Dit artikel maakt deel uit van de serie ‘2015: The future we want’ die OneWorld in 2013 initieerde.
De aarde is op. We moeten toe naar een circulaire economie op wereldschaal, stelt Marga Hoek.
De wereld gebruikt steeds meer fossiele energie en grondstoffen uit de bodem. Dat leidt tot schaarste die een fundamentele bedreiging is voor onze welvaart én voor de ontwikkeling van opkomende economieën. Verduurzaming is de enige uitweg uit deze impasse. We moeten versneld toe naar een circulaire economie op wereldschaal, waarin we structureel al ons afval recyclen en de teruggewonnen grondstoffen opnieuw inzetten voor nieuwe producten. Aanpassing van ons belastingstelsel levert de benodigde prikkels voor die versnelling op.
Blauwe envelop voor grondstoffen
Ons huidige belastingstelsel stamt uit een tijd toen er nog sprake was van een overvloed aan grondstoffen en fossiele energie, en een in verhouding marginale consumptie. In die situatie was er geen enkele aanleiding om het onttrekken van waarde aan de aarde – ofwel: het gebruik van grondstoffen en fossiele energiebronnen – fiscaal te belasten. Dat heeft ertoe geleid dat ons belastingstelsel vooral de bruto toegevoegde waarde door de inzet van arbeid, vakkennis en creativiteit relatief zwaar belast. Inmiddels begint dat om twee redenen te knellen. Eén: in de afgelopen decennia is zowel de wereldpopulatie als de relatieve welvaart enorm toegenomen, wat heeft geleid tot een consumptie-explosie en een gigantische toename van het gebruik van schaarse bronnen. Twee: omdat dat gebruik niet wordt belast maar arbeid wel, versterkt het fiscaal stelsel dat groei-effect. Het is goedkoper om extra grondstoffen en fossiele energie in te zetten en machines te bouwen die menselijke arbeid vervangen, dan om menselijk talent in te zetten. Dat leidt op zijn beurt tot een afname van werkgelegenheid en daarmee is het fiscale stelsel een sta-in-de-weg voor verdere economische verduurzaming.
Marga Hoek (@margahoek) is directeur van De Groene Zaak (@degroenezaak), platform voor duurzame ondernemers.
Groene belastingen
Het roer moet dus om. Een eerste stap zou kunnen zijn het belasten van grondstoffen die nu al schaars zijn, of zichtbaar schaars gaan worden in de nabije toekomst. Ik denk dan aan stoffen die nadrukkelijk worden genoemd in de Roadmap to a Resource Efficient Europe, zoals de zeldzame aardmetalen die onmisbaar zijn voor allerlei high tech toepassingen (waaronder windmolens en smart grids). We zouden in Nederland alvast kunnen experimenteren met een grondstofheffing op bedrijfsschaal, waarbij de opbrengsten slim worden teruggegeven aan die bedrijven. Het gaat erom het bedrijfsleven te prikkelen een nieuwe koers uit te zetten, een transitie op gang te brengen, door te belasten wat schaars is of dreigt te worden en te ontlasten wat overvloedig is. Kortom, door ons fiscale regime te vergroenen kunnen we de tendens van het toenemend gebruik van energie en grondstoffen keren en de inzet van de factor arbeid weer vergroten.
Een betere wereld
Laten we tot 2015 en ook daarna serieus werk maken van een nieuwe tak van economische bedrijvigheid, die van de grondstofrecycling. Macro-economisch is er sprake van een Double Dividend: minder grondstoffenrisico’s voor bedrijfsleven en meer werkgelegenheid. Recycling is immers relatief arbeidsintensief. Maar ook op bedrijfsschaal zijn er voordelen: bedrijven die gebruik maken van gerecyclede grondstoffen hebben op korte termijn de voordelen van minder grondstoffenrisico’s, en op langere termijn lagere inkoopkosten voor grondstoffen. Zeker is immers dat van vele grondstoffen de prijzen zullen stijgen vanwege schaarste.
Tot slot: belastende maatregelen moeten alleen gelden voor zogenaamde virgin materials en niet voor materialen die uit een recyclingsproces voortkomen. Alleen zo wordt het hergebruiken van grondstoffen gestimuleerd en draagt de belasting bij aan het ontwikkelen van een duurzame, circulaire economie en, in het verlengde daarvan, een betere wereld.