De helft van de mensen met een migratieachtergrond die al langer in Nederland zijn of in Nederland zijn geboren, ervaren Nederland niet als een gastvrij land voor hen. Zij zijn somber over de politiek en ervaren vaak discriminatie vanwege hun afkomst.
Dat blijkt uit het onderzoek ‘Gevestigd maar niet thuis’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het SCP pleit ervoor het bestrijden van discriminatie onderdeel te maken van het integratiebeleid. Volgens het SCP is er sprake van een ‘integratieparadox’: mensen met een migratieachtergrond in een betere sociaal-economische positie voelen zich vaker buitengesloten.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 4 maart 2022.
Ook Nadia Bouras (41), universitair docent migratiegeschiedenis aan de Universiteit van Leiden met twee ouders uit Marokko, heeft het gevoel dat Nederland een ‘etnische obsessie’ heeft, die ‘aanvankelijk goedbedoeld’ was. Nederlanders willen volgens haar weten wat de problemen zijn, wie de problemen heeft, met als doel ze op te lossen. “Zo ontstaat de behoefte om de samenleving te categoriseren.”
Welke categorieën dat zijn en hoe we die noemen is al jaren onderwerp van discussie. Zo zijn er de wetenschappelijke categorieën, bedoeld om gegevens in statistieken te vatten. Maar ook de bevolking heeft de neiging om mensen in groepen in te delen. “Het CBS beweegt mee met maatschappelijke discussies”, denkt Yilmaz.
“Impliciet en expliciet wordt zo benoemd wie de ‘echte’ Nederlander is en wie niet
Maar dat is niet zonder gevaar, zegt Bouras. “Impliciet en expliciet wordt zo benoemd wie de ‘echte’ Nederlander is en wie niet.” Maar vanuit haar rol als onderzoeker is Bouras er geen voorstander van om het etnisch registreren helemaal af te schaffen. Eerder gaf ze op OneWorld.nl al voorbeelden van relevante statistiek op basis van etniciteit. Zo komen bepaalde aandoeningen meer voor bij bepaalde bevolkingsgroepen, zoals diabetes onder Hindoestaans-Surinaamse Nederlanders. “Sommige ontwikkelingen zijn belangrijk om te monitoren.”
Hoe noemde Nederland migranten en kinderen van migranten vroeger en nu?
Vreemdelingen
19e eeuw – nu
Het woord ‘vreemdelingen’ is van oudsher een woord voor een onbekende, maar lijkt vanaf de negentiende eeuw steeds vaker het standaardwoord voor migranten te zijn. De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) gebruikt het woord voor iemand die geen Nederlandse nationaliteit heeft, bij het CBS zijn dat ‘niet-Nederlanders’.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) schreef in 2016 dat ‘vreemdeling’ voor het ‘integratiebeleid’ niet toereikend was: iemand die genaturaliseerd is tot Nederlander of iemand uit een (voormalig) overzees gebied, was immers geen vreemdeling meer. In kranten betekent het door de jaren heen van alles. Zo schrijven Trouw in 1980 en de Volkskrant in 1990 over ‘legale en illegale vreemdelingen’.
Jaren 40 – jaren 90
“Hoe kun je aan iemands uiterlijk zien of die een buitenlander is of niet?
Gastarbeider
Jaren 60 – jaren 80
Arbeiders die na de Tweede Wereldoorlog uit Zuid-Europa, Turkije of Marokko naar Nederland kwamen, waren ‘gastarbeiders’. ‘De verwachting was dat ze binnen afzienbare tijd terug zouden keren naar hun land van herkomst. Maar toen de gezinshereniging in de jaren zeventig op gang kwam, bleven veel ‘gastarbeiders’ in Nederland wonen.
Nieuwkomers
Jaren 60 – jaren 90
In een wetsartikel uit 1994 staat dat een ‘nieuwkomer’ iemand is met de Nederlandse nationaliteit die na een periode in het buitenland terugkeert naar Nederland. Maar het is ook een vreemdeling die volgens de Vreemdelingenwet in Nederland mag verblijven.
In kranten zijn nieuwkomers ongeveer dezelfde groep als ‘gastarbeiders’. Zo noemt Het Parool begin jaren negentig specifiek mensen uit de Antillen, Suriname, Marokko en Ghana. Bij het Bureau Nieuwkomers in Tilburg hebben ze het ook nog over mensen ‘met Arabisch als voertaal’.
De Egyptisch-Nederlandse Mona Hegazy (42) is universitair docent Arabisch aan de Universiteit van Amsterdam. Zij was volgens het CBS een tweede generatie allochtoon, toen iemand met een niet-westerse migratieachtergrond en nu een niet-Europees kind van een migrant. ”De nieuwe termen zijn oude wijn in nieuwe zakken. Westers en niet-westers zijn vervangen door Europees en niet-Europees. De indeling is daarmee eigenlijk exact hetzelfde”, vindt ze. Zowel Hegazy als haar kinderen zijn in Nederland geboren en opgegroeid en daarom ziet ze zichzelf als ‘Nederlander’. ”Toch wordt mijn zoon gevraagd op school waar hij vandaan komt. En bij een Nederlander denkt men nog steeds niet aan iemand zoals ik, met een hoofddoek.”
Jaren 70 – nu
Door de oliecrisis in 1979 raken veel ‘gastarbeiders’ in Nederland hun baan kwijt. Vanaf dat moment worden ze gezien als ‘culturele’ of ‘etnische minderheden’. Dat vertaalt zich in het zogenoemde ‘minderhedenbeleid’. In 1984 staat in een artikel in NRC dat burgemeesters en wethouders van de vier grote steden vinden dat het minderhedenbeleid te weinig rekening houdt ‘met de diverse nationaliteiten, die grote verschillen vertonen’. De minderhedennota laat volgens hen relatief grote groepen buitenlanders, zoals Chinezen en Pakistani, buiten beschouwing.
