Beeld: Riforest

Zij wekken ‘hun’ Rifgebergte tot leven

Aziz Kaouass wil zijn geboortegrond weer groen laten kleuren. Boom voor boom dringt hij de dorre vlakten in het Marokkaanse Rifgebergte terug. Zijn hoop: dat de bewoners hun land niet meer hoeven te verlaten.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Masaouda heet het dorp waar Aziz Kaouass (51) tot zijn vijfde woonde – ‘de gelukkige’. “Ik heb me altijd ingebeeld dat de naamgever het zo’n prachtige plek vond, dat-ie besloot: dit hier, is geluk”, vertelt Kaouass. Hij kan zich dat geluk nog vagelijk herinneren: “Een afgelegen gebied met veel ruimte om buiten te spelen. Ik woonde met mijn ouders, opa en oma, twee ooms en een tante in een familiehuis. Er leefden ongeveer honderd grote families in onze gemeenschap. Overal stonden olijfbomen, granaatappel- en vijgenbomen, er waren riviertjes waar we in zwommen.”
OneWorld portretteert mensen die zich inzetten voor een betere buurt, school, of werkomgeving. De Verenigde Naties en miljoenen betrokken burgers spraken hiervoor de duurzame werelddoelen af (SDG’s), die we in 2030 moeten halen. Denk aan gendergelijkheid, géén armoede, betaalbare en duurzame energie en kwaliteitsonderwijs voor iedereen. De Goal Getters in deze rubriek gaan daar nu al voor. Geïnspireerd? Check hier wat jij kunt doen.
Tegenwoordig is het niet meer voor te stellen dat iemand de plek ooit zo’n mooie naam gaf, zegt Kaouass. Masaouda is al lang niet meer de gelukkige. De heuvels zijn kaal en dor, de grond is uitgeput, de rivieren opgedroogd. Het groen is verdwenen, de huizen zijn ruïnes geworden. Van de honderd grote families zijn er tien over.

De mensen zien geen toekomst in de Rif. Iedereen trekt weg

“In de Rif zijn nauwelijks voorzieningen, de mensen zien er geen toekomst. Iedereen trekt weg”, zegt Kaouass. Dat deed zijn vader al toen hij eind jaren zestig als arbeidsmigrant naar Frankrijk trok en later zijn gezin naar Deventer liet overkomen, en dat doen de dorpelingen nog steeds. “Het liefst naar Europa, anders naar Marokkaanse steden in de hoop daar werk te vinden.”
Aziz KaouassBeeld: Riforest

Eigen oogst

Aziz Kaouass heeft een droom: zijn geboortegrond weer groen zien. Boom voor boom begon hij er tien jaar geleden zelf mee, op het land dat zijn opa de familie had nagelaten. Zijn vader, ooms en hij konden het niet over hun hart verkrijgen dat het huis en de grond van hun jeugd net zo zou vervallen als de rest van de omgeving. “We vroegen iemand het huis te beheren, en beplantten de kale grond opnieuw.” Zo kwam het dat Kaouass, in Nederland ict’er van beroep, zich begon te verdiepen in fruitbomen, bodemleven en compost. “De aarde was weliswaar uitgeput door jarenlange erosie en de Rif kampt al jaren met hevige droogte, maar de meeste bomen die we plantten, overleefden.”

Tijdens de kolonisatie door Spanje en Frankrijk werden systematisch bomen gekapt

Het viel hem op dat de overgebleven families in de streek helemaal geen bomen plantten. “Veel families worden financieel onderhouden door familieleden in Europa. Dat is heel goed, maar het zou nog beter zijn ze een handelingsperspectief te bieden. Door bomen te planten op hun land, hebben ze straks eigen oogst waarmee ze zelfvoorzienend kunnen zijn of geld kunnen verdienen. Bovendien leidt het tot vergroening van de streek.” In 2015 zamelde hij daarom in Nederland geld in bij vrienden en familie en kocht daarvan in Marokko jonge noten- en fruitbomen, die hij samen met de families in Masaouda op hun land plantte.

Dat initiatief groeide uit tot een jaarlijks terugkerende actie, en tot de stichting Riforest. Dit jaar plantte Riforest bomen in twintig dorpen, per dorp bij minstens twintig families. Ieder jaar komt Riforest terug bij de families met nieuwe bomen. “We bereiken ze via hun familieleden in Nederland.”

Boom werd houtskool

De bomen verdwenen uit het Rifgebergte door grootschalige kap. “Dat begon al ver voor ik geboren werd. Tijdens de kolonisatie door Spanje en Frankrijk van 1912 tot 1956 gebeurde het systematisch, maar ook daarna nog. Van het hout werd houtskool gemaakt. Ook kapten mensen bomen zodat ze de grond konden gebruiken voor gerst- en graanteelt.” Dit leidde tot monocultuurlandbouw, die de bodem uitputte en verarmde. De bodem ging steeds minder voedingsstoffen en vocht vasthouden, waardoor het gebied nog droger en armer werd.

Permacultuur gaat niet alleen om de planten en de bomen, maar om het hele systeem

In zijn zoektocht om het stuk land van zijn opa minder dor te maken, stuitte Kaouass op permacultuur, een benadering die er grofweg op neerkomt dat de natuur zelf oplossingen vindt als je hem z’n gang laat gaan. De bedoeling is niet ‘problemen’ op te lossen door de natuur te veranderen, maar juist door het land te ‘ontwerpen’ met de natuur als voorbeeld: vaste planten, bomen en struiken die in onderlinge samenhang groeien. Zo ontstaat een ecosysteem dat voedsel oplevert zonder dat het kunstmest of bestrijdingsmiddelen nodig heeft. “Het doel is een samenwerking tussen mens en natuur, zodat beide op lange termijn kunnen overleven”, zegt Kaouass die een half jaar een onlinetraining volgde bij het Australische Permaculture Research Institute. Zijn eigen voor- en achtertuin in Zeist zijn inmiddels verworden tot heuse oerwouden. Lachend: “Ik heb er continu gesteggel over met mijn vrouw.” Met een duurzaamheidsgroepje in Zeist probeert hij bovendien een voedselbos aan te leggen.

“Permacultuur is een holisitische benadering”, vervolgt hij. “Het gaat dus niet alleen om de planten en de bomen, maar om het hele systeem: de bodemkwaliteit, de opvang van regenwater, diversiteit van de gewassen, de rol van insecten en dieren. Alles is terug te leiden tot drie simpele principes: zorg voor de aarde, zorg voor de mens, en deel de overvloed.” Riforest plant bomen die van oudsher in het Rifgebergte te vinden waren: druiven-, amandel-, olijven- en granaatappelbomen. Daarnaast meerjarige kruidenplanten zoals rozemarijn, lavendel en citroenmelisse. “Die diversiteit is heel belangrijk om het ecosysteem met bestuivers als insecten en vlinders weer op te bouwen en het bodemleven te verrijken.”

Beeld: Riforest

Permacultuurtuin

In het Rifgebergte probeert zijn stichting de kennis over permacultuur te delen. “De mensen hebben vaak weinig onderwijs gehad, theorie overbrengen is lastig. We komen dus niet met pakketten onderwijsmateriaal aanzetten. Dat hoeft ook niet, permacultuur is vooral heel praktisch en laagdrempelig.” Het helpt dat de stichting kan verwijzen naar traditionele landbouwmethoden die perfect passen in de permacultuur. “Eigenlijk kenden ze het al! De gebieden die we vroeger vlakbij de rivieren hadden, waren – terugkijkend – al prachtige permacultuurtuinen. Daar groeiden alle soorten bomen, er werden groenten verbouwd, munt voor in de thee en koriander. Er was diversiteit, en water uit de rivier.”

Dat industriële landbouw modern en dus beter zou zijn, is een hardnekkige misvatting

Het is wrang: de technieken die Kaouass’ stichting de families wil aanleren, waren een generatie geleden in de regio nog gemeengoed. Neem de swales, greppels die langs de heuvels gegraven worden zodat het water zich in de breedte verspreidt en niet meteen naar beneden stort. “Dat deden ze in het Rifgebergte vroeger al”, zegt Kaouass. “Het probleem is de hardnekkige misvatting dat industriële landbouw modern is, en dus beter. Mensen associëren alles wat uit Europa komt met ‘goed’. Zo kom je al snel op monocultuur, wat op lange termijn – ook in Europa – juist verwoestend is. Hetzelfde geldt voor kunstmest. Ik kan niet ontkennen dat het gunstige effecten heeft op korte termijn, maar op lange termijn is het funest voor het bodemleven omdat het de opname van mineralen tegengaat en de bodemstructuur om zeep helpt.”

Geborgenheid

Het liefst zou Kaouass zich fulltime met Riforest bezighouden. “Maar dit is allemaal vrijwilligerswerk, ik heb ook nog een baan en vier kinderen. De jongste is anderhalf, een nakomertje. Tijd is dus wel een beperkende factor”, klinkt het eufemistisch. Soms lijkt het haast alsof zijn geboortegrond hem geen andere keus laat. “Ik voel een onlosmakelijke band met de aarde daar. Het gevoel dat ik daar heb, heb ik nergens anders – ook niet vijf kilometer verderop. Taal is ontoereikend om het te beschrijven, maar ik denk dat het met geborgenheid te maken heeft.” Tegelijkertijd voelt hij een ‘schuld’ ten opzichte van die aarde. “Het zijn onze voorouders die de bomen hebben gekapt, de aarde is echt iets aangedaan. In onze levensovertuiging is het heel belangrijk dat een schuld wordt ingelost.”

In het Rifgebergte wordt nog steeds enorm tegen Europa opgekeken

Dat Kaouass zelf uit het Rifgebergte komt, is cruciaal voor het draagvlak bij de families, zegt hij. “Ik ken de mensen, de taal, de cultuur.” Hij heeft niet de indruk dat hij wordt gezien als ‘de man van buiten die wel even komt vertellen hoe het allemaal moet’. Het heeft er misschien ook mee te maken dat hij vanuit Europa komt, geeft hij toe. “Zeker in het Rifgebergte wordt nog steeds enorm opgekeken tegen Europa. Dat is een probleem, maar volgens de principes van de permacultuur weet ik: dan zit daar ook ergens de oplossing in de buurt.”
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door Frame, Voice, Report!, met financiële steun van de Europese Unie.

Iemand staat op een omgevallen boom en kijkt uit op een dichtbegroeid, groen regenwoud.

Deze ex-houthakkers redden nu bossen (en mensen)

Zij verduurzaamt de cacaoplantage van verre familie

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons