Dit artikel maakt deel uit van de serie ‘2015: The future we want’ die OneWorld in 2013 initieerde.
Wereldverbeteraars mogen voorlopig thuisblijven, vindt Theo Ruyter. "We hebben de afgelopen eeuw al genoeg lieden in actie gezien, die meenden te weten wat goed was voor de wereld."
De millenniumdoelen waar zoveel mensen jaren lang hun ziel en zaligheid aan verbonden hadden, hebben hun glans verloren. Er wordt nog gesleuteld aan het ene of het andere doel, al was het maar om de Verenigde Naties een afgang te besparen, maar het fiasco van het totaalpakket als strategie om voorgoed de welvaart in de wereld beter te verdelen, is onafwendbaar geworden.
Ik kan daar niet rouwig om zijn. Er zijn al meer dan genoeg knollen voor citroenen verkocht, te veel mensen blij gemaakt met een dode mus. Daarom denk ik nu ook niet aan de vraag: “Hoe verbeteren we de wereld na 2015?” Want wie zijn in godsnaam die 'we' en is die 'wereld' van hen of van anderen en als anderen eraan te pas komen, waar halen 'we' dan het recht vandaan om het leven en de toekomst voor anderen in te vullen?
Maakbaarheidsdenken
De millenniumdoelen zouden wel eens, met terugwerkende kracht, de zwanenzang kunnen zijn van een internationale beweging, die bijna zeventig jaar lang een tweedeling in stand heeft gehouden tussen zogenaamd ontwikkelde landen en landen die dat (veronderstelde) eindstadium nog niet hebben bereikt. Kenmerkend voor die beweging waren maakbaarheidsdenken en eurocentrisme.
Als idee ligt de maakbaarheid van mens en samenleving opgesloten in het vooruitgangsgeloof van de (westerse) moderniteit, dat gestalte kreeg in de Franse Revolutie en vervolgens meer dan een eeuw lang tot allerlei ideologische schermutselingen leidde, voordat de Russische Revolutie in 1917 het tijdperk inluidde van de meest vergaande politieke experimenten die de aarde ooit heeft gekend. In de decennia van de wederopbouw na de mislukking van de experimenten van de nazi's en hun bondgenoten vierde maakbaarheid opnieuw hoogtij. Beide partijen in de Koude Oorlog gaven daar blijk van en projecteerden die overtuiging op de rest van de wereld.
Gezien de uitkomsten van al die ideologisch geladen experimenten is het niet verwonderlijk dat maakbaarheid de laatste tijd aan twijfel onderhevig is geraakt. Maar de ontwikkelingshulp, expliciet gebaseerd op de gedachte dat een aantal landen – met name in Afrika – met hulp van buiten tot 'ontwikkeling' gebracht kunnen worden, leek daar tot voor kort niet onder te lijden. Integendeel, nieuwe lid-staten van de Europese Unie die in het verleden niet veel met de kneuzen van deze wereld te maken hadden gehad gingen 'gewoon' ontwikkelingshulp bedrijven en ook niet-westerse landen (tot en met China) namen elementen van de traditionele hulp over.
Theo Ruyter is schrijver van het boek Retourtje Afrika. Hij was in de jaren ‘70 correspondent in Afrika en werkte in 2002-2003 voor een Europese ontwikkelingsorganisatie in Tsjaad.
Eurocentrisme
Wat in de Verenigde Staten als foreign aid geboren werd, is van het begin af aan bij uitstek een instrument geweest in het buitenlands beleid van westerse landen. Vandaar het hoge gehalte eurocentrisme, dat wil zeggen de manier van denken waarin Europa koploper is in de wereldgeschiedenis en dus de standaard voor alles en iedereen. Met hetzelfde gemak als dat waarmee de afgelopen eeuwen Europese mogendheden overzeese gebieden in bezit namen en bestuurden, zijn sinds de dekolonisering 'westerlingen' de wereld in getrokken om – gevraagd of ongevraagd – andere mensen en hele volken te helpen hun vleugels uit te slaan.
De hulpsector, die zeker het afgelopen kwart eeuw meer weg had van een bedrijfstak dan van een beweging, heeft nooit uitgeblonken in een kritische houding ten opzichte van zichzelf. Integendeel, zonder dat behaalde successen daartoe aanleiding gaven tooide hij zich in de jaren zeventig met de naam 'ontwikkelingssamenwerking' en met de critici die het af en toe waagden hun stem te verheffen maakte hij korte metten. Beleidsvernieuwing stelde doorgaans niet meer voor dan oude wijn in nieuwe zakken. Vooral de VN waren daar goed in, maar deze keer hebben ze hun hand overspeeld.
Zinkend schip
In Nederland zie ik nu een scheiding der geesten ontstaan tussen hen die de traditionele hulp de hand boven het hoofd blijven houden en anderen die accepteren dat de wereld fundamenteel veranderd is en navenant de bakens willen verzetten. Eerstgenoemden zijn vooral te vinden in de kring van kleine hulporganisaties, die op de charimarkt geld inzamelen met het argument dat bij hen niets aan de strijkstok blijft hangen en die er heilig van overtuigd zijn dat alle beetjes helpen om armoede de wereld uit de helpen. Hun pleitbezorgers zijn confessionele organisaties zoals de EO en Wilde Ganzen, zich vastklampend aan een lang geleden, willekeurig gekozen, percentage van het BNP (0,7) als maatstaf om te bepalen of een rijk land zich wel of niet kwijt van zijn Bijbelse opdracht ten aanzien van de minst bedeelden.
Laatstgenoemden bestaan voor een deel uit opportunisten, die de bui hadden zien hangen en onlangs als ratten het zinkend schip begonnen te verlaten. Maar onder hen bevinden zich ook degenen die de gebreken van de mens als ook maar een dier erkennen en, zonder al te veel pretenties, zich inspannen om de onvoorspelbaarheid van het samenzijn van zoveel miljard mensen op een planeet te doorgronden.
Winst
Het meest concrete resultaat van dit laatste is de hernieuwde interesse voor wat al die mensen – over de grenzen heen – aan rijkdommen gemeen hebben en voor de verdelingsvraagstukken die daaraan vastzitten. Dat is winst, mits niet opnieuw een minderheid uitmaakt wat ontwikkeling inhoudt, hoe de aarde eraan toe is en wat de mensheid te wachten staat. De minderheid die al veel te lang – eerst luidkeels, later meer binnensmonds – (de) anderen heeft versleten voor achterlijk, hulpeloos, onwetend en onmachtig. Ook de Chinees of Braziliaan die onbekommerd zijn economie met dubbele cijfers ziet groeien is relevant, ook de Afrikaan voor wie duurzaamheid 'slechts' betekent dat het allemaal wel goed zal komen.
Huisarrest
En de wereldverbeteraars in ons midden? Blijf maar even thuis, zou ik zeggen. We hebben de afgelopen eeuw al genoeg lieden in actie gezien, die meenden te weten wat goed was voor de wereld of een stuk daarvan. Houd je maar een beetje in, al jeuken je handen en lijkt de oplossing – jouw oplossing – zo logisch of eenvoudig. En kijk vooral goed om je heen, je sociale media binnen handbereik. Me dunkt dat we tegenwoordig genoeg met onszelf en elkaar te stellen hebben. Liggen hier niet de mooiste doelen die je je kunt wensen, om in de wereld het verschil te maken?
Foto: Harry van Kesteren