Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Ik zeg vaak voor de grap dat ik carrière heb gemaakt door ruim twee jaar op H&M te zeiken. Reken het mij niet aan: zij zijn het die maar nieuwe aanleidingen blijven geven. Ondanks hun
greenwashed campagnes, arbeidsschandalen en vage productiedoelstellingen, vindt H&M altijd weer een manier om zichzelf in het duurzaamheidsgesprek op de voorgrond te stellen. En eerlijk gezegd ben ik het zat.
Neem nu dit exclusieve Vogue-interview, dat de nieuwe CEO van H&M, Helena Helmersson, in oktober gaf. Het trekt de duurzaamheidsdiscussie steeds weer richting H&M’s doelstelling om ‘tegen 2030 100 procent gerecyclede of anderszins duurzaam geproduceerde materialen te gebruiken, samen met het ambitieuze doel om tegen 2040 klimaatpositief (?) te zijn’. Het interview besteedt ook aandacht aan de ‘Conscious-collectie’ van H&M, ‘momenteel gemaakt van ten minste 50 procent duurzaam geproduceerde materialen’. Terwijl, zoals in hetzelfde artikel wordt aangestipt, ‘het merk momenteel geen specifieke details geeft over welke duurzame materialen een product bevat’.
Loze beloftes
De schrijver van het artikel prijst H&M als een transparant merk, verwijzend naar de transparantie-index van de duurzame club
Fashion Revolution, waarin H&M dit jaar de koppositie veroverde. Wat niet wordt vermeld, is dat H&M de score gebruikte om zichzelf te profileren als ‘
het meest transparante merk ter wereld’, wat enigszins misleidend is aangezien slechts 250 van de grootste modemerken en retailers ter wereld überhaupt werden beoordeeld. En laten we ook niet vergeten dat, hoewel transparantie een cruciale eerste stap is, het geen ethische of duurzame praktijken garandeert. Stront verpakt in een doorzichtige zak is nog steeds stront.
“
H&M creëert zélf een groot deel van de vraag naar hun producten, en moedigt overconsumptie dus juist aan
Ook over het onderwerp overproductie praat Helmersson heen. Ze zegt graag naar een volledig circulair model toe te willen, al heeft het bedrijf nog een lange weg te gaan. Ze wil de ‘groei en productie van kleding loskoppelen van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen’ en voegt eraan toe dat overproductie al wordt aangepakt. Daarvoor werkt de snelle modegigant bijvoorbeeld aan een methode om de vraag van klanten beter te voorspellen, en zo onnodige volumes te voorkomen. De rol die de marketing van H&M speelt bij het bevorderen van die vraag, wordt achterwege gelaten. Voor de goede orde: H&M creëert zélf een groot deel van de vraag naar hun producten, en moedigt die overconsumptie dus juist aan.
Als het gesprek aankomt op de kledingarbeiders, wordt het ronduit oppervlakkig en onoprecht. Uiteraard vermeldt H&M zijn fabrieksleveranciers op zijn website, maar daarbij wordt niets gezegd over het loon dat deze werknemers betaald krijgen. Helmersson prijst H&M’s Living Wage Initiative uit 2013, dat beloofde tegen 2018 maar liefst 850.000 kledingarbeiders in hun toeleveringsketen een leefbaar loon te betalen. Er zijn geen aanwijzingen dat deze belofte ooit is nagekomen.
Maar dat ligt natuurlijk niet aan H&M, maar aan de leveranciers. ‘We kunnen de lonen niet zelf bepalen, aangezien we afhankelijk zijn van leveranciers die de arbeiders in dienst hebben’, aldus Helmersson. De organisator van de vakbond, Andrew TS, is het daar niet mee eens: ‘Wat merken ook vragen, leveranciers doen het. Dit is een schaamteloze verhulling van hun opzettelijke uitbuiting.’
Wanpraktijken
In dezelfde maand waarin Vogue het interview publiceerde, kreeg H&M
een recordbrekende GDPR-boete1 wegens het illegaal surveilleren van werknemers in Duitsland. Het bedrijf moest maar liefst 35 miljoen euro betalen. Nog geen drie weken later werden
duizenden kledinglabels van H&M gedumpt en gedeeltelijk begraven in het Wetahirakanda Nature Reserve.
Deze maand lanceerde het merk een nieuw recyclingsysteem voor in de winkel. Maar zoals de Britse ethischemodejournalist Ruth MacGilp opmerkt, bereiken eenmalige circulariteitsprogramma’s heel weinig zonder ‘een aanzienlijke vermindering van het gebruik van hulpbronnen, en vooral: het verbeteren van de positie van gemarginaliseerde mensen in de volledige toeleveringsketen’.
“
Waarom bepaalt een van de zwaarste fast fashion-overtreders de duurzaamheidsagenda?
Bovenstaande voorbeelden zijn slechts enkele van de vele. Ik heb eerder al een
tienjarige tijdlijn samengesteld, gewijd aan de wanpraktijken van H&M. En ik blijf me afvragen: waarom heeft een van de zwaarste fast fashion-overtreders zo lang de duurzaamheidsagenda mogen bepalen?! Er zijn honderden merken die erin slagen een duurzaam beleid te voeren, maar het is H&M die steeds weer wordt genoemd als ‘duurzaamheidspionier’.
Applaus voor jezelf
Op de eerste virtuele Copenhagen Sustainable Fashion Summit van 2020, die vorige maand plaatsvond, mocht H&M-CEO Helmersson als pannellid aanschuiven. Ook daar sprak ze eindeloos over ‘circulariteit’ en nauwelijks over overproductie. De andere grote olifant in de kamer was het ontbreken van de stem van de kledingarbeiders zelf: bij de gesprekken was geen enkele arbeidsorganisatie of vakbond vertegenwoordigd. In plaats daarvan klopten fast fashion executives elkaar op de schouder voor het ‘
verdoezelen van industriële moord en de klimaatcrisis’. Bovendien werd het evenement gesponsord door Bestseller en Li+Fung, twee merken die nog altijd niet aan hun
#PayUp-plicht hebben voldaan. Waar is de verantwoording?
Om de schijn van verantwoording te wekken, presenteerde de modetop de eerste jaarlijkse update over het Fashion Pact – ‘een onwaarschijnlijke alliantie van modegiganten waarin Chanel, Hermès, Inditex en H&M een nieuwe reeks klimaatverplichtingen [zijn overeengekomen]’. Maar zelfregulering en zelfcontrole zijn geen effectieve verantwoordingsinstrumenten, betoogt
ook journalist Sarah Kent. Want hoewel ongeveer een derde van de ondertekenaars al 50 procent van hun energie uit hernieuwbare bronnen haalt, hebben maar weinige echte vooruitgang geboekt bij het verminderen van hun algehele ecologische voetafdruk. Wat we nodig hebben is industriebrede wetgeving.
De overtreder bepaalt
‘Praten over duurzaamheid is hol totdat modemerken hun werknemers betalen’, aldus de Britse schrijver
Ilana Winterstein namens de
Clean Clothes Campaign. Zij slaat wat mij betreft de spijker op zijn kop. Het is allemaal leuk en aardig dat H&M zich vage doelen stelt of dat de ondertekenaars van het Fashion Pact hun plastic afval willen verminderen, maar daardoor wordt aan een essentieel onderdeel van het probleem voorbijgegaan. Want duurzaamheid gaat niet alleen over het verminderen van vervuiling en afval. En het gaat niet alleen om de planeet. Het gaat ook (en misschien wel nog meer) over ménsen.
“
Wat verduurzaam je nou eigenlijk als je niets doet aan het welzijn van de mensen achter de kleren?
Duurzaamheid heeft een sociale betekenis omdat het de leefbaarheid van de planeet moet bevorderen, hetzij door biodiversiteit aan te moedigen, hetzij door de levensstandaard van kledingarbeiders te verbeteren. Want wat verduurzaam je nou eigenlijk als je niets doet aan het welzijn van de mensen achter de kleren?! Zolang we de overtreders het duurzaamheidsgesprek laten bepalen, blijft deze cruciale waarheid onbesproken.
Vertaald uit het Engels door Laura Weeda.