Leert Nederland niet van het verleden? Over een paar dagen vieren we Keti Koti, de afschaffing van de slavernij in Nederland. Maar terwijl wij vieren dat het land waarin we wonen zo’n 150 jaar geleden eindelijk bij zinnen kwam, stuurt ditzelfde land nu mensen terug naar de hel van slavenmarkten, martelingen en verkrachtingen.
Vorige week klapte de formatie op het voorstel om deals te gaan sluiten met ‘Noord- Afrikaanse landen’ zoals Europa eerder al had gedaan met Turkije. Het verhaal werd verkocht alsof dit een 'revolutionaire stap' was om de migratieproblemen op te lossen, maar niets is minder waar. Deze deals zijn helemaal niet nieuw. Vergelijkbare deals zijn allang gesloten en deze nieuwe ontwikkelingen zijn alleen maar een vervolg op het huidige migratiebeleid van Nederland en Europa.
Schijnhulp
In 2016 droeg Nederland een schip aan voor de EU-operatie EUNAVFOR MED Sophia met als doel om de Libische kustwacht te trainen. De uitgaven waren 6 miljoen euro in totaal. Verder financiert Nederland (1,5 miljoen euro) ook sinds 2016 een project van de International Organization of Migration (IOM) dat gericht is op de vrijwillige terugkeer van migranten, het trainen van de Libische kustwacht, het verbeteren van de infrastructuur en het voorzien van materialen zoals reddingsvesten en verrekijkers. Dit lijkt op het eerste gezicht misschien niet erg problematisch, totdat tot je doordringt dat het hier om de Libische kustwacht gaat.
Dezelfde kustwacht die door de organisatie Sea-Watch wordt beschuldigd van het mishandelen van vluchtelingen. Op 21 oktober 2016 maakte een groep migranten en vluchtelingen de oversteek in een rubberen boot. Ze werden geslagen door de Libische kustwacht. Het creëerde enorme chaos, met als gevolg dat alle 150 inzittenden in zee vielen. Vier mensen verdronken. Sea-Watch heeft de Libische kustwacht daarvoor aangeklaagd, het proces is nog in behandeling.
Dit jaar hoorden we opnieuw verhalen van Sea-Watch en andere organisaties zoals Artsen zonder Grenzen, die vorige maand getuige waren toen de Libische kustwacht het vuur opende terwijl een boot vol met migranten en vluchtelingen dichtbij was. Volgens Jugend Rettet, een Duitse organisatie, schoot de Libische kustwacht expres op de boot met migranten en vluchtelingen.
De Libische kustwacht wordt ervan beschuldigd vluchtelingen en migranten terug te sturen naar Libië. Eenmaal aangekomen in Libië worden ze opgewacht door soldaten van de Libische kustwacht die mensen doorverkoopt aan mensensmokkelaars, zo vertelden vluchtelingen en migranten.
Slavenmarkten, ondervoeding en marteling
Vorige week circuleerde er op Facebook een video die beelden toonde van de schrijnende situatie waarin veel vluchtelingen en migranten zitten. Op de beelden zijn uitgemergelde mannen te zien met littekens en wonden op hun lichaam .
De video werd live opgenomen waarbij te zien was hoe een Somalische journalist contact probeerde te maken met de Somaliërs die vast zitten in Libië. Toen de Libische bewaker de ruimte uitging, zagen de Somaliërs de kans om hun landgenoten in het Westen te laten zien wat zich daar afspeelt. Met trillende stem vertelt een man wat hen wordt aangedaan, vervolgens loopt hij naar de andere migranten en vluchtelingen en doen zij hun verhaal.
Een jonge Somalische man komt aan het woord. Hij ligt al drie dagen gedwongen op de grond met een steen op zijn rug die zijn verwondingen afdekken. Een van zijn tanden is eruit geslagen en zijn spieren zijn verslapt doordat hij dezelfde houding aan moet houden met de grote steen op zijn rug. Hij moet 8000 dollar betalen om vrij te komen.
De man die filmt zegt “Ik haal de steen eraf als de Libiërs er even niet zijn, als we ze weer horen dan leg ik de steen gauw weer terug. Het is ook gevaarlijk dat ik nu met je praat, maar omdat ik het filmpje maak, zal alleen ik boeten mochten zij erachter komen. Iedereen moet zien wat hier gebeurt, we hebben hulp nodig.” In de ruimte jammeren de mannen dat ze nog liever terug willen naar Somalië dan nog langer in Libië blijven. Vele mannen lijden aan huidziektes door de slechte hygiëne in de ruimtes en door de mishandeling raken de wonden geïnfecteerd.
Een screenshot van het gecirculeerde filmpje.
Somaliërs in de diaspora deelden deze en soortgelijke video’s, waarop te zien is dat mannen en vrouwen geslagen worden, in de hoop mensen aan te sporen geld te doneren en zo de mensen vrij te kopen. Dit werkt averechts en houdt deze mensenhandel in stand, maar een andere oplossing is er niet.
Moeders achtergebleven in het land van herkomst richten zich wanhopig tot de sociale media om het losgeld bij elkaar te krijgen. De migranten en vluchtelingen kunnen geen kant op totdat ze het geld bij elkaar hebben gekregen van familie uit het buitenland.
Vergelijkbare praktijken zijn ook al jarenlang aan de gang in Egypte. Zo werd duidelijk dat migranten en vluchtelingen die het geld niet bij elkaar wisten te krijgen, vermoord werden waarna de organen werden verkocht, zodat er alsnog geld kon worden verdiend. Het zijn niet alleen Somaliërs die in dit soort uitzichtloze situaties belanden. Ook Eritrëers, Ethiopiërs, Bengalen, Nigerianen en meer mensen uit sub-Sahara-Afrika zitten al maanden, in sommige gevallen jaren, vast in detentiecentra.
Uitzichtloze situatie in detentiecentra
Jan Peter Stellema is net terug uit Libië. Als operationeel adviseur van Artsen zonder Grenzen bezocht hij de detentiecentra waar AzG op dit moment medische hulp verstrekt. Over de detentiecentra zegt hij: “In die detentiecentra bekroop mij het gevoel van een bio-industrie. Mensen die opgepropt zitten, weinig bewegingsruimte hebben, geen lucht, geen eten, uitgemolken. Dat gaat je verstand te boven. Wat mij het meest is bijgebleven, is toen een Sudanese man mij vertelde dat hij aardig was voor de Bengalese migranten en vluchtelingen , door ze niet te vertellen hoelang hij daar zelf al gevangen zat . De wanhoop, de uitzichtloze situatie, het is verschrikkelijk.” Ook ziet Stellema geen oplossing in de samenwerking tussen Nederland en de Libische kustwacht.
“Ik vind dit het meest cynische wat ik in lange tijd heb meegemaakt. Het feit dat je als Europa of als Nederlandse overheid de Libische kustwacht financiert terwijl je weet dat mensen worden teruggestuurd naar Libië. En waarvan je weet dat ze weer in de hel terechtkomen die ze zojuist hebben proberen te ontvluchten. Je bent dan moreel absoluut medeverantwoordelijk aan de beestachtige behandeling van mensen.”
In een uitgelekt rapport van Duitse diplomaten werden de leefomstandigheden in de detentiecentra vergeleken met die van concentratiekampen. Er zouden dagelijkse executies zijn om plaats te maken voor nieuwe asielzoekers.
“Je weet dat de situatie daar niet pluis is en toch financier je dan de Libische kustwacht om mensen te onderscheppen. Dat kun je politiek wel verkopen als het willen voorkomen dat mensen verdrinken, maar het doel is om mensen tegen te houden zodat ze hier niet meer naartoe kunnen komen. Als Europa die mensen echt zou willen redden dan zou Europa wel zelf een Search-and-Rescue (SAR)-beleid hebben, maar dat heeft men niet. Men heeft een antismokkelagenda, men heeft een grensbewakingsagenda, maar er is geen actieve SAR-agenda.”
Ondersteunen is legitimeren
Na de filmpjes op mijn tijdlijn te hebben gezien, de rapporten van verschillende organisaties te hebben gelezen en mijn gesprek met Jan Peter Stellema, ben ik tot de overtuiging gekomen dat het tijd wordt dat Nederland en de Europese Unie verantwoordelijkheid nemen voor de mensen die sterven aan onze grenzen. In plaats van het trainen van de Libische kustwacht en het beschikbaar stellen van een schip voor die trainingen, moet Nederland schepen inzetten om deze mensen daadwerkelijk te redden.
Mensensmokkel en drenkelingen houdt je niet tegen door dezelfde corrupte instanties te financieren die dit juist in stand houden. Je stopt het door zelf de leiding te nemen. Maak Search and Rescue een prioriteit en schuif dit niet af op andere organisaties. Met dit soort ‘vluchtelingendeals’ raakt Nederland alleen maar meer verstrikt in het eindeloos afsluiten van deals. Het creëert alleen maar nieuwe routes en alternatieve strategieën van mensensmokkelaren en corrupte instanties. Wanneer houdt het dan op?, vraag ik mij af.
Bron openingsbeeld