Achtergrond

‘Bayer zette wetenschap jarenlang op dwaalspoor’

Al in 2003 was er wetenschappelijk bewijs dat bepaalde insecticiden zeer schadelijk zijn voor bijen. Toch liet een Europees verbod nog vijftien jaar op zich wachten. De invloed van fabrikanten als Bayer en Syngenta is daarbij groot geweest, zegt hoogleraar Jeroen van der Sluijs.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De eerste waarschuwingssignalen dat iets niet pluis was kwamen al in de jaren ’90, vertelt hoogleraar Jeroen van der Sluijs. “We hoorden verhalen van Franse imkers, dat bijen na het halen van nectar totaal gedesoriënteerd op de grond vielen”, vertelt de chemicus en universitair hoofddocent van de Universiteit Utrecht. “Er werd destijds gesproken van de ‘gekke bijenziekte’.”

Er werd gesproken van de 'gekke bijenziekte'

Het is volgens Van der Sluijs het eerste anekdotische bewijs dat neonicotinoïden, een klasse bestrijdingsmiddelen die vandaag de dag op grote schaal in de landbouw worden gebruikt, zeer schadelijk zijn voor bijen. Van der Sluijs gaf van 2011 tot 2014 leiding aan een internationale werkgroep die hierover aan de Verenigde Naties rapporteerde. Hij waarschuwt al jaren voor de gevaren.

'Ecologisch armageddon'

Inmiddels vindt Van der Sluijs steeds meer medestanders. ‘Risico voor bijen bevestigd’, stelde ook de Europese voedselwaakhond EFSA in februari dit jaar. In april volgde een Europees verbod op drie veelgebruikte neonicotinoïden, vanwege de toenemende zorgen om afname van bijen en andere insecten.
Wat zijn neonicotinoïden?

Neonicotinoïden zijn stoffen verwant aan nicotine, die begin jaren ‘90 als bestrijdingsmiddel in de landbouw zijn geïntroduceerd. Chemiebedrijven Syngenta, BASF en Bayer zijn bekende fabrikanten. Een van de manieren waarop ‘neonics’ worden ingezet, is door zaden van een coating te voorzien. Zo worden de chemicaliën via het sap van de plant opgenomen, wat gewassen als aardappel, zonnebloem en maïs van binnenuit giftig maakt voor vraatinsecten.

De situatie is volgens de Britse bioloog Dave Goulson inmiddels zo ernstig, dat hij in The Guardian eind vorig jaar sprak van een ‘ecologisch armageddon’ dat zich zou voltrekken. Zo toont recent onderzoek dat in Duitse natuurgebieden maar liefst 76 procent van de totale insectenpopulatie in een kwart eeuw tijd is verdwenen. In Nederland staan ondertussen 181 van de 358 inheemse bijensoorten op ‘de rode lijst’, wat betekent dat ze worden bedreigd met uitsterven of al reeds zijn verdwenen.
Ik wil graag weten: waarom heeft het zo lang geduurd totdat de Europese autoriteiten ook de gevaren zagen, en de politiek actie ondernam? Ik bel naar Noorwegen, waar Van der Sluijs tevens een aanstelling heeft aan de Universiteit van Bergen.
In 2011 wees u in het televisieprogramma Zembla al op de gevaren van neonicotinoïden voor de bij. Krijgt u nu, met het Europese verbod, uw gelijk?

“In de wetenschappelijke wereld had ik al veel eerder – om in uw termen te spreken – mijn gelijk gekregen. Het punt is echter dat het heel lang duurt totdat de politiek met maatregelen komt. Kijk naar imidacloprid, dat is één van de gifstoffen die schadelijk zijn voor bijen, en die de Europese Unie nu gaat verbieden. Daarover was in 2003 onder wetenschappers al bekend dat bij normaal gebruik in de landbouw, er onaanvaardbare nevenschade is voor bijen en voor andere bestuivende insecten.”

Als die wetenschappelijke kennis er zoals u zegt in 2003 al was, waarom is een verbod op dit middel imidacloprid er dan nu pas gekomen, vijftien jaar later?

“Eén van de problemen is dat de toelatingsautoriteiten in Europa de onderzoeken van onafhankelijke academische laboratoria niet meewegen. Dat komt omdat alle onderzoeken in het toelatingsdossier aan een bepaalde standaard moeten voldoen: ‘Good Laboratory Practice’. Het is een keurmerk voor het beheer van de voorraad in een laboratorium, maar zegt helemaal niks over de kwaliteit van het onderzoek. Dit keurmerk is totale onzin en bevoordeelt de chemische industrie. Toen de richtlijnen in de EU werden vastgesteld, hebben zij blijkbaar die slag gewonnen.”

Hoogleraar Jeroen van der Sluijs is expert op het gebied van ‘nieuwe risico’s’ en wetenschappelijk controversen. Foto: Liesbeth Sluiter.
Hoe bevoordeelt dit de industrie?

“Omdat alleen hun studies zo’n certificaat hebben. Het kost namelijk heel veel geld om zo’n certificaat te verkrijgen, en er zijn jaarlijkse kosten voor een lab om het certificaat te behouden.”

Fabrikanten zijn andere oorzaken van de bijensterfte gaan onderzoeken

Naast laboratoriumonderzoek, hebben fabrikanten zoals Bayer en Syngenta in het algemeen veel geld gestoken in veiligheidsstudies naar deze middelen begrijp ik.

“Dat is absoluut het geval. Toen in de jaren ’90 bekend werd dat deze middelen bijwerkingen voor bijen hadden, zijn de producenten vanaf dat moment in navolging van de tabaksindustrie systematisch allerlei andere oorzaken van de bijensterfte gaan onderzoeken. De zogenaamde ‘rode haringen’ waarmee dwaalsporen worden uitgezet. Zo is vrijwel al het onderzoek naar de varroamijt, een parasiet waar bijen last van kunnen hebben, door Bayer en consorten gefinancierd. Het gevolg is dat wanneer je nu zoekt naar wetenschappelijke literatuur over de oorzaken van de bijensterfte, dat je dan heel veel vindt over deze varroamijt en allerlei andere bijenziekten, maar vrijwel niks over de rol die insecticiden spelen.”

Vormt de parasiet dan geen grote bedreiging?

“Die varroamijt is zeker een probleem voor honingbijen. Er zijn meerdere factoren die een rol spelen bij bijensterfte, maar let wel: de varroamijt komt alleen voor bij de door mensen gehouden honingbij. Er zijn wereldwijd echter zo’n 25 duizend bijensoorten; wilde bijen met name. Die hebben allemaal last van die neonicotinoïden. Het gaat om bestuivende insecten die essentieel zijn voor de landbouw en voor het ecosysteem. Die gaan wereldwijd in aantallen sterk achteruit, en dat valt precies samen met marktintroductie van deze middelen.”

Getuige-deskundige voor Bijenstichting

Jeroen van der Sluijs treedt sinds 2010 op als getuige-deskundige voor de Bijenstichting, waar het gaat om bezwaarprocedures tegen toelating van neonicotinoïden. De ‘kleine vergoeding’ die hij daarvoor incidenteel ontvangt draagt hij af aan de Universiteit Utrecht, aldus Van der Sluijs.

Ik begrijp dat de Wageningen Universiteit zich ook lange tijd met financiering van Bayer heeft gericht op het bestuderen van de varroamijt als de belangrijkste oorzaak van de bijensterfte.

“Ja, die doen heel veel van dit soort onderzoek in opdracht van de fabrikanten en het ministerie van Landbouw. Dat terwijl ook al erg lang duidelijk is dat er een correlatie bestaat tussen blootstelling bij bijen aan insecticiden, en de vatbaarheid voor deze varroamijt. Als bijenvolken verzwakt raken doordat ze met insecticiden in aanraking komen, worden ze vatbaarder voor varroa-infecties.”

Ik zie een patroon waar de studies systematisch zijn opgezet in het voordeel van de industrie

Ik probeer te begrijpen hoe het kan dat deze insecticiden zo lang op de markt zijn gebleven. Onafhankelijk laboratoriumonderzoek is dus niet meegewogen, zegt u. Maar nog steeds moeten fabrikanten in de Europese Unie bewijzen dat hun pesticiden veilig zijn op basis van eigen studies. Zijn die onderzoeken dan niet goed?

