Hot was Mary Boyoi, twee jaar geleden. Zuid-Soedan stond op het punt onafhankelijk te worden. Zij was hèt voorbeeld van de spirit van het nieuwe land. Vrouw, zangeres, aantrekkelijk. Maar in het nieuwe Zuid-Soedan wordt ze bedreigd.
Boyoi verloor haar vader en broer tijdens de 22-jarige burgeroorlog die vooraf gingen aan de climax van een onafhankelijk Zuid-Soedan. Zelf was Mary ook opgenomen in het ‘Rode Leger,’ het legioen van kindsoldaten dat gedwongen werd mee te vechten tegen de Arabische onderdrukkers.
Toen vechten niet meer nodig was, zong ze voor deze vrijheid. In een emotioneel lied riep ze haar landgenoten op om te stemmen voor een onafhankelijk zuiden, in een referendum in januari 2011. Ik vergezelde Mary bij het uitbrengen van haar stem. Ze zong ‘Let us go,’ een oproep aan Soedan om het zuiden vreedzaam af te laten scheiden. Terwijl haar vinger droop van de blauwe inkt die het teken is dat iemand gestemd heeft, bracht ze ‘Let us go’ nog een keer ten gehore voor me, waarna ze in tranen uit barstte. “Omdat ik aan mijn vader dacht, die voor onze vrijheid stierf.”
99% van de stemgerechtigden gaf gehoor aan de oproep tot onafhankelijkheid, en sinds juli 2011 mag Zuid-Soedan zich het nieuwste land ter wereld noemen. Mary keerde definitief terug uit ballingschap in Kenia. Het lot wil dat ook ik nu iedere maand een dag of tien door het land reis. Sinds maart werk ik als trainer/eindredacteur bij de Zuid-Soedanese krant The New Nation.
Mary is nog steeds hot, hoewel de internationale aandacht voor het nieuwe land behoorlijk is bekoeld. Zuid-Soedanese burgers proberen er het beste van te maken. Mary bracht de hit Chap Chap uit en is in twee categorieën genomineerd voor de South Sudan Music Awards 2013. Overal in Juba wordt gebouwd, elke week is het wel ergens feest. Zuid-Soedanezen doen enorm hun best om positief te blijven over hun land.
Dat moet ook wel. Kritische geluiden worden niet gewaardeerd door de overheid die niet één asfaltweg buiten de hoofdstad liet aanleggen in twee jaar onafhankelijkheid. Boyoi: “Dit jaar werden er al zes journalisten opgepakt, gelukkig nog nooit iemand van onze krant. Niet dat we nooit kritisch zijn, maar wel strategisch kritisch. Ook zijn mensen voorzichtig als ze met ons te praten.” Toen Mary vorige maand uitgebreid in onze krant stond leverde ze wel kritiek op het gebrek aan vooruitgang in de podiumkunsten, maar repte ze niet over de dreigementen die haar kant uitkomen wegens haar ‘te sexy’ kleding.
Ook liet ze onvermeld dat ze in elkaar geslagen was, omdat ze iets te close met een blanke sponsor een bar uit liep. Dat is helaas de realiteit van het twee jaar oude Zuid-Soedan, een staat waar militairen stevig de macht hebben en waar veiligheidsdiensten geregeld om niks het geweer kunnen trekken. En burgers kunnen dat ook.
Opnieuw oplopende spanningen met (noord) Soedan en een hevige rebellie in eigen land voorspellen weinig goeds voor de nabije toekomst. Laten we met zijn allen hopen dat Mary straks niet opnieuw over de oorlog hoeft te zingen, maar het bij dit soort hits kan laten.