Een typische reactie aan het ontbijtbuffet van de Leidse Holiday Inn, waar de conferentie ‘Africa Works’ wordt gehouden. Landbouwraad Hans van den Heuvel vertelt aan een hotelgast dat hij in Leiden is om Ethiopië als bestemming voor Nederlandse investeerders te promoten. “Ethiopië, dat is toch dat land van de hongersnoden?”, vraagt de jonge vrouw.
Dat imago, weer even actueel geworden door de heropvoering van Do they know it’s Christmas?, is hardnekkig. Nog steeds hoort Ethiopië tot de armste landen ter wereld (173e van de 181 landen in de Human Development Index). Maar de economische groei is indrukwekkend en het land gaat waarschijnlijk alle millenniumdoelen halen.
Ethiopië, dat is toch dat land van de hongersnoden?
Op AfricaWorks2014 werd het ‘nieuwe Ethiopië’ getoond. Het land was prominent aanwezig met een uitgebreide landenstand, die het economisch potentieel van Ethiopië moesten illustreren (land- en tuinbouw, toerisme, koffie, bloemen), en waar potentiële investeerders terecht konden met hun vragen. De Nederlandse ambassade in Ethiopie promoot het zakendoen in Ethiopië samen met de Ethiopische ambassade in Brussel, de organisatie van exportkwekers (EHPEA), de Kamer van Koophandel in Addis Abeba en de Ethiopian Horticulture Agency.
[[{“fid”:”32872″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Landbouwraad Hans van den Heuvel promoot zakendoen in Ethiopië”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Landbouwraad Hans van den Heuvel promoot zakendoen in Ethiopië”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]
Lage lonen
In de landbouw is Nederland een van de belangrijkste Europese zakenpartners van Ethiopië. Nederlandse investeerders zijn vooral actief in de tuinbouwsector, die 5 miljoen Ethiopiërs onderhoudt. Ze komen af op het aantrekkelijke klimaat, vruchtbare en goedkope grond, de beschikbaarheid van water en – niet in de laatste plaats – de lage lonen.
De Nederlandse ambassade, leggen Van den Heuvel en Remmelzwaal uit, ondersteunt de ontwikkeling van de Ethiopische tuinbouw en andere agrarische sectoren. “We zijn nu tien jaar bezig en inmiddels kun je zeggen dat de tuinbouwers zich als sector georganiseerd hebben. De Ethiopian Horticulture Producers and Exporters Association, vergelijkbaar met de Nederlandse LTO, is een lobby-organisatie geworden die de overheid tot investeringen in de ‘koele keten’ en kredietverlening aanspoort en die hogere normen hanteert op het gebied van seksegelijkheid, arbeidsomstandigheden en bestrijdingsmiddelen dan de overheid zelf. Veel van de leden zijn Nederlanders, maar de voorzitter is een Ethiopiër.”
‘Afrika werkt’“We zijn meer dan bereid om Nederlandse ondernemers te ontvangen”, zegt de Ethiopische ambassadeur in Brussel Teshome Toga Chanaka. “Ik merk ook dat het beeld van Afrika in het Westen begint te kantelen. Afrika werkt. Bij de ambassade hebben we veel contact met investeerders. Ik luister goed naar hun opmerkingen en als er problemen zijn, pakken we die aan. Veel gaat over landaankoop en –uitbreiding, vergunningen, douane. Als ze de belemmeringen aan kunnen tonen, gaan we aan de slag.
Buitenlandse investeringen zijn belangrijk voor ons land. In de bloementeelt is 60 tot 70 procent van de werknemers vrouw. Zij verdienen het inkomen voor een heel gezin. Dat is niet alleen economisch belangrijk, maar ook voor de positie van vrouwen. Daarnaast halen we er buitenlandse valuta mee binnen, en know how die onze eigen ondernemers ook weer kunnen gebruiken.
