Dit artikel maakt deel uit van de serie ‘2015: The future we want’ die OneWorld in 2013 initieerde.
Door de obsessie met onszelf zijn we blind geworden voor het echte leed, vindt journalist Chris Klomp.
Het spijt me.
Maar ik ben niet milieubewust of overmatig enthousiast bezig met het verbeteren van de wereld. Ik geef niet rijkelijk aan goede doelen en protesteer niet vol vuur tegen de in mijn ogen dwaze kortingen op ontwikkelingshulp. En erg duurzaam ben ik ook al niet.
En ik vrees dat ik geen uitzondering ben.
De wereld zal door mijn handelen niet acuut een betere plek worden. Dat weet ik donders goed. Maar ik heb mijn ogen niet in mijn zak en wat ik zie stemt mij somber.
De toekomst van onze wereld gaat hand in hand met een gevaarlijke obsessie. Die voor onszelf.
Ik ben opgegroeid in een gezin waar de vader het grootste deel van zijn tijd spendeerde aan de vakbond. Solidariteit was voor ons, anders dan een moeilijk woord, de dagelijkse realiteit. Zo erg zelfs dat ik onbewust een aversie kreeg tegen ondernemers. Het werd er simpel met de paplepel ingegoten.
Je kunt veel zeggen over die tijd en lang niet alles was goed. Maar van mijn vader leerde ik wel dat een samenleving zorgt voor de mensen die het nodig hebben. Dat het algemeen belang iedere dag ook weer kijkt naar het individuele belang. En dat niemand onnodig achter hoeft te blijven. Of hij nu in Afrika woont of in Eindhoven.
Chris Klomp (@chrisklomp) is rechtbankverslaggever/journalist en werkt onder andere voor Algemeen Dagblad, ANP en RTVNoord.
We hebben het over ruim dertig jaar geleden.
Nu ik zelf min of meer een volwassen man ben, zie ik dat die tijd voorgoed voorbij is. Iedereen leek in die tijd zonder morren zijn belasting te betalen. Het was ook de normaalste zaak om dat te doen. Allen voor één. Het collectief steunt het individu. Er was niet eens het begin van een discussie.
Nu is het de normaalste zaak van de wereld om te stellen dat je geen belasting wil betalen. Dat je alles zelf wel zal regelen. Dat de geluksmachine van de overheid uit is gezet en iedereen de plicht heeft om voor zichzelf te zorgen.
Nu is het niet meer gek of asociaal om het budget voor ontwikkelingssamenwerking ter discussie te stellen. Alleen maar omdat je eigen nog steeds ongekende welvaart een deukje dreigt op te lopen.
Of de oorzaak hiervan nu in decadente hebzucht moet worden gezocht of niet. Alles is anders. We leven in een tijd dat we door de crisis prioriteiten moeten stellen. Zoals bijvoorbeeld de uitermate belangwekkende aanleg van verwarmde fietspaden in Nederland. Opdat we tijdens die zes sneeuwdagen per jaar toch niet zomaar van onze fiets donderen.
Het zal je gebeuren.
Begrijp me goed. Ik doe het ook. Maak me druk om belachelijke zaken. Koop een nieuwe Ipad. Gewoon voor mezelf. De kinderen. Omdat het een leuk ding is. Geen haar op mijn hoofd denkt eraan om dat geld ergens te bezorgen waar het veel beter van pas zal komen.
Ik ben net als de ander. En heb ook geen pasklare briljante oplossing voor een betere wereld. Maar misschien wel iets van een begin.
Ik denk dat het echte probleem in onze wereld zelf zit.
Wij zijn in Nederland het relativeren voorgoed voorbij. Wij zijn Koefnoen geworden. Vertrouwen op een alarm voor sneeuw. Voor regen. Vorst. Verzekeren ons tegen slecht weer. We willen alles controleren in een wanhopige poging controle te krijgen.
Onze obsessie met veiligheid, controle en welvaren heeft ons ziende blind gemaakt voor het echte leed van anderen.
En wie blind is voor een ander, ziet de ander niet en zal de ander ook niet helpen.
Voor mij is dat het echte probleem.
Een wereld die de echte wereld niet meer wil zien en slechts in de eigen bedompte slaapkamer verveeld kijkt naar een spiegelbeeld dat steeds minder laat zien hoe het werkelijk zit.