Jarenlang werd de ‘Micro-entrepreneur’ gezien als hèt middel tegen de armoede. Deze eenpitters, vrouwen met een naaimachine of brommertaxi-chauffeurs, moesten met microkredieten ondersteund worden. Maar volgens een nieuw rapport van het ING Economisch Bureau groeien deze ondernemers zelden door tot het niveau dat ze ook banen gaan creëren. Financiële technologie (Fintech) moet oplossingen bieden, zegt ING-econoom Gerben Hieminga in gesprek met OneWorld.
OneWorld: Uw rapport begint met de constatering dat ‘men’ jarenlang onterecht gedacht heeft dat zelfstandig ondernemerschap en microkrediet wereldwijde armoede kan oplossen. Verklaart u het Microkrediet nu dood?
Hieminga: Nee dat zeker niet. Microkrediet heeft een goede impact gehad. Het waren eigenlijk de eerste financiële diensten gericht op arme mensen die helemaal door de markt tot stand zijn gekomen. Ik vind het nogal een prestatie dat microkrediet in 3 decennia 250 miljoen cliënten heeft weten te bereiken. Er vanuit gaande dat die mensen een gezin van 4 tot 5 mensen hebben, kom je uit op ruim een miljard mensen die bereikt zijn via microfinaciring.
U zegt dat deze mensen eigenlijk geen ondernemers zijn?
Inderdaad, zeker 90 procent van deze mensen heeft helemaal geen echte onderneming. Ze creëren geen banen voor anderen. Deze groep heeft een veel grotere behoefte aan een gewone baan, om op die manier inkomenszekerheid te creëren. Feitelijk heb je het hier over gedwongen ondernemerschap.
Mensen die omdat ze geen baan kunnen vinden maar voor zichzelf beginnen, dat klinkt bekend. Zijn dit de ZZP’ers van ontwikkelingslanden?
In zekere zin wel ja. In Nederland is niet iedere ZZP’er een goede ondernemer, veel mensen zouden liever een baan hebben en zijn noodgedwongen zo gaan werken. Dat geldt voor de allerarmsten ook. Wij hebben berekend dat maar maximaal 10 procent van hen echte ondernemersvaardigheden heeft, dat wil zeggen dat ze een levensvatbare onderneming opzetten en banen creëren. Dat het bedrijf groeit en bloeit. Die overige 90%, en dat zijn zo’n een miljard mensen, gedijt beter bij een baan. Daarvoor is in de ontwikkelingslanden een zeer sterke groei nodig van het MKB.
Dat is nogal een omslag in het denken…
Inderdaad. Waar voorheen veel focus op microkrediet lag, gaat het nu veel meer over MKB financiering. Maar dat vereist wel andere producten. Dus weg van de traditionele groepslening en naar individuele kredieten voor ondernemers. Dus geen leningen van 200 dollar, maar van 10 of 20 duizend, zodat ze echt kunnen investeren. Dat is een andere benadering. Wij hebben vooral gekeken wat de rol van financiële technologie, of fintech, daarin kan zijn.
Microfinaciering werd ook gezien als heel erg duur; ze vroegen tientallen procenten renten op leningen aan de allerarmsten.
De kosten voor microkrediet zijn inderdaad erg hoog; rentes liggen gemiddeld op 30 procent. Dat komt mede omdat het erg arbeidsintensief is. Fintech kan de kosten omlaag brengen. Het kan ons helpen om, los van het traditionele bankensysteem gebaseerd op dure bankkantoren, meer ondernemers te bereiken.
Kunt u een voorbeeld geven?
Bij bankieren is het heel belangrijk dat je weet wie wie is. In landen waar veel ondernemers in de informele sector zitten hebben ze vaak geen kredietbureaus of hebben miljoenen mensen zelfde achternaam. Daarvoor kan je mobiele technologie inzetten die werkt met een iris- of vingerscan. Ons rapport beschrijft het Aadhaar project in India. Daarmee is van 1.2 miljard mensen via biometrie de gegevens vastgelegd. Daarmee zijn allerlei toepassingen te bedenken. In termen van kosten betekent dat dat de ‘due diligence’ kosten gaan omlaag. Als je via biometrie betrouwbaar hebt kunnen vaststellen wie iemand is, moet je bepalen of die ondernemer kredietwaardig is. Ook daar brengt fintech nieuwe mogelijkheden. Een smartphone bijvoorbeeld weet alles van je: welke artikelen je leest op internet, of je een reguliere inkomensstroom hebt, welke spelletjes je speelt en tot welk level. Die informatie zegt heel veel over de persoonlijkheid en dat heeft voorspellende waarde over de betaalmoraal en kredietwaardigheid van de ondernemer. Doordat je zo een profiel krijgt, kan je veel makkelijker krediet krijgen van kapitaalverschaffers.
Credit scoring, wordt dit wel genoemd. Onlangs stopte Facebook juist met het gebruiken van haar gegevens voor deze doeleinden, uit privacy overwegingen.
Dat is jammer, want er is een wereld mee te winnen. Wat je ziet is dat mensen in de meer ontwikkelde landen, die al ruimschoots toegang hebben tot krediet, dit niet zien zitten. Alleen denk ik dat het privacy vraagstuk in ontwikkelingslanden veel minder een prioriteit is. Als je de keuze hebt tussen data verstrekken en dan opeens wel toegang krijgen tot financiering die je anders niet zou hebben, maak je een andere afweging. Het is wel belangrijk dat je gevoelige informatie goed afschermt en dat degene die zijn gegevens deelt zeggenschap houdt over het gebruik ervan.
Gaan bitcoins geld transfer bedrijven zoals Western Union wegvagen?
Zeker niet op korte termijn. Het dwingt hen wel om processen en dienstverlening te verbeteren. Internationale betalingen zijn nu erg kostbaarHet duurt soms ook dagen om een groot bedrag over te maken van het ene naar het andere land. Al die tijd zit de ondernemer in onzekerheid. Hij moet veel checks plegen om te kijken of de betaling is doorgekomen. De bitcoin zorgt voor een enorme efficientiewinst, hiermee kan zo’n betaling binnen seconden plaats vinden.
Maar dan moet je die digitale munt wel weer in echt geld om kunnen zetten.
Dat kan al. Je hebt al Bitpesa; een fintech bedrijf dat actief is in Afrikaanse landen zoals Uganda. Daar zet het dollar betalingen om in Bitcoin betalingen, die ter plaatse in Oegandese Shillingen kunnen worden uitgekeerd op de bankrekening van de ondernemer, of als hij die nog niet heeft, op zijn ‘mobile wallet’ via een samenwerking met de telecomoperator.
Wat tegenstrijdig lijkt aan uw rapport is dat u zegt dat al die ‘micro-entrepreneurs laag opgeleid zijn, maar tegelijkertijd wil u dat ze allemaal een baan zoeken. Hoe ziet u de volgens u benodigde 1.1 miljard banen tot stand komen?
Dat gebeurt zeker niet van vandaag op morgen. Toch is er een grote groei mogelijk, mede ingegeven door Fintech. Het McKinsey instituut stelt in een vorige maand verschenen studie dat door een toename aan financiële inclusiviteit, 6% meer groei te realiseren is in de periode tussen nu en 2025. Dat vertaalt zich in 95 miljoen banen. Hiermee is toch al een deel van de ambitie binnen afzienbare tijd realiseerbaar.
Alleen in theorie natuurlijk…
Ons eigen rapport focust zich op de individuele ondernemer, en hoe fintech zijn of haar onderneming kan helpen te groeien en banen te creëren.McKinsey heeft meer naar het globale plaatje gekeken. Door de technologie komt veel meer kapitaal beschikbaar voor kredietverlening aan het midden en kleinbedrijf. Beter toegang tot krediet stimuleert investeringen en export. Deze bedrijvigheid creëert op korte termijn banen voor de allerarmsten. Dat genereert de inkomensstabiliteit die ze nodig hebben. Op langere termijn kan daardoor de consumptie toenemen, wat weer extra vraag voor het bedrijfsleven genereert. Economische groei gaat zo hand in hand met een afname van de armoede.
Om verder te lezen of het rapport te downloaden klik dan hier.