De zon schijnt volop in Genève. Bij het Royal Manor hotel waar de Syrische oppositie verblijft, lopen twee voormannen van de Syrische gewapende oppositie naar binnen. Ik spreek een van hen aan, en hij blijkt meteen bereid een interview te geven. Het is kolonel Fateh Hasson, vice commandant van het Vrije Syrische Leger, en commandant van het front in Homs.
Waarom bent u hier in Genève? Het regime en Rusland houden zich immers niet aan het staakt-het-vuren dat eind december is afgesproken?
“Wij zijn hier vanwege de druk van de internationale gemeenschap, vooral de Verenigde Naties. Staffan De Mistura (de VN-Syrië gezant, red.) heeft ons uitgenodigd na druk van vooral Rusland, en ook wel van de VS. Ze zeiden dat het onderhandelingsteam van de oppositie voor de helft uit politici moet bestaan en voor de helft uit militairen.”
Waarom willen Rusland en de VS dit?
“Omdat de militairen op de grond zijn, niet de politici. En in de bevrijde gebieden controleren wij de militaire en de veiligheidssituatie, de andere zaken worden door lokale stads- en dorpsraden geregeld. Wij werken min of meer met hen samen. Overigens, vanaf het begin in 2011 zagen wij dat een politieke oplossing een voorwaarde is voor het ten val brengen van Assad.”
Gebruiken jullie een tolk om met de Russen te communiceren?
“Nee, de meeste Russen hier aanwezig spreken wel Arabisch. Gisteren hadden we een gesprek met de Russisiche onderminister van Buitenlandse Zaken, Gatilov Gennadiy Mikhailovich.”
Is dat niet moeilijk omdat de Russen gewoon door blijven bombarderen, op 29 maart nog op ontheemden in de provincie Idlib?
“Ja, Gatilov zei gisteren ook weer dat de Russen zich zullen houden aan het-staakt-het-vuren. Dat hebben ze al vaker gezegd maar het gebeurt niet. We weten dat ze liegen, maar we praten met hen alleen over een politieke oplossing, niet over militaire zaken. Sinds tien dagen zijn wij ook weer begonnen met vechten, omdat zij ook niet stoppen, in Damascus, Hama en Deraa. De Russen vroegen ons eerst om naar Astana te komen. Dat was de moeilijkste stap. De tweede keer hebben wij Astana geboycot, omdat de Russen, het regime en Iran zich niet aan de afspraken van Astana I hadden gehouden, om het staakt-het-vuren te verstevigen. Tijdens Genève IV (begin maart) vroeg De Mistura ons om naar Genève te komen, op verzoek van de internationale gemeenschap. Gisteren tijdens ons gesprek met de Russische onderminister Gatilov vroeg die ons om vier en vijf mei weer naar Astana te komen.”
U zei dat het VSL weer is begonnen met vechten in oost Damascus, Deraa en Hama. Wat is de stand van zaken aan die drie fronten?
“Wij boeken vooruitgang.”
Hoe kan dat, ondanks de bombardementen van Rusland en het regime, ondanks de tienduizenden door Iran geregelde sjiitische strijders?
“Dat komt vanwege het vele onrecht. Daardoor springt de vlam telkens in de pan, explodeert het. Assad heeft Iraniërs, Hezbollah strijders en Iraakse milities. Dan heeft hij nog Fatimiyyoun, dat zijn Afghaanse brigades, en Zaynabiyyoun, Pakistaanse brigades voor hem vechten. Die strijders zijn gemotiveerder dan de Syrische regeringssoldaten. Ze denken ze voor Zaynab vechten, de dochter van Ali, de stichter van de sjiitische Islam. De Syrische regimesoldaten zijn veel minder gemotiveerd, die zetten het vaak op een vluchten. En dan zien we ook dat wanneer zij gevlucht zijn, de sjiitische strijders vaak niet doorgaan.”
Hoeveel strijders heeft het Vrije Syrische Leger in heel Syrië?
"Meer dan 150.000.”
Er verschijnen wel eens berichten over Egyptenaren die Assad helpen, wat weet u daarvan?
“Op de legerbasis Hmaimim in Latakiya, de belangrijkste basis voor de Russen, geven Egyptische militaire experts training over het gebruik van wapens.”
Hoe weten jullie dat?
“Ten eerste omdat wij gesprekken onderscheppen, waaronder in Egyptisch dialect. Ten tweede worden er vanaf verschillende frontlinies uit door het regime gecontroleerd gebied raketten van Egyptische makelij afgevuurd. En ten derde hebben wij binnen het regeringsleger spionnen die ons informeren. Zelf was ik bijvoorbeeld commandant op de militaire basis Hmaimim in Latakiya, en ik sta nog steeds in contact met collega’s uit het regeringsleger die daar niet weg kunnen, maar dat wel graag willen. Zo hebben wij een netwerk van spionnen binnen het regime. De Egyptische militaire experts zijn daar trouwens gekomen door bemiddeling van de Russen.”
De Egyptische president Al-Sisi zei onlangs dat Egypte wil meedoen aan de bevrijding van Raqqa. Hoe kijken jullie daar tegen aan?
“Het is bluf. Sisi kan de Sinai niet eens controleren. Hoe wil hij naar Raqqa gaan?”
En naar Oost-Aleppo hebben de Russen nu Tsjetsjeense politieagenten gebracht.
“Ja. Ze legden het eerst aan ons voor. Ze dachten dat het een goed idee was om soennitische moslims naar de stad te brengen, die zouden sneller geaccepteerd worden. Wij hebben gezegd dat het ons niet uitmaakt of iemand moslim of niet moslim is, het gaat ons er alleen maar om of iemand voor het regime is of voor het volk.”
Hoe gaat het op de grond in Syrië? Jullie zijn sinds vorige week weer begonnen met vechten, in Oost Damascus bijvoorbeeld.
“Ja, wij hebben twee wijken daar veroverd op het regime, Jobar en de industriële wijk. We zitten op tien kilometer van de Russische ambassade in Damascus.
En hoe ver van het centrum?
“We zitten al in de centrum.”
Kan Assad blijven zitten als resultaat van de VN vredesbesprekingen, zoals de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken deze week opeens leek te suggereren?
“Onmogelijk. De VN zou zichzelf tegenspreken, ze hebben rapporten gepubliceerd over de grove mensenrechtenschendingen in Syrië.”