“Slechts 2,6 procent van de straatnamen in Parijs is vernoemd naar een vrouw, vaak een echtgenote of dochter van een bekende man
Waar zijn de vrouwen in Parijs?
Céline Piques, woordvoerster van de groep Osez le Féminisme (Durf Feminist te Zijn), legt uit: “Er liggen 72 mannen begraven, maar er zijn slechts vier bekende vrouwen opgenomen op grond van hun eigen verdiensten. Dat zijn Marie Curie, Geneviève de Gaulle-Anthonioz, Germaine Tillion en nu ook Simone Veil. De enige andere vrouw die in het Panthéon werd bijgezet was Sophie Berthelot, zij deelt een graf met haar echtgenoot, de scheikundige en politicus Marcellin Berthelot. Ik ben heel blij dat Simone Veil erbij is gekomen. Er mag dan wel ‘grands hommes’ boven de ingang van het Panthéon staan, ook vrouwen hebben Frankrijk gevormd.”
Osez le Féminisme zet zich in voor meer zichtbaarheid van vrouwen in het Parijse straatbeeld. Want in Parijs kom je de hele wereldgeschiedenis tegen in de namen van straten en metrostations, maar vrouwen ontbreken. Slechts 2,6 procent van de straatnamen in Parijs is vernoemd naar een vrouw, vaak een echtgenote of dochter van een bekende man. Van de straten is 31 procent naar een man vernoemd en de overige straten hebben een neutrale naam.
“Vier van de 303 metrohaltes op zestien lijnen in Parijs waren al vernoemd naar vrouwelijke figuren
De afgelopen weken voerde de organisatie campagne om twee nieuwe metrostations naar vrouwen te vernoemen. Vier van de 303 metrohaltes op zestien lijnen in Parijs waren al vernoemd naar vrouwelijke figuren, en er is een Rosa Parks-station op het RER-spoorwegnet in Noord-Parijs, vernoemd naar de Amerikaanse burgerrechtenactiviste. Omdat het metronetwerk wordt uitgebreid, komen er twee nieuwe haltes bij op de centrale lijn.
Osez le Féminisme riep op om op vrouwen te stemmen in een online verkiezing met zes mogelijke namen – drie mannen en drie vrouwen. Piques: “De actie werd vooral positief onthaald en het is gelukt. De stations zullen vernoemd worden naar de bekende zangeres Barbara en naar Lucie Aubrac, een verzetsstrijdster die stierf in 2007. Dat betekent dat er in totaal zes metrostations naar vrouwen vernoemd zullen zijn. Het is een begin.”
Primeur voor Brussel
Vesna Jusup, die in Brussel voor de Europese Groenen werkt en expert is op het vlak van gender en stadsplanning, noemt de situatie in Brussel vergelijkbaar met die in Parijs. Van de 54 Brusselse metrostations verwijzen er vier naar een vrouw. “Die vier bestaan uit twee koninginnen, een prinses en een heilige. Wat straatnamen betreft is het niet veel beter: ongeveer 4 procent is naar een vrouw vernoemd.”
Verschillende organisaties riepen op om vrouwen te nomineren voor de nieuwe straten. De stad zelf vroeg om ‘poëzie’ en heeft dat ook gekregen: Tour & Taxis kent straks onder meer straten die ‘Ceci n’est pas une rue’ en ‘Frietgang’ heten. Hoewel de meeste straatnamen naar dingen en fenomenen vernoemd zijn, komen er ook een Chantal Akermanstraat en Isala Van Dieststraat, vernoemd naar de bekende in Brussel geboren regisseuse en de eerste Belgische vrouwelijke arts en feministe.
“Onderzoek van De Correspondent wijst uit dat 88 procent van de straten in Amsterdam die naar een mens vernoemd zijn, verwijzen naar een man
Hoe zit het in Nederland?
Geen symbooldiscussie
Vesna Jusup bevestigt dat het vernoemen van herkenningspunten niet direct meer rechten voor vrouwen oplevert. “Het creëert wel meer bewustzijn: als we weten dat mensen van kleur en vrouwen vroeger en nu bijdroegen aan onze gemeenschappen, zullen we hen sneller zien als mensen die we moeten beschermen in plaats van aanvallen. Het corrigeert ook de manier waarop de prestaties van vrouwen door de eeuwen heen systematisch werden uitgeveegd of toegewezen aan mannen. Het is niet zo dat de geschiedenis door mannen wordt gedomineerd, het is de geschreven geschiedenis die door mannen wordt gedomineerd. En daar horen straatnaambordjes bij.”
Céline Piques wijst erop dat het geen kwestie is van het een of het ander. Haar organisatie zet zich ook in tegen straatintimidatie. “Een enquête onder vrouwen in Parijs gaf aan dat alle vrouwen straatintimidatie meemaken. Ook daar proberen we iets aan te doen, met acties als ‘Take back the metro’, of door met vrouwen door de stad te lopen en plekken te identificeren waar zij zich onveilig voelen.”
De straten zijn nog niet van iedereen
Maar zoals Rebecca Solnit opmerkt in haar boek Wanderlust, waarin ze de geschiedenis van wandelen onderzoekt, heeft solo wandelen vaak geleid tot ontmoetingen en ervaringen die het werk hebben geïnspireerd van schrijvers, kunstenaars en politieke denkers: “We zullen nooit weten wat er terecht was gekomen van veel belangrijke mannen als zij niet de mogelijkheid hadden gehad om zich vrij door de wereld te bewegen. Stel je Aristoteles voor die aan huis gekluisterd was, of John Muir beperkt door een hoepelrok.”
Het mag dan langzaam gaan, de acties om straten te vernoemen doen ertoe, net zozeer als het tegengaan van straatintimidatie. Het niet erkennen van de verdiensten van vrouwen in de publieke ruimte bevestigt het idee dat vrouwen minder waard zijn dan mannen en ook zo behandeld mogen worden. En wie zich minder veilig en vrij voelt in de publieke ruimte, heeft minder kansen om te denken, te dagdromen, te zien, te ontmoeten en te bereiken. Kortom: minder kansen om een indruk na te laten op de geschiedenis, die ooit kan leiden tot een vermelding op een straatnaambordje.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand