Iedereen de boer op

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Hè bah, wat goooorrrr. Wat een stank!” Dat is wat ik hoor als ik uit de melkstal kom lopen en een bus kinderen aantref op het erf. Die mogen een ochtend komen kijken naar het reilen en zeilen op de boerderij. En dát is altijd de eerste reactie. Die kids gaan de boer op zodat ze kunnen zien waar de melk uit de supermarkt ‘gemaakt’ wordt, dat kaas niet uit een fabriek hoeft te komen en dat een koe, yep, dood gemaakt moet worden om vlees te eten.

“Opgeleid als psycholoog, carrière gemaakt in de digitale creatieve industrie en nu deeltijd bio-boer bij de Groene Griffioen: Jeroen van Wijck beleeft als stedeling het boerenleven. 

Dat laatste benadruk je natuurlijk niet te veel, dat is wat cru. Waar het mij om gaat is dat er vooroordelen worden weggehaald. Ze komen aan met het idee dat koeien vies zijn, eieren worden gemaakt van melk en dat aardbeienyoghurt op het land groeit.

Ze gaan weg met een basaal idee over een gezonde voedselketen, willen thuis ook kaas maken en willen al-le-maal terugkomen. En niet alleen om die lieve schattige kalfjes te aaien.

Duizend jaren ervaring
Dit is het betere werk om de kloof tussen boer en consument te dichten. Begin bij de jeugd. Andere initiatieven om dit gat te dichten richten zich op de boer die naar de stad moet komen. Stadslandbouw. Ik begrijp dat niet. Meer dan duizend jaar plattelands ervaring in landbouw en veeteelt en dat moeten we nu in de stad gaan doen? Allemaal sympathieke proefballonnen hoor, energieke initiatieven, maar dat het zoden aan de dijk zet. Neuh, denk ut niet.

Zo’n geintje als de Tostifabriek. Een koe, twee varkens en een veldje tarwe naar Amsterdam halen met als eindproduct ene tosti. Kon je kijken hoe dat gaat. En dan denken dat boeren en burgers elkaar gaan begrijpen. Dat het educatief is. Niets structureels in ieder geval. Een shock & awe effect, dat wel. Boze buren, aandacht op een lokale zender en reuring onder de hipsters. Maar dat er één van die gasten nu op het idee komt zelf naar een boerderij te fietsen. Met zo’n hip retro racefietsje ben je er zo, dus wat?

Stap op de fiets
Nou wil ik niet dat iedereen en masse op de fiets stapt en naar een boerderij rijdt. Daar zit niet elke boer op te wachten. Zomaar de kantoortuin van de Rabobank binnenlopen en rondneuzen, dat vinden ze daar ook niet leuk. Maar er zijn genoeg boerderijen, op fietsafstand rondom de stad, die je graag ontvangen en vertellen hoe de vork in de steel zit, die je vertellen waarom een kalf bij moederkoe wordt weggehaald en waarom aardbeien yoghurt niet op het land groeit. Dat een boer het beste voor heeft met z’n beesten want dat is z’n lifeline.

Wat stadslandbouw kan doen is mensen activeren om de voedselproductie op het platteland, bij de boer, beter te begrijpen. Dat niet -alleen- de boer schuldig is aan misbruik of intensivering, maar dat juist de consument met z’n dubbeltje-op-de-eerste-rij-gedrag degene is die de boel versjteerd. En dus ook degene is die echte verandering kan teweeg brengen.

Zorg dat je de stap naar de boer maakt. Daar gebeurt het. Zorg dat je daar bewust van wordt en dan kun je ook veranderen, eerlijk produceren & eerlijk conusmeren.

Kom naar de boer!

Recept voor boerderijen die openstaan voor consumenten:

Zoek op het internet met de trefwoorden de ‘boerderij’ ‘open dag’ en ‘plaatsnaam’ (vul hier de plaatsnaam van voorkeur in)

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons