Zestienduizend burgers die op dezelfde dag hun wijk in de Iraakse stad Mosul verlaten, op de vlucht geslagen voor het gruwelbewind van ISIS en de verschrikkingen van bommen en granaten. Ze voegen zich bij ruim 700.000 andere ontheemden, van wie er al 325.000 onderdak vonden in speciaal voor hen ingerichte kampen buiten de stad. Tentenkampen, opgezet op braakliggende grond, waar de slangen en de schorpioenen zich niet laten verdrijven, tot wanhoop van de nieuwe bewoners.
Het giftige ongedierte is nog het minste probleem. Want de tentenkampen zijn opgezet als tijdelijk onderkomen, om mensen veiligheid en onderdak te bieden totdat ze weer naar huis kunnen – maar hoeveel kunnen er werkelijk terug naar hun kapotgeschoten en platgebombardeerde wijken? Naar hun huis dat in het beste geval geen ramen meer heeft en leeggeplunderd is, maar waarschijnlijk totaal is weggevaagd? Van West-Mosul ligt volgens sommige schattingen immers tachtig procent in puin.
Wie geld heeft knapt zijn huis op en keert terug. Wie niets heeft, blijft in het kamp
De strijd tegen ISIS heeft veel burgers niet alleen beroofd van huis en haard, maar ook van een inkomstenbron, dus hoe kunnen ze zich redden, anders dan in een kamp waar voor hen wordt gezorgd?
Onlangs sprak ik een Duitser die als kind de Tweede Wereldoorlog had meegemaakt. Hij vertelde dat zijn ouders na de oorlog jarenlang grote moeite hadden om hun kinderen te voeden en tegelijkertijd hun zwaar beschadigde huis te repareren en leefbaar te maken. Maar ze deden het, en hij was daar trots op. Het had hem gevormd. Voor zijn ouders waren er geen tentenkampen, waar ze afhankelijk werden van hulp en hun initiatief langzaam verdween in de verveling van het nietsdoen. Zij werkten aan het herbouwen van hun woning, en daarmee aan de wederopbouw van hun stad en land. Uit de as van de oorlog groeide een modern, succesvol Duitsland.
Kort daarna was ik in Falluja en Tikrit, die respectievelijk één en twee jaar geleden van ISIS bevrijd werden. Er ligt nog steeds veel in puin, want Bagdad stuurt geen geld. Alleen de mensen die wat spaarcenten hebben, knappen hun huizen op en keren terug. Wie niets heeft, blijft in het kamp.
Daarom is een van de eerste problemen die in Mosul moeten worden opgelost, dat van de ontheemden. Veel burgers hebben inmiddels onderdak gevonden bij (vaak verre) familie elders in de stad, maar ook de honderdduizenden die nog in de kampen zitten, moeten zo snel mogelijk uit de tenten en terug naar hun stad.
In plaats van te investeren in meer tentenkampen zouden ze moeten bevorderen dat burgers in hun eigen stad kunnen werken aan de wederopbouw
Dat is wat ze zelf ook het liefst willen. Daarom zou de discussie vooral moeten gaan over hoe je dat stimuleert. Hebben ze iets aan de vluchtelingenunits die IKEA ontwierp en produceert? Is het zinnig de vele lege overheidsgebouwen, die makkelijk te herstellen zijn, geschikt te maken voor bewoning? Kun je simpele cabines in de parken plaatsen, of op de grote lege ruimtes tussen de wijken in Oost-Mosul?
In plaats van te investeren in meer tentenkampen zou de internationale gemeenschap moeten bevorderen dat burgers in hun eigen stad kunnen werken aan de wederopbouw van hun huis, hun wijk en hun stad.
Voor Duitsland werd het Marshallplan ontwikkeld, waardoor de Duitsers onder strikte afspraken Amerikaanse hulp kregen bij de wederopbouw – zelfs al had een deel van de bevolking Hitler en zijn vernietigende beleid gesteund. Iets dergelijks is nodig voor Mosul, waar naar schatting eenvijfde van de bevolking ISIS steunde en hielp hun beleid te vestigen en uit te breiden.
Zodoende verdelen wantrouwen en angst de stad, en worden gezinnen waarvan een man, vader, broer of zoon bij de groep zat, geweerd. Door hen te laten meewerken aan de wederopbouw, in combinatie met een rehabilitatieprogramma – zoals dat in Duitsland bestond voor Nazi-aanhangers – kunnen ze weer onderdeel worden van de samenleving. En kunnen nieuwe conflicten in de kiem worden gesmoord.
Marshall leeft allang niet meer, en een vergelijkbaar programma is voor Mosul een onhaalbare droom. Maar als hulporganisaties kampen sluiten, hun hulp verleggen en voortaan burgers opvangen in hun geliefde stad, als overheden de handen ineenslaan, en als de internationale samenleving bijdraagt via hulpacties zoals er voor Afrika, Aleppo en aardbevingsgebieden zijn geweest – dan kan Mosul herbouwd worden tot de parel van Irak die het was. En daarmee als voorbeeld dienen voor andere steden die slachtoffer werden van ISIS.