Asielzoekers
Jaren 70 – nu
Een asielzoeker is volgens de VN iemand die de bescherming van een ander land inroept en zo in dat land ‘asiel’ aanvraagt. Het CBS noemt iemand een asielzoeker wanneer die een aanvraag om toelating als vluchteling heeft ingediend.
1971 – 2016
In 1971 introduceert socioloog Hilda Verwey-Jonker (1908 – 2004) het woord ‘allochtoon’ als ‘neutraal’ alternatief voor de termen gastarbeiders, buitenlanders en etnische minderheden. Het woord is afgeleid van het Grieks en betekent letterlijk ‘van een ander land’ of ‘van een andere aarde’. Ze introduceert ook het begrip ‘autochtoon, wat letterlijk ‘van eigen bodem’ betekent.
Als de WRR in 1989 het rapport Allochtonenbeleid publiceert, raakt het begrip pas echt ingeburgerd. Vanaf dat moment gebruikt ook het CBS die term. Veel Nederlandse wetenschappers, politici, beleidsmakers en journalisten gebruikten het woord ‘allochtoon’, waarna de bevolking het overnam.
Medelanders
Jaren 80 en 90
Het woord ‘medelanders’ lijkt grofweg overeen te komen met de betekenis van het woord ‘nieuwkomers’. In het AD (1985) gaat het over een groep medelanders die bestaat uit ‘Chinezen, Marokkanen, Turken, Surinamers en Antillianen’.
In 1992 schrijft NRC over een reclamecampagne die moet benadrukken dat ‘medelanders ook werken’. Medelanders zijn volgens de auteur Nederlanders ‘van onmiskenbaar buitenlandse komaf.’ Het gaat in de campagne onder meer over iemand die bidt tot Allah en een vrouw met een ‘gekleurde gelaatskleur’.
Marlies Hanifer (40) is communicatieadviseur bij de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Ze is geboren en getogen in Nederland, maar heeft een Algerijnse vader. “Als student gaf ik maatschappijleer op een middelbare school die subsidie voor mij bleek te krijgen omdat ik ‘allochtoon’ was. Daar schrok ik erg van.” Ze zou zichzelf altijd aanduiden als ‘Nederlander’. Eerst viel ze in de categorie ‘tweede generatie niet-westerse allochtoon’. Met de nieuwe CBS-indeling is ze ‘kind van migrant uit 3.6.1.: Overig Afrika’. Daarover schreef ze op Twitter: ‘Geredeneerd vanuit de meest voorkomende migratiegroepen in Nederland: overig-overig. Voelt toch als een leftover-bakje’.
Jaren 80 – nu
Vluchtelingen zijn mensen die hun thuisland moeten ontvluchten. Sinds de jaren tachtig wordt onderscheid gemaakt tussen ‘economische vluchtelingen’ en ‘politieke vluchtelingen’. Economische vluchtelingen zouden op zoek zijn naar een betere levensstandaard. Zij worden ook wel – zoals in dit opiniestuk in Trouw (1990) – ‘niet-echte vluchtelingen’ of ‘gelukzoekers’ genoemd.
Het CBS beschouwt asielzoekers pas als vluchteling wanneer vaststaat dat zij in het land van herkomst ‘gegronde vrees hebben voor vervolging vanwege een godsdienstige of politieke overtuiging, nationaliteit, ras of het behoren tot een bepaalde sociale groep’. In de volksmond is dat een ‘politieke vluchteling’.
Eerste, tweede en derde generatie allochtoon
Jaren 80 – 2022
Het CBS maakte onderscheid tussen allochtonen die zelf in het buitenland geboren zijn (eerste generatie) en personen die in Nederland geboren zijn (de tweede generatie) maar van wie minstens één ouder in het buitenland geboren is. In 2016 keken onderzoekers zelfs nog naar derde generatie. Dat zijn personen van wie beide ouders in Nederland geboren zijn, maar van wie ten minste één van de vier grootouders in het buitenland is geboren.
Jaren 80 – 2022
Het CBS voegde aan het woord ‘allochtoon’ het onderscheid ‘westers’ en ‘niet-westers’ toe. Opvallend daarbij is dat die indeling gebaseerd was op het veronderstelde welvaartsniveau, de geografische of culturele nabijheid en op veronderstellingen over het problematische karakter van een groep.
“‘Niet-westers’ waren mensen met een achtergrond in Afrika, Latijns-Amerika en Azië
Statushouders
Jaren 90 – nu
De overheid noemt asielzoekers statushouders zodra zijn een verblijfsvergunning krijgen. Het CBS noemt mensen die een verblijfsvergunning krijgen en vanuit de opvang voor asielzoekers naar een woning doorstromen ‘asielmigranten’.
2016-2022
In 2009 en 2011 concludeert het Sociaal Cultureel Planbureau dat ‘allochtoon’ inmiddels een negatieve bijklank heeft. De term lijkt synoniem te zijn aan ‘achterstand’ en ‘niet thuis zijn in Nederland’. Vanwege die connotatie deed het CBS het woord in 2016 in de ban. Voortaan zou het spreken van een ‘persoon met een migratieachtergrond’.
Migrant en kind van migranten
2022
Voortaan wordt iemand die niet in Nederland geboren is door het CBS ‘migrant’ genoemd. Mensen die zelf in Nederland geboren zijn, maar waarvan één van de ouders in het buitenland is geboren, zijn dan ‘kinderen van migranten’. Eerste, tweede en derde generatie en de indeling westers/niet-westers worden vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 4 maart 2022.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand