Eindelijk weer wat opschudding. De VVD bepleit een decimering van het budget voor ontwikkelingssamenwerking, waarmee ze het feitelijk afschaft. Een beetje noodhulp, plus de hoogstnoodzakelijke financiële verplichtingen bij de Wereldbank. PVV light. Publieke verontwaardiging, boosheid in de sector. We staan in ieder geval weer op haarscherp na de sussende passage over internationale samenwerking in het Lenteakkoord. Helaas is het verhaal van Stef Blok en Ingrid de Caluwé geen serieuze openingszet in een debat maar ongefundeerde retoriek.
Uit het verhaal van de VVD galmen twee zinnen na. De eerste: ‘ontwikkelingshulp is geen kerntaak van de Nederlandse overheid’. Let op dat woordje Nederlandse. Hieruit volgt dat er, als het aan de liberalen ligt, geen bezwaar is tegen een Europees ontwikkelingsbeleid. De Europese Commissie is immers geen statelijke maar een bovenstatelijke entiteit. Maar dit terzijde. Door internationale samenwerking niet meer als overheidstaak te zien stopt de VVD met medeverantwoordelijkheid dragen voor mondiale problemen. Wat er buiten onze landsgrenzen gebeurt, doet er niet meer toe. Dat ontwikkelingssamenwerking voor een belangrijk deel gaat over mensenrechten – homorechten, vrouwenrechten, rechten van landloze boeren, het recht van burgers in arme landen op informatie – weten Blok cum suis ook. Maar kennelijk vinden zij het irrelevant. Goed om te weten in verkiezingstijd.
Het is werkelijk frappant dat de partij van de huidige premier een instrument van buitenlands beleid, wat ontwikkelingssamenwerking per slot van rekening óók is, wil overlaten aan het particuliere initiatief. Het loslaten van deze kerntaak is onverantwoordelijk en maakt van onze minister van Buitenlandse Zaken straks een keizer zonder kleren.
Dan de tweede zin, twee zinnen eigenlijk. ‘Niets houdt mensen tegen een financiële bijdrage te geven aan zinvolle ontwikkelingsprojecten. De rekeningsnummers van Oxfam Novib en Artsen zonder Grenzen staan gewoon op de website van die hulporganisaties’. Een zelfde redenering houdt de VVD erop na waar het gaat om cultuursubsidies. Laat de burger toch zelf kiezen of hij een musical van Joop van der Ende meer waardeert dan een opera van Wagner! Maar we subsidiëren de Ring des Niebelungen nu juist wel en ‘Tarzan de musical’ niet omdat de Ring zonder subsidie slechts bereikbaar zou zijn voor de zeer rijke medemens, als die al opgevoerd zou worden.
Als de liberalen financiering van particuliere hulporganisaties willen loslaten moeten ze zich realiseren dat de vrije markt een publiciteitsoorlog zal ontketenen waarin vooral de Tarzan-achtige ontwikkelingsprojecten zullen overleven en niet de Ring initiatieven. Anders gezegd, het is voor een hulporganisatie nu eenmaal aantrekkelijker om de boer op te gaan voor schattige zwarte kindjes die met uw hulp naar school kunnen, dan voor ingewikkelde maar noodzakelijke democratiseringsinitiatieven. Corruptiebestrijding in Afrika zal vermoedelijk zelfs de VVD wel aanspreken. Maar zal de burger hiervoor zijn beurs trekken, ook als de resultaten niet meteen na één jaar zichtbaar zijn? Het schoolgebouw staat al, vers likje verf. Resultaat!
De laissez faire hulp à la Blok zal leiden tot een navelstarend Nederland met Nederlandse burgers die gul (want gul, dat zijn we) doneren aan Nederlandse organisaties. Hulporganisaties met een waterhoofd van steeds verder uitdijende communicatieafdelingen die strijden om de gunst van de giftgever.
Roman Baatenburg de Jong
persvoorlichter bij Hivos