1. Ik ben gediscrimineerd op het internet
Hoewel discriminerende en haatdragende scheldkanonnades je om de oren vliegen op het internet, is het belangrijk om te onthouden: het mag niet. Twitter verbiedt expliciet racistische en seksistische opmerkingen, inclusief het opzettelijk gebruiken van de verkeerde voornaamwoorden bij trans personen. En Facebook en Instagram – die een moederbedrijf delen – verbieden het in hun gebruiksvoorwaarden onder meer om zwarte mensen met apen, moslims met varkens of joden met ratten vergelijken.
“Vorig jaar vervolgde het OM in totaal slechts 6 meldingen van discriminatie op internet
Een melding bij MiND indienen kan heel gemakkelijk via een webformulier. Over de afgelopen vijf jaar kwamen er jaarlijks gemiddeld zo’n 850 klachten bij het meldpunt binnen – de afgelopen twee jaar ging een derde daarvan over sociale media.
Als het om strafbare uitingen gaat, kan MiND aan de websitebeheerder vragen om de uitlating te verwijderen. Als die daar geen gehoor aan geeft, kan MiND je helpen met het opstellen van een aangifte. Het Openbaar Ministerie besluit vervolgens of het tot vervolging overgaat of niet. Dat gebeurt echter niet vaak: vorig jaar zijn door het Openbaar Ministerie in totaal slechts zes meldingen van discriminatie op het internet vervolgd, in 2018 ging het nog om veertien gevallen.
2. Ik ben gediscrimineerd op het werk, op mijn opleiding of als consument
Koorndijk deed daarop niet alleen aangifte, maar diende ook een klacht in bij het College voor de Rechten van de Mens. Dat kan bij discriminatie op de arbeidsmarkt, op de werkvloer, in het onderwijs of in een situatie waarin je consument bent. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het feit dat je niet voor een traineeship in aanmerking komt vanwege je hoofddoek, of als een positie aan je voorbijgaat omdat je zwanger bent. Het College greep ook in toen een rolstoelgebruiker vanwege zijn beperking geen gebruik kon maken van een Haagse stadsbus.
“Jij zult eerst zelf moeten bewijzen dat je met discriminatie te maken hebt gehad
Ook dient zich in veel gevallen een bewijsprobleem aan. Koorndijk had ‘geluk’: hij werd door een vergissing van de werkgever direct geconfronteerd met diens racistische uitlatingen. De bewijslast ligt namelijk bij degene die gediscrimineerd wórdt; jij zult eerst zelf moeten bewijzen dat je met discriminatie te maken hebt gehad. Op de website van het College is wel handig uiteengezet op basis waarvan je je klacht kunt indienen, en aan welke voorwaarden dan moet worden voldaan om rechtens van ‘discriminatie’ te kunnen spreken. Dat lost het bewijsprobleem ietsje op.
Het College kan geen straffen opleggen. Wel oordeelt het College over de vraag of de wet is overtreden. Zulke oordelen zijn openbaar toegankelijk: in dat geval blijft jouw naam wel achterwege, in tegenstelling tot de naam van de organisatie. Zulke naming and shaming is onwenselijk voor een organisatie en kan leiden tot beleidswijzigingen. Ook weegt het oordeel van het College mee als je naar de rechter gaat, bijvoorbeeld om schadevergoeding te eisen. Dat kan je een aanzienlijk voordeel opleveren.
3. Ik ben gediscrimineerd door de overheid
“Als de hoogste Nederlandse rechter je in het ongelijk stelt, kun je naar het Europees Hof
Als je denkt dat een van je rechten uit het EVRM worden geschonden, kun je als eerste naar de Nederlandse rechter stappen. Pas als je door de hoogste Nederlandse rechter in het ongelijk bent gesteld, kun je naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg.
In gevallen van racisme of seksisme kun je ook, per mail of brief, een individuele klacht indienen bij het door de Verenigde Naties opgerichte Committee on the Elimination of Racial Discrimination, respectievelijk Committee on the Elimination of Discrimination Against Women. Zo’n commissie kan suggesties of aanbevelingen doen, bijvoorbeeld op overheidsbeleid. Zo’n klacht is bijvoorbeeld in 2015 ingediend over Zwarte Piet, waarna de Verenigde Naties de figuur bekritiseerden.
4. Ik ben slachtoffer van haatzaaien, groepsbelediging, strafbare belediging of strafbare uitsluiting
Maar met de zaak van Gargard heeft het Openbaar Ministerie ook een signaal willen afgeven: discriminatie is nog altijd strafbaar. De rechter vond dat signaal nog niet ver genoeg gaan en heeft justitie op de vingers getikt: slechts tweehonderd reacties waren onderzocht, terwijl er mogelijk nog veel meer strafbaar waren. Het OM had ook de rest moeten onderzoeken.
5. Ik ben anderszins gediscrimineerd door een individu, organisatie of de overheid
“Bij de regionale voorziening blijft je melding anoniem
Bovenal hebben deze voorzieningen een belangrijke signaleerfunctie. Op basis van het door de bureaus geregistreerde aantal meldingen rapporteert de Monitor bijvoorbeeld hoe het ervoor staat met discriminatie op de arbeidsmarkt. Op de lange termijn zorgen meldingen bij deze bureaus ervoor dat discriminatie op de politieke agenda blijft staan.