Achtergrond

Wie is Bert Koenders?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Bert, niet doen”, zei Jan-Peter Balkenende tegen Bert Koenders op 18 februari 2010, toen Kamerlid Femke Halsema minister van Financiën Wouter Bos een vraag stelde die Bos weigerde te beantwoorden. Niet op reageren, bedoelde Balkenende, het is een zinloze discussie. Maar Koenders deed het toch. Hij ontkende Halsema’s verwijt dat Bos en hij een andere lezing gegeven zouden hebben over het NAVO-verzoek om de Nederlandse bijdrage aan de Uruzgan-missie te verlengen. Kwam hij op voor een collega-minister en partijgenoot die in zijn ogen onheus bejegend werd? Of kon hij een belediging aan zijn adres, of tenminste aan dat van zijn partij, niet over z’n kant laten gaan?

CV Bert Koenders

  • 1958 Geboren te Arnhem
  • 1983 – 1992 Beleidsmedewerker PvdA-fractie Tweede Kamer
  • 1993 – 1994 Politiek adviseur van de VN te Mozambique, Zuid-Afrika en Mexico
  • 1995 – 1997 Medewerker Eurocommissaris Hans van den Broek
  • 1997 – 2007 Lid Tweede Kamer namens PvdA
  • 2007 – 2010 Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
  • 2011 – 2013 Speciaal Vertegenwoordiger VN te Ivoorkust
  • 2013 – 2014 Ondersecretaris-generaal VN en hoofd stabilisatiemissie MINUSMA te Mali

Afscheid van Den Haag
Een dag later, in de nacht van 19 op 20 februari, viel het kabinet Balkenende IV over de kwestie Uruzgan. Het CDA, bij monde van Balkenende en Maxime Verhagen (destijds minister van Buitenlandse Zaken), wilde het NAVO-verzoek om de Nederlandse militairen langer in Uruzgan te houden inwilligen. De PvdA, vooral Bos en Koenders (ministers van respectievelijk Financiën en voor Ontwikkelingssamenwerking), wilde dat niet. Twee jaar eerder was de missie al eens verlengd, en dat zou de laatste keer zijn. Daaraan hield de PvdA vast. Ten koste van het kabinet. En zo nam Bert Koenders na dertien jaar afscheid van Den Haag. “Meestal kun je na drie jaar ministerschap gaan oogsten”, zegt Nina Tellegen, die Koenders kent vanuit verschillende PvdA-commissies, “maar dat was hem helaas niet gegund.”

In 1997 kwam Koenders tussentijds in de Tweede Kamer, waar hij Maarten van Traa, die was verongelukt, opvolgde. Daarvoor was hij al medewerker van de fractie geweest, vanaf 1983, maar dat werk combineerde hij met functies bij universiteiten en ngo’s. In de Kamer ontpopte Koenders zich al snel als gewaardeerd buitenlandwoordvoerder. “Ik vind hem nog steeds een van de beste buitenlandwoordvoerders die de PvdA ooit heeft gehad”, zegt Paul van den Berg, die als politiek adviseur bij Cordaid al jaren in Den Haag rondloopt. “Hij is echt een dossiervreter.”

Ik vind hem nog steeds een van de beste buitenlandwoord-

voerders die de PvdA ooit heeft gehad

Naast zijn buitenlandwoordvoerderschap was hij ook binnen de PvdA actief in verschillende buitenlandwerkgroepen. En als Kamerlid was hij onder andere lid van de parlementaire enquêtecommissie Srebrenica. Volgens John Leerdam, fractiegenoot van Koenders, deed hij dat niet uit plichtsbesef, maar uit betrokkenheid. “Hij wilde altijd heel veel weten, maar niet als een soort professor. Het was echt uit persoonlijke interesse”, zegt hij.

One of the guys
Die persoonlijke interesse liet hij onder andere zien toen hij in 2006 met de stichting Julius Leeft van Leerdam meereisde naar Suriname om het toneelstuk De tranen van Den Uyl, over de decembermoorden, op te voeren. Koenders speelde de rol van Han de Graaf, Nederlands journalist, die in het stuk een ontmoeting heeft met de Surinaamse journalist Joseph Slagveer (gespeeld door Kenneth Herdigein). Leerdam regisseerde het stuk en vertelt dat Koenders in eerste instantie zoekende was naar zijn rol, maar zich daarna als voorbeeldig acteur gedroeg. “Hij is nogal eigengereid en moest wennen dat het in het theater andersom gaat: de regisseur zet de lijnen uit, die de acteur in moet vullen. Maar dat had hij uiteindelijk helemaal te pakken.”

Wat zowel Leerdam als Karin Wesselink, die als journalist meereisde met het gezelschap, is bijgebleven, is hoe geliefd Koenders was bij de cast en crew. “Hij benaderde iedereen heel menselijk. Hij was geen politicus daar, maar gewoon one of the guys”, zegt Wesselink. Leerdam voegt toe: “Hij was altijd bereid te helpen bij alles, en hij voerde ook graag inhoudelijke discussies over de thema’s van het stuk – Bouterse en de decembermoorden.” In Contrast, een blad over multiculturele vraagstukken dat niet meer bestaat, zei Koenders zelf over het onderwerp: “Wat ik heel interessant vond, was wat de senioren te vertellen hadden. Zoals die ene man die heel eerlijk zei dat hij écht dacht dat een dictatuur nodig was om veranderingen tot stand te laten komen. En die onderwijzeres die vertelde dat er studenten en docenten met microfoontjes op school rondliepen om tegenstanders van de revolutie aan te geven.” Volgens Wesselink was Koenders’ gevoel voor rechtvaardigheid de reden om mee te doen aan het stuk. “Ik denk dat hij zijn deelname zag als een bijdrage aan het bespreekbaar maken van een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Suriname”, zegt ze.

[[{“fid”:”30925″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Bert Koenders minister Buitenlandse Zaken”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]

Koude Oorlog op het ministerie
Zo warm en gemoedelijk als de sfeer was tijdens die reis naar Suriname, zo koel en ongemakkelijk was het op het ministerie van Buitenlandse Zaken tussen 2007 en 2010. Koenders had toen al Buitenlandse Zaken (BZ) willen leiden, maar moest genoegen nemen met het ministerschap voor Ontwikkelingssamenwerking. Dat domein had geen eigen ministerie, maar werd ondergebracht bij BZ. Daarmee viel hij onder Maxime Verhagen. “Die twee lagen voortdurend overhoop”, zegt Van den Berg van Cordaid, “er was bijzonder weinig chemie. Dat werd nog versterkt door het feit dat Koenders zich veel bezighield met thema’s die in eerste instantie bij de portefeuille van Verhagen behoorden, zoals vrede – en veiligheidsvraagstukken.” Japo Ouwerkerk was destijds woordvoerder van Koenders op het ministerie en maakte het van dichtbij mee, maar geeft aan er niet zoveel over te kunnen zeggen. “Je merkte natuurlijk wel dat het niet zo soepel liep, maar dat was uiteindelijk allemaal partijpolitiek. Koenders vond het in ieder geval heel jammer dat hij zijn werk uiteindelijk niet af kon maken. We waren met mooie dingen bezig.”

Ouwerkerk spreekt lovend over Koenders als minister en persoon. “Hij was bijzonder aimabel en charmant”, zegt hij. Maar Koenders stond ook bekend als een ijdele man die niet goed tegen kritiek kon. Berucht zijn de debatten waarbij toenmalig VVD-kamerlid Arend Jan Boekestijn de confrontatie met Koenders zocht. Boekestijn vond dat hulp aan Afrika niet effectief was en dat er niet goed gecontroleerd werd waar Nederlandse geld aan werd uitgegeven. Koenders vond die beschuldigingen meestal onterecht. In een debat in mei 2009 antwoordde Koenders aan Boekestijn: “U voert gewoon een hetze tegen ontwikkelingssamenwerking. In het begin was die nog een beetje op argumenten gebaseerd, maar nu gaat het echt nergens meer over.”

En dan was er nog de Schokland-affaire in 2007, waarbij minister Koenders onderhands de organisatie van het evenement “Het akkoord van Schokland”, bedoeld om de Millenniumdoelen onder de publieke aandacht te brengen, aan campagnebureau BKB gunde. Voor 750 duizend euro. Afgezien van hoge kosten en de geringe opbrengst van het evenement wat aandacht betreft (wie weet nog waar Het akkoord van Schokland precies voor stond?) was er vooral kritiek op het feit dat de oprichters van BKB, Lennart Booij en Erik van Bruggen, prominente PvdA-ers waren.

Met deze handelswijze overtrad Koenders niet alleen Europese aanbestedingsregels, zoals later bekend werd, maar hij wist al dat dat het geval was toen hij de gunning deed. Een interne commissie hadden hem er al voor gewaarschuwd, berichtte de Volkskrant in 2007. Maar Koenders had dat op aanraden van hoge ambtenaren genegeerd, omdat er naar eigen zeggen “sprake was van spoed” bij de organisatie van het evenement en er “vertrouwen bestond” in BKB om het evenement zo goed mogelijk te organiseren.

Ouwerkerk kan zich niet herinneren dat het onderwerp veel frictie heeft gegeven tussen ambtenaren en minister. Als er al sprake was van moeizame relaties op het ministerie kwam dat door de politieke constellatie, zegt hij. En over die vermeende ijdelheid zegt hij: “Ik denk dat elke politicus of minister dat wel heeft. Als je jezelf niet graag op tv ziet, moet je de politiek niet in gaan.”

[[{“fid”:”30926″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Bert Koenders minister Buitenlandse Zaken”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”UN Photo/Marco Dormino “},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_volle_breedte media-element file-file-styles-artikel-volle-breedte”,”id”:”styles-6-0″}}]]

 

Als je jezelf niet graag op tv ziet, moet je de politiek niet in gaan

Met de benen op tafel
Het is niet zo dat Koenders als een halve despoot op het ministerie te werk ging. Volgens Ouwerkerk was hij een bewindspersoon die juist erg op zijn ambtenaren vertrouwde. “Als hij ergens een besluit over moest nemen, wilde hij altijd met de mensen praten die op dat dossier zaten. Op die manier kon hij alle beschikbare informatie tot zich nemen”, zegt hij. “Dat werkte inspirerend voor de mensen om hem heen. En hij nam er echt de tijd voor. Er werden best wel eens afspraken afgezegd omdat gesprekken uitliepen.”

En hij was altijd bezig stemmingen en ideeën in zijn beleidsveld te peilen. “Toen Bert minister werd”, zegt Tellegen, “vroeg ik hem: ‘wat kan ik voor jou doen?’ Hij zei toen dat hij graag in informele setting ‘met de benen op tafel’ wilde overleggen met mensen uit het veld.” Tellegen heeft daarna tijdens zijn ministerschap verschillende diners georganiseerd met experts uit het veld. Die diners vonden plaats bij Garoeda, een Indonesisch restaurant vlakbij de Hofvijver, waar wel meer politieke onderonsjes plaatsvinden. Als er een etentje was waarbij over de 3D-benadering (Diplomacy, Defence and Development) gepraat werd, schoof Clingendaeldirecteur Ko Colijn bijvoorbeeld aan. Of Arie de Ruijter, als er over een nieuw financieringsstelsel voor de ontwikkelingssamenwerking werd gesproken. “Dat waren prettige avonden”, zegt Tellegen, “ik kan niet zeggen dat hij wat daar gezegd werd 1-op-1 vertaalde in beleid, maar hij nam er wel altijd iets van mee terug.”

