Partnerbericht

Voedselketen van de toekomst

Elke maand interviewt De Gezonde Stad een duurzame Amsterdamse koploper. Deze keer spreken we Sem Roefs, directeur van MijnStadstuin. Amsterdammers en ondernemers werken hier aan de voedselketen van de toekomst.

Handen uit de mouwen

Volgens Sem Roefs van MijnStadstuin, is het voedselsysteem kapot: ‘We verspillen een derde van al het eten dat we produceren op aarde. De biodiversiteit en de kwaliteit van de bodem verslechtert. En van grond naar mond legt ons voedsel te veel kilometers af.’ Het goede nieuws is dat dit anders kan. Bij MijnStadstuin dragen ze bij aan verandering door lokaal en seizoenaal te produceren. Ze hebben 4 hectare, ofwel 8 voetbalvelden, aan doe-het-zelf voedselvoorziening!

 

Hoe draag jij bij aan een duurzaam en gezond amsterdam?

‘Bij MijnStadstuin gebeurt veel. Mensen kunnen bij ons moestuinen huren. Onze tuinbutlers staan de huurders bij met raad en daad en leggen uit hoe het tuinieren werkt. Huurders eten uit eigen tuin en leren bijvoorbeeld dat je niet het hele jaar aardappels kunt oogsten. We zien dat mensen daardoor wat lokaler en seizoenaler gaan eten. Op Mijn Stadstuin werken ook veel duurzame ondernemers, bijvoorbeeld UPZWAM, een bedrijf dat oesterzwammen kweekt op koffiedik. Of Groenhartig, een onderneming die lokaal eten levert aan de Amsterdamse horeca. Als je verder doorloopt kom je bij Kwekerij Wiering die biologische kruiden en grassen kweekt voor balkons, tuinen en terrassen. Je kunt ook bloemen plukken bij Lokale Bloemetjes of komen kijken bij Het Natuurtalent. Zij ontwerpen ecologische Amsterdamse tuinen en vervangen tegels door planten. MijnStadstuin heeft ook nog eigen projecten. Zo verbouwen we hop voor bierbrouwer Oedipus, en hebben we een voedselbos van 6000 vierkante meter en maken we compost van ‘afval’ uit de buurt.’

 

Hoe ben je terecht gekomen bij Mijn Stadstuin?

‘Na mijn studententijd startte ik met vrienden een cateringbedrijf. We vroegen ons al snel af  waar het voedsel dat we verwerkten vandaan kwam. Toen kwamen we terecht bij het Slow Food Youth Network, en heb ik de academie doorlopen voor jonge food professionals. Daarna ben ik bij Food Hub gaan werken, een plek die een food transitie wil bevorderen. Dit was interessant, maar ik stond niet met m’n poten in de klei. Toen ik de kans kreeg om met het Slow Food Youth Network naar Sardinië te fietsen en op een boerderij te gaan werken, heb ik dat meteen gedaan. Ik kwam terecht bij een oud stel. Zij waren nagenoeg zelfvoorzienend. Het was erg idyllisch: ze hadden olijfbomen, schapen en maakten kaas. We stonden vroeg op, dronken een cappuccino en gingen aan het werk. Het leven van die mensen stond in het teken van voedsel. Dit vond ik inspirerend. Lekker eten met fijne mensen is natuurlijk het beste wat er is. Op de boerderij deelden we al die kennis over voedsel niet met anderen. Toen ik terugkwam wilde ik juist met mensen delen hoe te gek het is om met voedsel bezig te zijn! Toen zag ik de functie voorbij komen bij MijnStadstuin. Wekelijks eten er honderden mensen van het voedsel wat hier wordt geproduceerd. Daar ben ik heel trots op. Ik wil dat mensen bij ons iets kunnen leren over voedselproductie. Dat is voor mij de kern.’

 

Wat is je droom?

‘Er is geen silver bullet voor het voedselsysteem. Als het had bestaan dan was dat al heel succesvol geweest. Het voedselsysteem is kapot, maar gelukkig zijn er veel mensen die hard werken voor oplossingen. Je kan elke dag zelf keuzes maken. You can vote with your own fork: door wat je eet kan je je wereld om je heen vormgeven. Als je bijvoorbeeld kiest om je groenten te kopen bij De Stadsgroenteboer, een ondernemer bij MijnStadstuin, dan kies je voor biodiversiteit. Ze verbouwen op het terrein duurzame en lokale groenten. Op de 4000 vierkante meter die ze van ons huren, verbouwen ze wel 80 verschillende gewassen. In tegenstelling tot gangbare landbouw waar één gewas groeit op 80 duizend vierkante meter. Mensen kunnen dus invloed hebben op de wereld om hen heen door de dagelijkse keuzes die ze maken. Dat klinkt misschien zwaar, maar ik vind dat juist een leuke en interessante uitdaging.’

 

Hoe ziet jouw ideale Amsterdam eruit?

‘Ik gun de Amsterdammers de ervaring hoe leuk het is je eigen voedsel te verbouwen en te weten waar je voedsel vandaan komt. In mijn ideale Amsterdam zijn alle stedelingen tenminste een keer op een boerderij geweest om wat voedsel te kopen. Ik vind dat we veel meer eten lokaal moeten gaan verbouwen. Amsterdam kan hier wel leren van andere steden. In Toronto (Canada) heb je bijvoorbeeld een actieve voedselraad. Het is eigenlijk zo logisch en belangrijk om zo’n raad in je stad te hebben. Deze kan alle verschillende partijen zoals supermarkten, boeren en koks samenbrengen.’

 

Wat zou ik morgen kunnen doen om de stad duurzamer of gezonder te maken?

‘Ik zou tijdens het eten het gesprek aangaan over voedsel. Waarom heb je dit gekozen en waar komt het vandaan? Is het in het seizoen en komt het van ver? Op dit moment heb ik veel kool in de tuin staan. De pompoenen beginnen er bijna aan te komen. Ik heb een voedselpakket van de Stadsgroenteboer en ga vanavond Mapo Tofu maken met mijn huisgenoten. Ik eet vandaag hyper lokale groenten: kool, radicchio en venkel. Ik vind het belangrijk dat mensen leren over voedsel. Dat ze zelf met de handen in de aarde kunnen zitten en mee kunnen maken hoe een aubergine groeit. Ik geloof niet dat mensen nog iets weg zullen gooien als ze zien hoeveel werk het kost om zoiets moois te laten groeien.’