In 2014 trok Greenpeace voor het eerst aan de bel bij de tuincentra: tuingroen bleek boordevol bestrijdingsmiddelen te zitten. Drie jaar later is het gebruik van schadelijke stoffen bij de plantenteelt verminderd, maar de resultaten zijn nog altijd verontrustend.
Stille ramp: de insecten verdwijnen
Uit onderzoek blijkt dat de hoeveelheid insecten in de laatste twintig jaar drastisch is gedaald. Dat komt deels door bestrijdingsmiddelen: er wordt tegenwoordig gif gebruikt dat het oriëntatievermogen van insecten kan aantasten en daarmee hun overlevingskansen zeer klein maakt. Lees meer.
De natuur- en milieuorganisatie onderzocht tuinplanten van vier grote ketens van tuincentra in Nederland: Intratuin, GroenRijk, Welkoop/Boerenbond en Life & Garden. In totaal werden 84 planten getest die zowel populair zijn bij consumenten als bij hommels en bijen. Een laboratorium testte de planten op 300 bestrijdingsmiddelen. Het resultaat: op 81 van de in totaal 84 planten werden resten van bestrijdingsmiddelen gevonden.
Een van de schokkende conclusies is dat er bij 58 gevallen sprake was van een stof die verboden is in Nederland of de Europese Unie. De rhododendron, de skimia en de klokjesbloem bevatten gemiddeld de meeste pesticiden die zeer giftig zijn voor bijen.
Dat het niet goed gaat met de bijen, hommels en andere bestuivers, is al langer bekend. Oorzaken zijn bijenziektes, gebrek aan bloemen op het platteland en het gebruik van pesticiden.
Toch is er volgens Greenpeace wel reden voor enig optimisme. Naar aanleiding van het eerder gepubliceerde onderzoek in 2014 beloofde de tuinbranche beterschap. Uit de onderzoeksresultaten nu blijkt dat er aanzienlijk minder schadelijke stoffen zijn gebruikt.
Meer weten? Vanavond worden de resultaten van het onderzoek besproken in het televisieprogramma Groen Licht (NPO2, 19:20 uur).