Een van de belangrijkste manieren waarop de Nederlandse overheid de exporteurs ondersteunt is door het aanbieden van zogenaamde exportkredietverzekeringen. Het zijn verzekeringen voor projecten die te riskant zijn voor commerciële verzekeraars. Atradius Dutch State Business biedt deze verzekeringen namens de overheid aan. Met zo’n verzekering op zak is het voor de exporteur minder riskant een groot project te steunen – denk aan het baggeren van een kanaal in Egypte, waarover OneWorld eerder schreef. De Nederlandse overheid staat namelijk garant als de opdrachtgever (vaak een buitenlandse overheid) niet betaalt. Daardoor kan de exporteur makkelijker leningen bij banken afsluiten.
Olie- en gasindustrie
Belangenorganisatie Both ENDS volgt de Nederlandse exportkredietverzekeringen nauwgezet en komt nu met een nieuw rapport. Hieruit blijkt dat een groot deel van het bedrag waarvoor de Nederlandse Staat tussen 2012 en 2015 garant stond voor projecten in de fossiele brandstoffensector was. Het ging om 7,3 miljard euro, oftewel tweederde van het totale bedrag waarvoor de overheid in die periode garant stond. Het betekent niet dat zoveel geld is uitgegeven aan die projecten (de Staat betaalt alleen uit als de opdrachtgever in gebreke blijft en zelfs dan kan de Staat via verschillende wegen het geld terugkrijgen), maar het is wel een belangrijke vorm van staatssteun aan de Nederlandse exporteurs. Bovendien verdient de Staat ook aan deze verzekeringen, want de bedrijven betalen een premie.
Het grootste deel van de verzekeringen die binnen de fossiele brandstoffensector afgesloten werden, gingen naar baggeraars, schepenbouwers en andere maritieme bedrijven die in de supply chain van de olie- en gasindustrie werken (bijvoorbeeld door het bouwen van schepen die pijpleidingen aanleggen). Slechts 1 procent van het verzekerde bedrag in die periode ging naar projecten op het gebied van hernieuwbare energie.
Klimaatafspraken
Dat de verzekeringen voor zo’n groot deel in de fossiele brandstoffensector afgesloten worden, gaat in tegen de klimaatafspraken die in 2015 in Parijs zijn gemaakt, zegt Both ENDS. In Parijs legde de Nederlandse overheid vast dat het z’n best zou doen de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken. In 2016 nam de Tweede Kamer een motie aan die de regering opriep met financiële instellingen af te spreken hoe zij zouden bijdragen aan de Parijs-afspraken. Daar zou ook Atradius Dutch State Business onder moeten vallen, vindt Both ENDS. Het roept de overheid op vanaf 2020 geen verzekeringen meer te geven aan projecten die met fossiele brandstoffen te maken hebben en een ambitieus doel te stellen voor het aantal projecten in hernieuwbare energie dat ze verzekert. “De overgang naar een klimaatneutrale economie moeten we ook in ons handels- en investeringsbeleid serieus gaan nemen”, zegt auteur van het rapport Niels Hazekamp in een persbericht. “Omdat dat een langdurig proces zal zijn waarin rekening gehouden moet worden met een heleboel factoren, zoals bijvoorbeeld werknemers in de fossiele industrie, moeten we er zo snel mogelijk mee beginnen.”
Foto: (CC)