Op woensdag 12 mei verwoestten Israëlische raketaanvallen het al-Jawhara-gebouw in Gaza, waar regionale Arabischtalige omroepen kantoor hielden. Ook de mediabureaus van het Al Jazeera-netwerk, die zich vlak bij het gebouw bevinden, werden tijdens de aanval beschadigd.
Israëlische straaljagers bombardeerden eveneens de Shorouq-toren, een herkenningspunt aan de skyline van Gaza en een thuis voor Palestijnse media. Het 16 verdiepingen hoge gebouw werd tot puin gereduceerd door acht afzonderlijke raketaanvallen, bericht Sky News Arabia.
Een vertegenwoordiger van het Comité ter Bescherming van Journalisten noemt het “volkomen onaanvaardbaar dat Israël de kantoren van mediakanalen bombardeert en het leven van journalisten in gevaar brengt. De Israëlische autoriteiten weten heel goed waar de mediakanalen zijn gehuisvest.”
Het Palestinian News Syndicate, een journalistenvakbond, eist “dringende internationale actie om de leiders van de bezetting verantwoordelijk te houden voor hun misdaden”.
Dit is een geüpdate versie van een interview dat november 2018 in OneWorld Magazine verscheen.
Waarom juist in die tumultueuze periode?
“De tweede intifada was een periode met enorm veel geweld. Communicatie in de Palestijnse gebieden was tot dan toe erg moeilijk. De traditionele Israëlische en Amerikaanse media hadden de controle over wat er wel en niet gezegd werd. Internet werd voor ons de nieuwe manier om te achterhalen wat er werkelijk gebeurde in de Palestijnse gebieden en dit te delen met de rest van de wereld. We konden ons perspectief tonen.”
Wat ontbrak er in de traditionele media?
“De realiteit. Wat Palestijnen eigenlijk meemaken. Hoe Palestijnen tegen de wereld aankijken. De context ontbrak altijd al, en nu nog. Neem Jeruzalem. De stad wordt in de media altijd omschreven als symbolisch of religieus, maar weinig journalisten schrijven over het feit dat dit een stad is waar Palestijnen wonen en dat Israël hun het leven onmogelijk maakt. Door huizen te vernietigen, mensen de stad uit te ‘duwen’ door huizenprijzen torenhoog te maken en zelfs door huizen te confisqueren.
“2 miljoen inwoners van Gaza worden dagelijks belegerd
Kunnen Palestijnse journalisten schrijven wat ze willen?
“Er zitten veel goede journalisten in de Palestijnse gebieden met wie wij samenwerken. Die weten wat er speelt. Maar ze hebben te maken met obstakels en gevaren; het meest extreem is het risico vermoord te worden. Tijdens protesten in Gaza in april 2018 werden twee journalisten vermoord, een van hen had een helm en kleding aan met Press erop. Videobeelden tonen dat ze worden beschoten door Israëlische scherpschutters. Mensenrechtenorganisaties als The Committee to Protect Journalists houden al jarenlang bij hoe en wanneer Palestijnse journalisten zijn vermoord.
Nee, er heerst straffeloosheid. Palestijnse journalisten worden vastgezet in Israëlische gevangenissen. Arrestaties zijn routine – zoals vanwege berichten op Facebook – en de bewegingsvrijheid van journalisten is enorm beperkt. Een journalist uit Gaza kan niet zomaar naar de Westelijke Jordaanoever om verslag te doen. Ook zijn Palestijnse media doelwit van het Israëlische leger: ze sluiten mediakantoren en radiostations, en nemen hun materiaal in beslag. Dit alles gebeurt vrij consequent.
“De bewegingsvrijheid van journalisten is enorm beperkt
“Ja. De meest succesvolle zijn begonnen op Facebook, als informele netwerken van jonge mensen die nieuws delen. Arresteert het Israëlische leger een Palestijn op de Westelijke Jordaanoever? Een omstander filmt het en zet het direct online. Deze netwerken groeiden uit tot nieuwswebsites. Hun publiek zit op Facebook, sommige pagina’s hebben honderdduizenden volgers. Zoals het in Gaza gestationeerde Quds News Network.”
Facebook is hun redding.
“Was. Sommige van deze pagina’s zijn nu gesloten. Door Facebook zelf. Het Amerikaanse tijdschrift voor onderzoeksjournalistiek The Intercept publiceerde in 2017 al hoe Facebook accounts opheft na verzoeken van Israël. Hierin komt naar voren dat vertegenwoordigers van Facebook tijdens een bijeenkomst met de Israëlische regering hebben besproken welke Palestijnse Facebook-pagina’s gesloten moeten worden vanwege ‘opruiing’.
Deze bijeenkomst ontstond nadat Israël dreigde Facebook in het land te blokkeren als het deze bepaalde accounts niet verwijderde. De Israëlische minister van Justitie stuurde 158 verwijderverzoeken naar Facebook, waarvan 95 werden ingewilligd. Ook in overleg met of onder druk van de Verenigde Staten en de Europese Unie voeren sociale media restricties door op de zichtbaarheid van onafhankelijke nieuwssites. Onder het mom van nepnieuws en de strijd tegen terreur. In 2016 veranderde Facebook bijvoorbeeld zijn algoritmen, waardoor pagina’s van onafhankelijke media minder zichtbaar werden. In plaats daarvan zouden gebruikers meer posts van vrienden en familie zien. Dit had een directe impact op The Electronic Intifada: het aantal bezoekers dat via Facebook op onze site kwam, daalde met 14 procent.
“Het is de taak van alle media om een eerlijk beeld te geven van wat er in de Palestijnse gebieden gebeurt
We hebben echt een gevaarlijk punt bereikt: een samensmelting van politieke elites met bedrijven in Silicon Valley. Deze trend vormt een bedreiging voor onafhankelijke journalisten en burgers die sociale media gebruiken voor nieuws. Zoals Palestijnse burgers, voor wie Facebook een belangrijke nieuwsbron is.”
Ben je nooit klaar met dit werk?
“Ik hoop het wel. Niet dat ik er moe van word, maar het is de taak van alle media om een eerlijk beeld te geven van wat er in de Palestijnse gebieden gebeurt. Zolang ze dit niet doen, ga ik door. Wat nog beter zou zijn: gerechtigheid. Dan is deze berichtgeving überhaupt niet nodig.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand