Onder de zeebodem buiten de kust van Mozambique en Tanzania liggen gasvoorraden die behoren tot de grootste ter wereld. Drie biljoen kubieke meter aan bewezen voorraden en, volgens het Amerikaanse consultancykantoor Wood Mackenzie, mogelijk 2,8 biljoen meter aan nog onontdekte voorraden. Als deze inschatting klopt, dan beschikken de Afrikaanse landen samen over een vergelijkbare hoeveelheid gas als Australië, dat naar verwachting rond 2020 Qatar inhaalt als ’s werelds grootste producent van vloeibaar gas (lng).
“Het is bijna beangstigend, zo veel als hier staat te gebeuren”, zei een manager van een Rotterdams opleidingsbedrijf in de maritieme sector tijdens de missie in de Tanzaniaanse havenstad Dar es Salaam.
Miljardencontracten
Geen wonder dus dat minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, PvdA) tijdens haar missie (17 tot 21 februari) vergezeld werd door Nederlands grootste firma’s op het terrein van de energie- en offshore-industrie. Shell, Boskalis, BAM, Van Oord, Heerema: dat soort namen. De bedrijven hopen in de komende jaren, wanneer Mozambique en Tanzania hun gassectoren tot ontwikkeling brengen, miljoenencontracten – of zelfs miljardencontracten – af te sluiten. Installaties om lng in te produceren, pijpleidingen, havens: aan alles is behoefte.
Van hulp naar handel
De missie onderstreepte zo nadrukkelijk de verschuiving van hulp naar handel in de Nederlandse betrekkingen met ‘ontwikkelingslanden’. Die beweging was natuurlijk al aan de gang. Wat, preciezer gezegd, opviel in Mozambique en Tanzania was dat het aspect van de handel meer dan voorheen ging om Grote Handel. Vorig jaar in Ethiopië werd Ploumen nog vergezeld door het midden- en kleinbedrijf uit Nederland, door bedrijven die actief zijn in bijvoorbeeld zuivel en bloemen. In Mozambique en Tanzania ging het om veel grotere bedrijven. En niet om zuivel of bloemen, maar om gigantische hoeveelheden grondstoffen.
Misschien ook illustratief is dat het geplande missieonderdeel ‘landbouw’ in Mozambique geschrapt werd. “Er was onvoldoende belangstelling voor onder Nederlandse ondernemingen”, aldus een Nederlandse diplomaat die betrokken was bij de organisatie.
Wederzijdse economische belangen
De verschuiving van hulp naar handel niettegenstaande, blijft de bilaterale ontwikkelingsrelatie met Mozambique voorlopig intact. Mozambique is een van de armste landen in Afrika, het herstelt nog altijd van de burgeroorlog die er tot 1992 woedde. Inmiddels lopen de politieke spanningen in de voormalige Portugese kolonie weer op. De ruim veertig jaar oude bilaterale hulprelatie met Tanzania daarentegen is gestopt. Tanzania, stelt Den Haag, is rijp voor een samenwerking die stoelt op het nastreven van wederzijdse economische belangen.
Madelon Meijer van Oxfam Novib toonde zich bezorgd dat de aanstaande gasopbrengsten onvoldoende ten bate zullen komen van de inwoners van Mozambique en Tanzania. Meijer reisde als enige mee namens een grote maatschappelijke organisatie. “Hoe zit het straks met belastingafdrachten door bedrijven, met transparantie van investeringsverdragen?”, vroeg ze zich af. “Corporate social responsibility gaat verder dan het bouwen van een school of een ziekenhuis.”
‘Dutch disease’
De Nederlandse bedrijven hamerden tijdens hun ontmoetingen met lokale ambtenaren op hun reputatie qua maatschappelijk verantwoord ondernemen, die relatief goed zou zijn. Als het gaat om het inhuren en opleiden van lokaal personeel bijvoorbeeld, een onderwerp waar Mozambikaanse en Tanzaniaanse ambtenaren veelvuldig naar vroegen.
Minister Ploumen onderstreepte ook de reputatie van Nederlandse bedrijven wat betreft maatschappelijk verantwoord ondernemen. “Daarnaast benadruk ik tijdens mijn bilaterale gesprekken met ministers hier het belang van goed beheer van het gas”, aldus Ploumen. Ze deed dit door herhaaldelijk te herinneren aan ‘Dutch disease’, de term die opgang deed nadat Nederland de opbrengsten uit het gas in Groningen in de jaren zestig direct uitgaf en bijvoorbeeld de landbouwsector ‘verwaarloosde’. De gulden steeg in waarde, wat Nederlands internationale concurrentiepositie aantastte en export duurder maakte, wat weer leidde tot werkloosheid.
Zorgzame partner
Ploumen waarschuwde ook tegenover de plaatselijke pers voor Dutch disease. Een krant in Mozambique gebruikte de term in de kop boven een artikel over Ploumens bezoek. De onderliggende boodschap van Ploumen leek te luiden: kies voor het ontwikkelen van je gassector voor samenwerking met Nederland; wij weten uit ervaring hoe we jullie kunnen helpen met jullie belangen op de langere termijn. “Nederlandse bedrijven komen hier niet voor de snelle winst”, aldus Ploumen tegenover de Mozambikaanse pers. Nederland als zorgzame partner.
Het moet blijken of deze boodschap de Nederlandse bedrijven aan de gehoopte opdrachten gaat helpen. Aan de technologische know-how van de firma’s, met hun wereldwijde reputatie, leek niemand te twijfelen. Maar, waarschuwde een ambtenaar van het Mozambikaanse ministerie voor Minerale Hulpstoffen tijdens een onderonsje: onze deur wordt platgelopen door handelsmissies die onze gassector willen helpen ontwikkelen. Uit Groot-Brittannië, Frankrijk, Griekenland, Noorwegen en andere landen. “We hebben het voor het kiezen”, aldus de ambtenaar.