“Dat is iets dat wij als onafhankelijke wetenschappers vrijwel niet kunnen nalopen. De industriestudies die zijn gebruikt bij de toelating zijn bedrijfsgeheim. In de rapporten van de toelatingsinstanties, in Europa is dat de European Food Safety Authority [EFSA, VH], zijn alleen de conclusies openbaar gemaakt. Er is een voorbeeld van een studie die we wél konden inzien, omdat deze werd gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Daarvan konden we aantonen dat de onderzoeksopzet niet goed was. ‘Flawed by design’ heet dat. Bij deze studie lagen de proefvelden zo dicht bij elkaar, dat de bijen zowel bij het veld konden foerageren dat behandeld was met insecticiden, als ook bij het onbehandelde veld. De studie vond geen effect, maar vanwege de opzet betekent dat niet dat deze middelen veilig zijn. Deze studie, die betaald bleek door Bayer, is gebruikt bij de toelatingen in Canada, de Verenigde Staten en in Europa.”

Massale insectensterfte is een feit

Is hier opzet in het spel denkt u?

“Je kan iemands intenties niet aantonen, maar dit is geen onzorgvuldigheid. Ik zie echt een patroon bij deze studies, waarbij de opzet systematisch dusdanig is dat de uitkomsten in het voordeel van de industrie zijn. Vergeet niet dat het om een miljardenmarkt gaat wereldwijd.”

Dit jaar heeft het EU-milieuagentschap EFSA uiteindelijk ook geconcludeerd dat deze neonicotinoïden gevaarlijk zijn voor bijen, en nu worden deze insecticiden dus in heel Europa verboden. Het systeem werkt uiteindelijk dus toch.

“Het is een belangrijke stap, maar als ik eerlijk ben is dit besluit te weinig en te laat. Te weinig omdat er nog te veel uitzonderingen in staan. Zo geldt het verbod maar voor drie van de vijf neonicotinoïden die op de markt zijn. Ook wordt het gebruik in de kasteelt niet verboden. De tuin- en sierplanten die bij het tuincentrum te koop zijn komen uit kassen, en vanwege behandeling met deze insecticiden zijn de bloemen nog jarenlang giftig voor bijen. Het verbod komt ook te laat omdat een deel van de nevenschade van ruim twintig jaar steeds grootschaliger gebruik van deze stoffen onomkeerbaar is. Teveel insecten zijn inmiddels verdwenen.”

Met zulke grote financiële belangen weet je dat de controverse voort zal duren

Hoe zou het wel moeten?

“Er zou op een andere manier om moeten worden gesprongen met conflicterende informatie en onzekerheden, waarbij er veel meer wordt uitgegaan van het voorzorgsprincipe. Bij dit soort vraagstukken waarbij je hoge onzekerheden in de wetenschap hebt, en daarnaast een groot financieel belang voor het bedrijfsleven; dan weet je dat er gewoon nooit consensus zal komen. Dit omdat er een partij is die geen belang heeft bij consensus, en ervoor zal zorgen dat de controverse blijft voortduren.”

Er is nu grote beroering over de enorme afname van bijen en andere insecten. Je zou eigenlijk willen dat de politiek al handelt voordat er grote schade is aangericht.

“Naar mijn mening moet daarvoor het hele toelatingssysteem op de schop. Er zit goede kennis bij de industrie, dus samenwerking tussen academische wetenschappers en de industrie is prima. Maar de bedrijven zelf de studies laten doen, en ze dan ook nog de toelatingsrapporten zelf laten opstellen zoals nu gebeurt? Dat is vragen om problemen! Wat je naar mijn mening moet doen is de industrie laten betalen voor het wetenschappelijk onderzoek, maar er dan wel een firewall tussen plaatsen, en een volstrekt onafhankelijke organisatie in het leven roepen die het onderzoek doet naar de veiligheid. Op de huidige manier is de onafhankelijkheid echter niet te waarborgen.”

Wageningen Universiteit is gevraagd om een reactie naar aanleiding van dit interview. De universiteit was echter niet beschikbaar voor commentaar.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons