Ik ben in Genève als van alle kanten het nieuws komt dat de tweede formatiepoging met GroenLinks is mislukt. De vraag die velen stellen: is het terecht dat Jesse Klaver zijn poot stijf houdt? Ondertussen debatteert de OHCHR – de mensenrechtenraad van de VN – in Genève met Speciaal Rapporteur Sheila Keetaruth, die verslag doet over de Eritrese vluchtelingensituatie. De Eritreeërs vormen een substantieel deel van de Noord-Afrikaanse vluchtelingen. Nederland beklemtoont dat invloed van de Eritrese machtshebbers in de diaspora onaanvaardbaar is, wanneer die met dwang gepaard gaat. De Nederlandse stellingname is goed onderbouwd en zoemt rond in de wandelgangen van het Palais de Nation in Genève, waar 66 jaar geleden het vluchtelingenverdrag werd onderhandeld.
Mensenhandel
Volgens de registratiecijfers ontvluchten nog steeds bijzonder veel Eritreeërs hun land. Diplomaten in Eritrea geven aan dat de situatie er niet is verbeterd, eerder verder verslechterd. Maar wanneer er maandelijks nog steeds 5000 mensen Eritrea ontvluchten, is de hamvraag: waar zijn al die mensen? Ze komen namelijk niet naar Europa. Het aantal Eritrese vluchtelingen dat Europa bereikte, is nu de helft minder dan in dezelfde periode een jaar geleden. Dus waar zijn de vluchtelingen gebleven?
Het antwoord is grootschalige mensenhandel en afpersing.
Duizenden vluchtelingen worden onder vreselijke omstandigheden vastgehouden in detentiecentra in Libië en Soedan. Ze worden er afgeperst. Ze moeten bedelen om losgeld te kunnen betalen. Hebben ze zichzelf eenmaal vrijgekocht, dan zoeken ze via mensenhandelaars een veilig heenkomen. Betalen ze niet, dan dreigt deportatie naar Eritrea.
Honderden, mogelijk duizenden, vluchtelingen zijn de afgelopen maanden naar Eritrea gedeporteerd. En dat is ernstig. Want volgens de VN maakt Eritrea zich al sinds 1991 schuldig aan talloze misdaden tegen de menselijkheid. Naar schatting leeft 90% van de bevolking in een systeem van nationale slavernij (dat eufemistisch nationale ‘dienstplicht’ wordt genoemd). Velen verdwijnen in gevangenissen in mensonwaardige omstandigheden waar op grote schaal gemarteld wordt.
Waar zijn de vluchtelingen gebleven?
Hulpovereenkomsten
Europa heeft sinds een paar jaar een hulpovereenkomst met Soedan om migratie tegen te gaan. Het gevolg was onder meer dat de Janjaweed, die eerder huishielden in Darfur, nu werden ingezet om vluchtelingen op te pakken, waarna deze in detentiecentra verdwenen.
Europa heeft sinds kort ook een nieuwe hulpovereenkomst met Eritrea om migratie tegen te gaan. Hilarisch en tragisch tegelijkertijd: want de mensenhandel in Noord-Afrika is opgezet door Eritreeërs, die de handel in het hele Noord-Afrikaanse gebied beheersen. Dit gebeurt in goede samenwerking met militairen en hoge officieren in Libië, Egypte en Soedan.
Averechts beleid
Europa probeert tot slot Soedan te helpen door de grensbewaking daar te verscherpen. Dat beleid zou lachwekkend zijn, als het niet ook zo tragisch was. De mensenhandel begint immers al bij de Eritrees-Soedanese grens: de organisators van diezelfde mensenhandel zijn de Eritrese en Soedanese militairen, de grensbewakers, die daar onder een hoedje spelen.
Europa beloont kortom exact (en steeds efficiënter) de mensen die flink aan mensenhandel verdienen. Averechts beleid, dat voortkomt uit onwetendheid over de oorzaken van de vluchtelingencrisis. De lokale machthebbers verdienen grof geld met mensenhandel. Die machthebbers worden vervolgens via hulpovereenkomsten beloond. Dit is een corrupte en neerwaartse spiraal die door grote naïviteit is ingegeven.
Realistisch beleid
In Genève liet Nederland zien dat een goed onderbouwde positie een groot verschil kan maken. Handhaven van de Nederlandse rechtstaat moet voorop staan. Dat betekent vol inzetten op de verworvenheden van het vluchtelingenverdrag. Daarbij kunnen de volgende uitgangspunten dienen voor een realistisch beleid in Noord-Afrika:
- Opvang in de regio, mits veiligheid wordt gegarandeerd, mensenhandel en gijzeling worden aangepakt, en refoulement (gedwongen terugkeer) wordt gestopt; dit alles onder internationaal toezicht;
- De bron van de mensenhandel wordt aangepakt en er wordt ingezet op vervolging van de top van de mensenhandel organisaties. Er moet een internationaal juridisch tribunaal komen om mensenhandelaars te berechten;
- De uitgangspunten van het vluchtelingenverdrag blijven recht overeind staan. Dat betekent dat vluchtelingen altijd een asielaanvraag mogen doen bij ambassades of in de kampen;
- Een goede verdeling van de vluchtelingen, waarbij ook Nederland haar aandeel opneemt en streeft naar herverdeling van vluchtelingen binnen Europa uit landen die de eerste opvang doen;
- Ontwikkelingshulp inzetten om de opvang in de regio daadwerkelijk te versterken en te streven naar grotere internationale bereidheid tot acceptabele opvang in de regio, waarbij ook het recht op scholing, gezondheidszorg en werk betekenis krijgen.
De Nederlandse kiezer mag een realistische aanpak verlangen
Formatieplannen
De idealisten in de kabinetsformatie doen het voorkomen alsof allang aan deze voorwaarden is voldaan. Dit is niet correct. Het idealistisch streven naar opvang in de regio is hooguit een antwoord op het in Nederland levende gevoel dat het vluchtelingenprobleem een nieuwe aanpak behoeft. Maar de realiteit gebiedt dat we inzien dat aan de voorwaarden van opvang in de regio op geen enkele wijze wordt voldaan. De voorstellen van de formateur boden daar geen enkele garantie voor.
Onder deze omstandigheden was het realistisch en volkomen juist dat Jesse Klaver deze formatieplannen afschilderde als ‘overmatig idealistisch’. De Nederlandse kiezer mag een realistische aanpak verlangen. En die kan niet zonder een grondige analyse van het vluchtelingenprobleem in Noord-Afrika en het aanpakken van de mensenhandel.