Het potentieel voor investeerders is enorm. Naast tuinbouw hebben we ook mogelijkheden in de zuivel- en pluimveesector. Maar daarin moeten onze eigen boeren nog wel stappen zetten om met buitenlandse investeerders samen te kunnen werken.
De rol van ngo’s? Daar zijn veel misverstanden over. Het beeld stamt nog van zes, zeven jaar geleden. Zolang transparant is waar ze hun financiering vandaan halen, leggen we ze niets in de weg. In Ethiopië hebben we niet voor niets drieduizend maatschappelijke organisaties.”
De bulk van de bloemenproductie is nog steeds bestemd voor de Nederlandse markt. Vooral de rozenteelt heeft zich het afgelopen decennium steeds meer naar Oost-Afrika verplaatst, met Ethiopië als opkomend land naast Kenia. “De grote groei van de bloemenproductie zet zich door”, constateert Van den Heuvel, “veel bedrijven overwegen uitbreiding van het areaal. We hebben als ambassade veel moeite gedaan voor het opbouwen van een solide netwerk binnen de Ethiopische overheid. Dit helpt ons en vooral de investeerders bij de zoektocht naar nieuwe gebieden die geschikt zijn voor landbouw. Schaalvergroting strookt prima met de Ethiopische ambities.”
Groenten en zaden
Daarnaast, zegt Van den Heuvel, vindt er diversificatie plaats. “Een aantal Nederlandse ondernemingen zoals Marginpar, AQ Roses en Florensis, die al jaren bloemen kweken, zie je nu uitbreiden naar groenten en zaden. Arbeid is in Ethiopië in ruime mate voorhanden. De verstedelijking gaat vaak ten koste van kleine boeren in de buffergebieden rond de steden. Die kunnen dan bijvoorbeeld terecht in de zaadproductie, die heel veel werk creëert.”
De ambassade zet zich actief in om nieuwe Nederlandse investeerders goed te begeleiden, aldus Remmelzwaal en Van den Heuvel. Dat behelst contacten leggen met lokale overheden, zoals in het zuiden rond Lake Tana, waar nieuwe arealen beschikbaar komen. Maar de ambassade dringt ook aan op Milieu Effect Rapportages waarin de overheid of bedrijven zelf consequenties van agrarische bedrijvigheid voor de omgeving in kaart brengen.
Vredestichter
Al met al is Ethiopië een aantrekkelijk vestigingsgebied voor Nederlandse ondernemers, zeker nu de Ethiopische overheid zich inspant om investeerders aan te trekken. Maar een gemakkelijk land is het nog niet. Van den Heuvel: “Je moet niet denken dat je hier snel rijk kunt worden. Je hebt lange termijn commitment nodig om in Ethiopië te slagen. De bureaucratie is nog steeds fors, vergunningen kunnen heel lang duren. Er moet nog een algehele mentaliteitsverandering op gang komen die ondernemen aanmoedigt en faciliteert. Maar het voordeel van Ethiopië is dat het een relatief stabiel land is, met een hoge mate van veiligheid en een zero tolerance-beleid tegenover corruptie. Ethiopië is zeer actief als vredestichter in de regio, bijvoorbeeld in Zuid-Sudan.”
Je moet niet denken dat je hier snel rijk kunt worden
IJzeren hand
Die veiligheid en stabiliteit worden met ijzeren hand afgedwongen. Persvrijheid in Ethiopië is praktisch afwezig. Het land heeft een restrictieve ngo-wetgeving die buitenlandse organisaties die zich met politieke onderwerpen bezighouden, aan banden legt. Maar de houding tegenover ondernemers en investeerders is sterk veranderd, blijft ambassadeur Remmelzwaal benadrukken. “Zeker onder de nieuwe premier Hailemariam Desalegn. Hij zoekt de dialoog met ondernemers en er wordt serieus naar hen geluisterd.”
Foto’s: Africa Works 2014