veel van deze melkvee- houders verkopen ook boter en eieren.
4. Weg met alle plastic flessen in badkamer en poetskast. Ik ontdekte de shampoobar, maakte deodorant met een recept van DeGroeneMeisjes.nl en brouwde SunSoda, een middeltje voor alle poetsklussen én voor de was.
5. Zelf soep, saus of koekjes maken scheelt veel. Voor ik begon hadden we een paar plastic koekverpakkingen in een week. Toen ik zelf ging bakken maar twee papieren zakken van bloem en suiker, en wat folie van de boter van de maand.
6. In de laatste week ging ik voor geheel verpakkingsloos. Dat kon alleen door onszelf te beperken. Lastig als je gewend bent dat elk gerecht wat je bedenkt, mogelijk is. Nu keek ik welke ingrediënten onverpakt te krijgen waren en bedacht daar een maaltijd bij.
Valkuilen
De eerste week van mijn ‘Veertig dagen onverpakt’ bewaarde ik alle verpakkingen, ook dozen, bakjes en flessen die we normaal gesproken gescheiden inleveren. Het was schrikken, want de vloer van de huiskamer lag vol. Mijn gezin wijkt daarmee niet af van het Nederlandse gemiddelde, want volgens Milieu Centraal openen we per persoon zeven verpakkingen per dag. Dat zijn er 49 per week, 196 voor een gezin van vier. Met alle Nederlanders samen gooiden we in 2013 1191 miljoen kilo papieren verpakkingen weg, 546 miljoen kilo glazen, 463 kilo plastic verpakkingen en 205 miljoen kilo blik. Het aantal verpakkingen neemt alleen maar toe door kleinere huishoudens en drukkere levens. We kopen voorgesneden groenten in een zakje, eenpersoonsmaaltijden in plastic bakken en los verpakte koeken voor onderweg.
Ook kwamen er strengere regels voor voedselveiligheid, waardoor in bijvoorbeeld verpleeghuizen geen potten jam meer op tafel komen, maar portieverpakkingen. De productie van al die extra verpakkingen kost grondstoffen en energie, het afval ervan moet opgeruimd worden. “Minderen is dus een goed idee, maar let op de valkuilen”, zegt Ingrid Aaldijk van Milieu Centraal. “Van de milieubelasting van ons voedsel komt maar 11 procent voor rekening van de verpakking, 15 procent voor rekening van het weggooien van voedsel en 74 procent voor rekening van de productie. Als je van een onverpakte komkommer een stuk moet weggooien, is dat schadelijker dan wanneer je een komkommer waar plastic voor de houdbaarheid omheen zat helemaal op eet.”
Ook het schoonmaken van verpakkingen die je hergebruikt, kan de winst volgens haar teniet doen: “Om een pot pindakaas schoon te krijgen heb je veel sop en heet water nodig. Je kunt je dan afvragen of je niet beter een nieuwe pot kunt kopen.” En nog zo’n instinker: met de auto naar de boer rijden voor onverpakte producten. Wil je afval verminderen, dan zijn dit Aaldijks belangrijkste tips, ook toepasbaar in een gewone supermarkt: vermijd onnodige verpakkingen, kies vooral bij houdbare producten voor grootverpakkingen, neem geen eenmalige tasjes aan en drink kraanwater. Heb je toch afval, lever het dan zoveel mogelijk gescheiden in. Handig daarvoor is de app Recyclemanager.
Koeien aaien
Wat ik veertig dagen deed, doet Helga Warmels al twee jaar. Het begon toen haar man een jeugdserie maakte in Hawaï en terugkwam met beelden van stranden vol plastic. “Troep die wij hebben weggegooid”. Om afval te minderen, begon ze onverpakte producten te kopen. Haar drie jongens wilden hun haargel niet missen, maar dat was het enige. “Mijn man besloot van cupjes Nespresso af te stappen en mijn zonen nemen inmiddels zelfs de tas met bakjes mee als ze een boodschap doen.”
Winkeliers zijn doorgaans welwillend, “maar zorg wel dat je bakjes brandschoon zijn”. De zaterdag heeft voor Warmels een ander ritme gekregen. Niet meer in één ruk door de supermarkt, maar op de fiets langs kleinere winkels waar ze snoep kan scheppen, vlees in een eigen bakje kan laten doen en los brood kan kopen. “Het kost tijd, maar je raakt veel meer geworteld in je omgeving.” Zelf bleef ik ook nog mijn vaste supermarkt bezoeken. Ze doen daar niet moeilijk over appels, brood of kaas in zelf meegebrachte verpakkingen. Maar de tocht langs lokale bedrijfjes was het allerleukst van mijn veertig dagen onverpakt: met de boer kletsen over weidevogelbeheer en de koe aaien die de melk levert.
Veel sympathie was er voor mijn ‘onverpakt’ uitdaging. Alleen de keurige mevrouw van de huishoudzaak bleef onverbiddelijk. Het schilmesje moest en zou in drie papiertjes, die ze voor de veiligheid stevig omwikkelde met plakband. “Hoeft echt niet hoor”, sputterde ik, maar als beginnend zero waster was ik kansloos.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand