Op 21 maart 1960 schoot de politie in Zuid-Afrika op een groep demonstranten die vreedzaam tegen apartheid protesteerden. De demonstratie veranderde daardoor in een bloedbad. Naar aanleiding hiervan riep de VN 21 maart uit tot de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie. Het antiracismeprotest werd georganiseerd in het kader van deze dag.
De Dam in Amsterdam staat vol met mensen uit alle bevolkingsgroepen van Nederland. Het publiek is veelzijdig; moslims, joden, christenen, atheïsten, socialisten, feministen, klimaatactivisten, LGBTQI’ers en vluchtelingen staan zij aan zij om hun stem te laten horen tegen elke vorm van discriminatie en haatzaaiing. Mustapha Ayranci spreekt de demonstranten toe namens het Comité 21 maart, de organisator van het protest: “Wij zien onze verschillen als rijkdom en willen een wereld zonder oorlog en uitbuiting. Zonder racisme, discriminatie en radicalisme.”
Na Ayranci volgen sprekers Sandra Doevenans en Osmaan Yoonis. Doevenans spreekt zich uit tegen “het hoofddoekenverbod” van het Europees hof van Justitie en Yoonis pleit voor een menselijker vluchtelingenbeleid. Namens het vluchtelingencollectief We Are Here, spreekt hij de demonstranten toe: “Doe normaal of ga weg, is een uitspraak die Rutte onlangs nog deed. Is het normaal dat vluchtelingen jaren moeten wachten in onzekerheid?” De actievoerders vinden duidelijk van niet.
Met die boodschap in gedachten, vertrekken ze naar de Dokwerker op het Jonas Daniël Meijerplein. Drie demonstranten maken nog snel hun bord af voordat de tocht door de stad begint. Onder luid kabaal van trommels en fluitjes van de drumband die voorop loopt, beweegt het protest zich door de straten.
Al schreeuwend trekken de actievoerders de aandacht van de inwoners van Amsterdam. Terwijl ze hun spandoeken stevig vasthouden, roepen ze leuzen als “Samen vechten voor gelijke rechten” en “Geen man, geen vrouw, geen mens is illegaal.” Omstanders hangen uit de ramen of blijven staan om te kijken wat er gebeurt.
“Het is hypocriet dat we bepaalde bevolkingsgroepen uitsluiten
Zelf heeft Roustayar regelmatig te maken met racistische opmerkingen. “Ik ben heel vaak terug naar mijn eigen land ‘gestuurd’. Op school moest ik me constant bewijzen als ‘allochtoon’ en heb ik moeten vechten om uiteindelijk op de universiteit te kunnen komen.” Om een einde te maken aan racisme, moet volgens Roustayar de multiculturele samenleving meer omarmd worden. “Het is hypocriet dat de supermarkten vol staan met exotisch eten uit alle continenten van de wereld. Dat we het prachtig vinden om naar het buitenland te reizen en het eten heerlijk vinden, maar dat we bepaalde bevolkingsgroepen toch uitsluiten.”
Na een wandeling van ruim een half uur, komen de demonstranten aan bij het Jonas Daniël Meijerplein, waar de volgende sprekers hen alweer op staan te wachten. Onder hen Simone Kukenheim, wethouder van Amsterdam. “Vandaag de dag vindt nog steeds discriminatie plaats. Kijk bijvoorbeeld naar de arbeidsmarkt, waar sommige jongeren geen stageplaats kunnen krijgen vanwege een spannende achternaam of een donkere kleur. Dit is een van de redenen dat we hier vandaag staan.”
Wethouder Kukenheim sprak bij de manifestatie ‘Sta op Tegen Racisme en Discriminatie’, bij de Dokwerker. Ondanks #slechtweer flinke opkomst. pic.twitter.com/BTFHLn1pvY
— Gemeente Amsterdam (@AmsterdamNL) 18 maart 2017
Alie Hoek woont op het platteland en heeft in haar dagelijks leven niets met racisme te maken. Toch besloot ze naar het protest te komen. “Ik kom op voor vrijheid van iedereen in Nederland. Je wil een beetje met de samenleving meeleven toch?” Om racisme tegen te gaan, heeft Nederland volgens Hoek meer acceptatie en empathie voor anderen nodig. “Daarom is het goed om naar dit soort protesten te komen, ook als je op het platteland woont.”
“Racisme won de verkiezingen
Simons kijkt met gemengde gevoelens naar het protest. “Ik ben blij dat er zoveel mensen op af komen, maar ik vind het jammer dat het nog nodig is. We zijn bijna immuun geworden voor racisme en discriminatie. Kijk bijvoorbeeld naar sociale media, waar mensen zich schaamteloos kunnen uiten omdat er nauwelijks tegenreactie op komt.” Om racisme en discriminatie te stoppen, is volgens Simons moed nodig. “Moed om er tegenin te gaan. Zo’n protest helpt daarbij, want het creëert bewustzijn en saamhorigheid. Dat maakt het makkelijker om de strijd vol te houden en geeft mensen het idee dat ze niet alleen zijn.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand