Het is de weemoedigste, maar ook de vriendelijkste onder de bomen. Een soort, zoals een vriend van me opmerkte, waaraan je een jaar lang nooit denkt, en die dan ineens, in oktober, in al zijn onnadrukkelijke pracht opduikt. Een tikje verlegen, met zijn zacht-paarse bloesem. Een boom die zichzelf lijkt te willen verontschuldigen.
Ik heb het over de jacaranda. En mijn vriend heeft gelijk. Een acacia, zeker die met zijn gelige bast, dringt zich het hele jaar aan je op. Tussen het weelderige groen, bij de Keniaanse plaats Naivasha, in de buurt van het meer. Maar ook in Nairobi, de hoofdstad. En zo zijn er meer boomsoorten die zich elk moment laten gelden.
Niet de jacaranda. Je denkt niet aan hem, je rijdt of wandelt hem zomaar voorbij. Bestaat hij eigenlijk wel, telt hij wel mee? Ja dus. In Kenia zie je in oktober (elders in Afrika gelden andere bloeimaanden) hoeveel van deze bomen er nog zijn. Ook in Nairobi, nog altijd; ook te midden van het steeds meer overheersende beton van de grote stad. Met zijn fluisterende luister grijpt hij opeens je aandacht. En weet je dat je niet zonder hem kunt.
Zo reed ik de hele reis van boom tot boom
Een paar dagen geleden reed ik stapvoets over Gitanga Road, op weg naar een afspraak. Om de tijd in de eeuwige file zonder al te veel frustraties door te komen, bedacht ik voor mezelf een spel: de ‘jacaranda-ketting’. Als ik een bloeiende jacarandaboom zag, was het zaak om op het moment van passeren van die boom al een volgende bloeiende jacaranda te kunnen zien. Daarna de volgende. En zo door tot mijn bestemming.
Tot mijn vreugde bleek dat heel aardig te lukken. Slechts een paar keer werd mijn ketting ‘gebroken’, omdat ik bij de ene jacaranda de volgende nog niet kon zien. Maar het besef dat een steeds meer kaalgeslagen miljoenenstad als Nairobi, ooit ‘The Green City in the Sun’, nog zo veel jacaranda’s telt, vervulde me met onverwachte vreugde.
Er is nog hoop.
Dat laatste moet ook Ory Okolloh hebben gedacht. Deze Keniaanse vrouw, bekend als activiste, maar ook als iemand in de leiding van bedrijven als Google, bedacht op twitter de hashtag #JacarandaPropaganda. Zoals zijzelf, zo begonnen ook andere Kenianen foto’s van bloeiende jacaranda’s te tweeten. Zodat op dit sociale medium eveneens een ‘ketting’ ontstond.
Een ketting van schoonheid, maar ook van verzet
Een ketting van schoonheid, maar ook van verzet. Okolloh en anderen lieten zien dat de jacaranda meer is dan een boom. Hij is ook het symbool voor het verzet van de inwoner van grote steden in Afrika, die zich in alle plannen van zijn overheid nooit gehoord, nooit gekend voelt – en dan ineens, in die ene maand, laat weten: Wacht even, ik ben er ook nog; mij schuif je niet zomaar opzij.
Iets dergelijks zal ook verscholen gaan in het Keniaanse plan, onder meer van het Keniaanse Rode Kruis, om in november een nieuw wereldrecord te gaan vestigen. Als het aan de initiatiefnemers ligt, zullen dan namelijk binnen een uur vijf miljoen nieuwe bomen worden geplant. Wangari Maathai, de inmiddels overleden Keniaanse milieuactivist die de Nobelprijs voor de vrede won, zal er ongetwijfeld haar postume zegen aan geven.
En de jacaranda? Is hij zich hiervan bewust? Van weemoed tot verzet. Het kan raar lopen. Gelukkig maar.