Terwijl de Verenigde Staten en zijn Arabische partners de aanval openen in Syrië, rommelt het ook in buurland Libanon. Sinds 2011 zijn daar zo’n 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen aangekomen. Geen gering getal voor een land dat vier keer zo klein is als Nederland. Bovendien hebben terreurgroepen Al-Nusra en IS deze zomer aanvallen uitgevoerd op Libanese steden in het Syrische grensgebied. Daarbij zijn verschillende soldaten en politieagenten gevangen genomen, waarvan sommigen inmiddels zijn onthoofd.
Libanon Facts:
- Libanon heeft 18 erkende religieuze sektes.
- Sunni Moslim, Shia Moslim en Christelijke Maronieten bedragen elk 21 – 27%.
- In Syrie behoorde 74% tot Sunni Moslim, 16% tot andere Moslim sektes en 10% was Christen.
- In het homogene Noord-Libanon worden Syriers makkelijker opgenomen in de gemeenschap dan in het verdeelde Zuiden van Libanon.
In een land als Libanon, dat op sociaal, religieus en politiek gebied ontzettend verdeeld is, zetten zulke gebeurtenissen de verhoudingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen op scherp. Toch ontmoet ik tijdens deze ingewikkelde periode ook mensen die bruggen proberen te bouwen. Mensen die mij hoop geven, zoals Ramzi.
Ramzi is mijn collega bij de organisatie die mij helpt bij het opstarten van mijn onderzoek. Een grote vent, met een nog grotere glimlach. Tijdens onze lunchpauze zitten we op het balkon van het kantoor in het veilige Beiroet. Onder ons passeren vele pompeuze, tweedehands auto’s. Aan de overkant wappert een Nederlandse vlag: een overblijfsel van het WK-enthousiasme dat blijkbaar ook Libanon in z’n greep had. Ramzi leidt activiteiten in de Bekaa vallei en Zuid-Libanon die de Libanese en gevluchte Syrische jeugd samenbrengen.
Bij veel ouders liggen slechte ervaringen met vluchtelingen en Syriërs nog vers in het geheugen
Wanneer ik Ramzi vraag hoe de huidige gebeurtenissen in het Midden-Oosten en het Syrisch-Libanees grensgebied zijn projecten met de jeugd beïnvloeden, vertelt hij dat vooral de ouders erg gespannen zijn. Libanese ouders zijn bezorgd over het grote aantal Syriërs in Libanon en hoe lang deze vluchtelingen blijven. Ze maken zich vooral druk om hun baan, de scholing van hun kinderen en de stijgende huurprijzen. Het wordt daarom steeds moeilijker om Libanese ouders te overtuigen dat het juist goed is om hun kinderen om te laten gaan met de Syrische jeugd.
Palestijnen
Ook de geschiedenis speelt een belangrijke rol. “Bij veel ouders liggen slechte ervaringen met vluchtelingen en Syriërs nog vers in het geheugen”, zegt Ramzi. Tijdens de Libanese burgeroorlog, van 1975 tot 1990, waren de Palestijnse vluchtelingen uit de kampen betrokken bij het grootschalige geweld. Tot de dag van vandaag leven de Palestijnse vluchtelingen in Libanon vrijwel buiten de gewone samenleving en hebben zij weinig rechten.
Daarnaast had het Syrische leger tot 2005 militaire troepen in Libanon staan, wat sommige Libanezen hebben ervaren als een bezetting van het land. “De Libanese jeugd kent de burgeroorlog en de Syrische bezetting vooral uit verhalen. De ouders maakten dit zelf mee.” Dat geldt ook voor Ramzi. “Ik zelf was nog net te jong om een wapen te kunnen dragen, maar mijn vader en zelfs mijn broer hebben actief deelgenomen aan de oorlog. Zij reageren daardoor heel anders op de toestroom van Syrische vluchtelingen dan ik.”
Toch denkt Ramzi dat deze gevoelens van wantrouwen overkomen kunnen worden. Ramzi is van mening dat een gezamenlijke visie over de toekomst van Libanon de enige oplossing is om de spanningen weg te nemen. Volgens hem zijn er drie soorten identiteit die op elkaar bouwen: dat waar je mee geboren bent, dat wat je leert van je omgeving en dat waarvan je hoopt het ooit te worden. “Een ambitieuze identiteit van hoop en dromen hebben we hier niet. We vallen altijd terug op onze aangeboren identeit. De gemeenschapsidentiteit, deel aangeboren en deels aangeleerd, is daardoor heel sterk.
Aan de ene kant wonen de Christelijke Maronieten, aan de andere kant de Sjiitische Moslimgemeenschap. Niemand steekt die straat over
Als iemand zegt dat hij Christen, Sjiitisch of Sunni is, dan bedoelt hij niet alleen het religieuze aspect. De gezamenlijke sociale geschiedenis van de gemeenschap is het allerbelangrijkst. Hierdoor denken mensen alleen aan hun eigen groep en niet aan het belang van het hele land. Dat maakt mijn werk zo ingewikkeld.”
Zelf woont Ramzi in Chiyah. “Een klein stadje dat vroeger bekend stond om de bloeiende citrusbomen,” vertelt hij, “maar nu is het opgeslokt in de stedelijke chaos van Beirut. Het stadje wordt in tweeën gesplitst door een weg. Aan de ene kant wonen de Christelijke Maronieten, aan de andere kant de Sjiitische Moslimgemeenschap. Niemand steekt die straat over.”
Duurzame vrede
Volgens Ramzi kan dit zo niet langer. “Ik heb besloten die straat wél over te steken, ondanks dat mijn familie of buurtgenoten me daar niet in steunen. We moeten elkaar ontmoeten en vervolgens de pijn van de ander erkennen. Pas dan kan Libanon bouwen aan duurzame vrede.” Ramzi heeft nu vrienden uit allerlei bevolkingsgroepen. Vorige week ging hij naar een Sunni bruiloft, een Shiitische begrafenis en een lunch met Druzen.
Projecten voor vredesopbouw of sociale cohesie werken niet omdat internationale hulpverleners of onderzoekers dat willen. Ze werken omdat mensen uit de gemeenschap zelf moedig genoeg zijn om de straat over te steken en zo de weg vrijmaken voor anderen om hetzelfde te doen. Dan kunnen oprechte ontmoetingen plaats vinden tussen Christenen en Moslims, Libanezen en Syriërs, vluchtelingen en degenen die hen ontvangen. Dan kan Libanon een vreedzame toekomst tegemoet zien, dankzij mensen zoals Ramzi.