Gejuich in de rechtszaal: de rechter beveelt Nederland om in 2020 25 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990. De uitspraak in de ‘Klimaatzaak’ die de ngo Urgenda aanspande tegen de Nederlandse Staat, is een historische overwinning: voor het eerst wordt een staat gedwongen serieus werk te maken van het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen.
De rechter gaf Urgenda op drie hoofdpunten gelijk. Ten eerste beschouwt de rechtbank klimaatverandering als een reëel en ernstig probleem, veroorzaakt door menselijk handelen. Ten tweede – en dit is de kern van de uitspraak – heeft de staat de ‘zorgplicht’ om er alles aan te doen dit gevaar af te wenden, ook al is het een mondiaal probleem en is niet alleen Nederland verantwoordelijk voor de oplossing. Het Nederlandse beleid moet daarom streven naar 25 procent minder uitstoot van broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990. Het huidige Nederlandse beleid zet in op 17 procent reductie, Denemarken en Duitsland streven 40 procent na.
Ten derde vindt de rechtbank niet dat ze de politieke besluitvorming doorkruist door in deze zaak een uitspraak te doen, zoals critici beweren. In hun ogen moeten niet rechters maar politici het klimaatbeleid bepalen. Zij wijzen naar een motie die de Partij voor de Dieren in 2012 indiende en – net als de eis van Urgenda – streeft naar 40 procent minder broeikasgassen in 2020. De motie werd met 138 van de 150 stemmen verworpen. Een grote meerderheid in de Tweede Kamer wil dus niet wat de rechter nu gebiedt. Maar de rechter vindt dat de ernst van het probleem gerechtelijk ingrijpen rechtvaardigt en sprak over 'onrechtmatig handelen' van de overheid.
Wat eist Urgenda?
Volgens Urgenda rijden we op een ravijn af. De overheid moet op de rem trappen, maar doet dat niet hard genoeg. Daarom moet een rechter de Nederlandse staat dwingen klimaatbeleid te voeren dat haar onderdanen – en mensen wereldwijd – beschermt tegen de gevolgen van klimaatverandering.
In de woorden van Urgenda: “Aan de rechter vragen wij om naar de feiten te kijken en vast te stellen dat het onrechtmatig is voor de Nederlandse Staat om niet de maatregelen te nemen waarvan hij weet dat het nodig is om zijn eigen burgers tegen gevaarlijke klimaatverandering te beschermen. Urgenda en haar mede-eisers vragen van de rechter:
- Te verklaren dat een opwarming van de aarde met meer dat 2 graden Celsius tot een schending van mensenrechten wereldwijd leidt.
- Te verklaren dat de Nederlandse Staat onrechtmatig handelt door niet haar evenredige bijdrage te leveren aan het voeren van effectief klimaatbeleid.
- De Staat op te dragen de Nederlandse uitstoot van CO2 uitstoot al voor 2020 drastisch te verminderen tot het noodzakelijke niveau dat door wetenschappers is vastgesteld, dat wil zeggen met 40% ten opzichte van het niveau van 1990.”
Niet in alles gelijk gekregen
De belangrijkste eis van Urgenda – minder broeikasgassen uitstoten – is door de rechter erkend. Toch kreeg Urgenda niet op alle punten gelijk. De ngo had gevraagd om een reductie van de uitstoot van 40 procent, maar met het oog op de 'beleidsvrijheid' die de Staat heeft, gebiedt de rechtbank een reductie van 25 procent. Dit is volgens de wetenschappelijke feiten die zowel Urgenda als de Staat erkennen, de ondergrens om 'gevaarlijke, onomkeerbare opwarming van de aarde' met 2 graden Celsius te voorkomen. Ook is de overheid niet verplicht om haar onderdanen te informeren over de gevolgen van klimaatverandering, een andere eis van Urgenda.
Evengoed sprak Urgenda-directeur Marjan Minnesma van een grote overwinning. "Dit is wat je altijd hoopt, maar iedereen zei 'dit gaat nooit gebeuren'."
Met deze uitspraak in de hand kunnen mensen wereldwijd hun overheid dwingen minder broeikasgassen uit te stoten, zegt Minnesma. De pleitnota is al in diverse talen vertaald. Mogelijk leidt de uitspraak tot de door wetenschappers, milieugroepen en bezorgde burgers zo gewenste koerswijziging om ernstige klimaatverandering te voorkomen.