Zola Can en Zara Toksöz laten met persoonlijke verhalen de verscheidenheid aan groepen mensen binnen de Turkse samenleving zien. Dit artikel is onderdeel van het project ‘De verloren verhalen van Turkije’. Lees hier meer:
Ze zullen je beroven
“Mijn ouders waren jong toen de genocide plaatsvond. Op aandringen van mijn oma vluchtte mijn vader, toen nog geen zestien, samen met zijn jongere broertje. Onderweg verloren ze elkaar uit het oog. Via Iran en Irak bereikte mijn vader Aleppo in Syrië. Hij kwam terug toen het weer wat veiliger was. Mijn moeder heeft als enige van haar familie de genocide overleefd. Ze kwam bij mijn oma in huis. Ze was dertien jaar en wilde het liefst zo snel mogelijk terug naar haar eigen dorp, ze wilde het land van de familie en hun dieren terugeisen. ‘Het is mijn recht’, vond ze. Mijn vader overtuigde haar ervan dat het te gevaarlijk was. ‘Je kunt toch niet in je eentje te paard daarheen?! Ze zullen je beroven, of zelfs ontvoeren!’ Mijn moeder bleef en trouwde later met mijn vader.”
Yalin vervolgt: “Met mijn zeven broers en zussen groeide ik op in de wijk Fatihpasa in Diyarbakir…” Een schelle vrouwenstem onderbreekt hem: “En wat deed je daar? Drinken en gokken!” Een kleine stevige vrouw verschijnt vanachter het gordijn. Naast Yalin, met zijn gehoorapparaat en zijn trillende vingers, oogt zijn vrouw Suzan* een stuk jonger. “Ik gok al vijftien jaar niet meer”, sputtert Yalin. “Ja, nadat ik je naar Istanbul heb geloodst!” Yalin hervat zijn verhaal. “Net als de anderen in onze buurt spraken we thuis Zaza en een beetje Kirmanji [Koerdische talen], we spraken geen Armeens. Eigenlijk waren we net als de rest, maar door ons christelijke geloof toch ook buitenstaanders.”
Culturele genocide
102 jaar geleden vond in het Ottomaanse Rijk de Armeense genocide plaats. Tijdens deze genocide, waarbij ook andere christenen zoals Assyriërs en Pontische Grieken doelwit waren van moord en deportatie, kwamen naar schatting 1 miljoen Armeniërs om. Nadien trachtten de in Turkije overgebleven Armeniërs zo onopvallend mogelijk te leven. Veel families spraken thuis geen Armeens meer, gingen niet naar de kerk en gaven religieuze tradities niet door aan hun kinderen. Sommige onderzoekers spreken van een culturele genocide, aangezien het zwarte verleden van de Armeniërs nog altijd sterk doorwerkt in hun leven en identiteit in het huidige Turkije.
Tegenwoordig wonen Suzan en Yalin in Feriköy, een van oorsprong christelijke wijk met diverse Armeense scholen en kerken. Vanaf de jaren vijftig begonnen christelijke families uit de buurt weg te trekken. Vandaag de dag is er van het christelijke karakter van de wijk weinig over. Suzan: “Sinds een jaar of tien is de buurt aan het veranderen. Je hoort verhalen over Armeniërs die worden lastiggevallen of zijn weggepest. Of ik dat zelf ook merk? Nee, nee bij ons durven ze zoiets niet.” Ze zet haar handen in haar zij en duwt haar boezem naar voren. “Ik ben stoer, dat schrikt mensen af. Die onbevreesdheid heb ik mijn kinderen ook meegegeven. Zijn jullie vrijgezel?”, vraagt ze. “Mijn zoons zochten zo lang een vrouw en zijn recentelijk getrouwd. En dan komen jullie nu binnen… net te laat.”
Weerstand op de Musaberg
We spreken Cem Capar (39) in zijn kantoor. Hij is veearts. ‘’Tijdens de opleiding moesten we bij elkaar oefenen in het afnemen van bloed. Toen het mijn beurt was, kwam de hele klas om me heen staan. Hoe zou het bloed van een Armeniër eruitzien? Wees gerust: gewoon rood”, lacht Cem.
Vakifli ligt op de helling van de berg Musa (de berg van Mozes). In 1915 vluchtte een groot deel van de dorpsbewoners de berg op; zo ook Cems familie. “Mijn opa en oma kregen een brief thuis met het bevel binnen drie dagen te vertrekken. De dorpelingen wilden niet hetzelfde lot ondergaan als de Armeniërs die ze hadden zien langskomen. Uitgehongerde groepen mensen die op weg waren naar Syrië; de mooie meisjes werden eruit gepikt. Met 4000 anderen klom mijn familie de Musa op. Ze zaten er ruim vijftig dagen en verdedigden zichzelf tegen aanvallen van het Ottomaanse leger. Franse schippers brachten hen uiteindelijk naar het Egyptische Port Said. Jaren later keerde mijn familie terug naar Vakifli. Ik herinner me avonden dat ik bij opa op schoot zat en zijn vrienden in de kamer waren. Ze wisselden verhalen uit, er werd veel gehuild.”
Buiten Turkije is het verhaal over de Musa redelijk bekend: het werd opgetekend door de Oostenrijker Franz Werfel. Maar in Turkije zelf? Cem wendt zich tot zijn secretaresse: “Kende jij dit verhaal?” Nee, de berg kent ze, maar dit verhaal had ze nog nooit gehoord. “Kol kirilir, yen icinde kalir”, zegt Cem met een wrange glimlach. Het Turks gezegde betekent: van binnen gebroken, van buiten niets te zien. “De Armeense gemeenschap bespreekt dit bittere verleden onderling, naar buiten toe doen ze alsof er niets aan de hand is. Ik heb Turkse, alawitische en christelijke vrienden. We delen te weinig met elkaar. Vakifli is niet de trots, maar de schandvlek van Turkije.”
Behoedzaam
Met zijn donkere ribfluwelen broek en bijpassend colbert ziet Ismail er volwassener uit dan zijn leeftijdsgenoten. Hij vraagt ons waarom het per se over zijn Armeense afkomst moet gaan. “Dat is toch niet boeiend.” Hij biedt ons rode wijn aan en uit zijn ongenoegen over jongeren die alleen maar geïnteresseerd zijn in sociale media en feesten. “Ik ben niet in de tijd van briefpost opgegroeid, maar ik mis het toch.”
“Ik loop niet met mijn Armeense achtergrond te koop, anders kunnen mensen lastig gaan doen
Ismail ziet zichzelf het liefst als een gewone Turkse burger en wil geen slachtofferrol aannemen. Maar hij is terughoudend in het uiten van zijn Armeense identiteit, terwijl zijn religie een belangrijke rol in zijn leven speelt. De worsteling met het verleden lijkt ook voor de jongere generatie Armeniërs nog niet voorbij.“Samuel!” Een zware mannenstem galmt door de gang. Ismail antwoord in het Armeens. “Samuel is mijn Armeense naam”, legt hij ons uit. “Die is moeilijk uit te spreken voor Turken, dus gebruik ik Ismail. Mijn moeder gebruikt wel haar eigen naam, Maria. Maar zij is een vrouw dus dat is makkelijker. Haar vallen ze niet lastig. Ik bedoel, mij ook niet hoor, maar over het algemeen krijgen mannen eerder moeilijkheden.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand