Het gaat om families van wie een man – de echtgenoot, zoon, broer of vader, of soms nog verder weg: een oom of neef – zich heeft aangesloten bij de islamitische groep. Soms deed hij dat ondanks verzet van zijn familie. Af en toe nam zo’n man zelfs wraak op kritische familieleden; er zijn gevallen bekend van ISIS-leden die naar huis terugkeerden om hun vader of broer te doden.
Tegelijkertijd profiteerden families van het lidmaatschap van hun verwant; van het inkomen dat hij ontving, het huis dat ze in Mosul kregen toegewezen, de voorrang die ze in ziekenhuizen kregen, en, toen er na de omcirkeling van het Iraakse leger schaarste ontstond, ook van de ISIS-voedselvoorraden.
Het Iraakse leger heeft veel van de vaders, zonen en broers van ISIS-aanhangers opgepakt omdat zij wellicht met het ISIS-virus zijn besmet, of mogelijk informatie hebben die in de strijd tegen de groep van pas kan komen. Deze familieleden zitten vaak vast in overvolle, informele gevangenissen – zonder aanklacht en zonder juridische bijstand.
En dan zijn er de vrouwen die door hun ouders of broers gedwongen werden tot een huwelijk met een ISIS-strijder, omdat de familie geld nodig had. Of de vrouwen die meededen aan de zogenoemde Jihad al-Nikah – de heilige strijd door een jihadi te trouwen – en die na de dood van hun man als troostmeisje aan zijn vrienden zijn doorgegeven.
(On)schuldig
Deze mensen worden om totaal verschillende redenen geassocieerd met ISIS, en zijn nu collectief schuldig verklaard. Bewijs speelt geen rol, een beschuldiging van buren kan al tot arrestatie leiden, waarna ze in een rechtsvacuüm terechtkomen. In de Iraakse stad Qayyara gaan burgers zelfs naar de huizen van ISIS-gezinnen en eisen dat zij de stad verlaten. Soms volstaat een verdenking om door een overenthousiaste of wraakzuchtige militair, politieman of militielid te worden afgemaakt, zoals blijkt uit de vondst langs de kant van de weg van lijken met handboeien en blinddoek nog om.
Kun je het Irakezen die door ISIS alles verloren – geliefden, huis, geld, werk – kwalijk nemen dat zij die ISIS-gezinnen verantwoordelijk houden? Ze hebben niemand anders die ze kunnen aanspreken. De echte schuldigen zijn omgekomen in de strijd of allang naar Syrië gevlucht. Maar terecht is het niet, en voor de toekomst van Irak is het rampzalig.
Soms volstaat een verdenking om door een overenthousiaste of wraakzuchtige militair, politieman of militielid te worden afgemaakt
De ISIS-gezinnen zijn de leprozen van Irak. Ze worden door iedereen met de nek aangekeken. Ze mogen niet terug naar hun eigen huizen, en ze worden afgezonderd gehouden van de rest van de wereld. Om hen te beschermen tegen wraak, maar vooral omdat ze het stempel ‘ISIS’ dragen.
Wanneer je mensen – die soms zelf slachtoffer zijn – op deze manier isoleert, schep je frustratie en woede. Erger: de jongeren die opgroeiden in een milieu vol ISIS-propaganda, krijgen zo geen tegenwicht. Met het slachtoffergevoel en de machteloze woede als voedingsbodem is de kans levensgroot dat zij elkaar opstoken en zich mogelijk zelfs ontwikkelen tot ISIS 2.0.
Meededogen
Wat Irak nodig heeft, is buiten recht ook mededogen. Het zal moeilijk zijn om mensen die een relatie hadden met de moordenaars en misdadigers van ISIS, een plaats in je midden te gunnen. Dat lukt alleen als rechters de moed vinden om zich uit te spreken over hun schuld of onschuld. Irakezen moeten zich realiseren dat je niet een hele groep schuldig kunt verklaren aan iets dat iemand in hun familie heeft gedaan – dat ze daarmee een historische fout maken.
Oog om oog, tand om tand – het bestaat nog overal in Irak. In de Iraakse geschiedenis zijn familieleden van de verliezers van een conflict herhaaldelijk met een nieuwe naam in een nieuwe omgeving ondergedoken. Ditmaal gaat het niet om een paar mensen, maar om duizenden.
Ditmaal gaat het niet om een paar mensen, maar om duizenden
Rechtspreken en rechtdoen is niet de sterkste kant van de Iraakse machthebbers. Daarom moet de wereld, die betrokken was bij het verjagen van ISIS, er nog even bijblijven. Ervoor zorgen dat er een systeem wordt ontwikkeld dat ISIS-verwanten de kans geeft hun onschuld te bewijzen en terug te keren in de samenleving. Dat voorziet in een programma om de ISIS-indoctrinatie, vooral bij de jeugd, teniet te doen.
Dat is niet alleen in het belang van Irak, en straks voor Syrië als ISIS daar verjaagd is, maar voor iedereen, inclusief het Westen. Want als we de cirkel van extremisme en terrorisme niet doorbreken, is militair ingrijpen over een paar jaar opnieuw noodzakelijk. Om maar niet te spreken over het gevaar van dat extremisme voor onszelf.