Wat is Koenders’ grootste invloed geweest tijdens zijn eerste ministerschap? Van den Berg noemt de manier waarop Koenders de ontwikkelingssector heeft “opengebroken”. Hij dwong particuliere organisaties samen te werken om kans te blijven maken op meerjarige subsidies. Ook Tellegen vindt dat Koenders’ voornaamste wapenfeit is dat ontwikkelingssamenwerking in een bredere context wordt bekeken. “Hij heeft de 3D-benadering echt op de kaart gezet, vanuit Nederland. En samen met minister Cramer van VROM heeft hij ontwikkelingssamenwerking ook heel erg aan milieubeleid gekoppeld”, zegt ze. Dat hulp en handel nu zo nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld worden, heeft onder andere te maken met hoe Koenders de ontwikkelingsindustrie heeft opengebroken, denken zowel van Van den Berg als Tellegen.

Volslagen onzin
De 3D-benadering waar Koenders om bekend is bij betrokkenen staat ook centraal in de VN-missie MINUSMA in Mali die hij als speciale gezant van de VN op dit moment leidt. Tegen OneWorld zei hij daarover: “De Malinese staat functioneerde de afgelopen jaren slecht, daar verandering in brengen is essentieel. Daarom leveren we ook assistentie bij de opbouw van goed bestuur. We besteden onder meer aandacht aan de verbetering van de rechterlijke macht, training van politie en leger, scholing en gezondheidszorg.”

Dat de missie geen gemakkelijke is, moge duidelijk zijn. Mali is een arm land dat geteisterd wordt door corruptie en terroristische netwerken. Eerder dit jaar werd er in Malinese media geschreven dat de Malinese president Koenders weg wilde hebben. Koenders deed die berichten af als “volslagen onzin”. Het paste volgens hem “in de niet gecontroleerde en soms gefinancierde roddelcultuur in de lokale media.” Maar dat Koenders en president Ibrahim Boubacar Keita niet zo goed door één deur kunnen, wordt bevestigd door een bron die bij de VN in Mali werkt. Afspraken werden vaak afgezegd en de twee zouden elkaar soms maanden niet zien.

Hij valt met zijn neus in de boter met al deze conflicten

Droombaan
Nu krijgt Koenders eindelijk de positie die hij zeven jaar geleden al ambieerde: hij wordt de baas aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag. “Dit is echt zijn droombaan”, zegt Leerdam, die sinds de Surinamereis goed bevriend is met Koenders. “Ik heb grote waardering voor Frans Timmermans, maar ik denk dat Bert het ministerschap anders in zal vullen. Hij geeft het werk een andere, menselijke touch.” Vaststaat dat Koenders het druk krijgt, met crises in onder andere Oekraïne, Irak, Syrië, Mali, Centraal-Afrikaanse Republiek. Nederlandse militairen in tal van die landen. Vluchtelingenproblematiek die Europa verdeelt. En een nieuwe (trainings-)missie in Afghanistan: het land waar hij en Wouter Bos in 2010 weigerde de toenmalige missie in elke vorm te verlengen.

Maar de Nederlandse financiële en militaire betrokkenheid bij wereldproblematiek past goed in Koenders’ straatje. “Hij heeft altijd interesse gehad in de 3D-benadering”, zegt Van den Berg, “dus eigenlijk valt hij met zijn neus in de boter met al deze conflicten. Hij is de juiste man op de juiste plek.” Zowel Tellegen als Ouwerkerk denken dat Koenders ook de enige logische opvolger van Timmermans is. “Ik kan binnen de PvdA niemand anders bedenken die in aanmerking zou komen”, zegt Tellegen. “Bert heeft het in Ivoorkust en Mali goed gedaan. Maar het zijn letterlijk tropenjaren geweest, dus ik denk dat hij ook blij is dat hij weer terugkomt naar Nederland.” Ouwerkerk voegt toe: “Als iemand het kan, is hij het. Hij heeft veel ervaring in het buitenland en hij spreekt z’n talen. En hij kent het Haagse goed. Hij weet hoe het werkt.” Bovendien zal het ministerie nu makkelijker werken, met twee PvdA-bewindslieden. “Dat denk ik wel, want Ploumen en Bert kennen elkaar al”, zegt Ouwerkerk, “ik gun het hem in ieder geval dat hij zich niet meer op dat soort dingen hoeft te richten. Maar dat hij zich op het werk kan storten. Er is genoeg te doen.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons