In de zes jaar die volgden, heb ik mezelf regelmatig vervloekt dat ik dat wilde weten. Het kostte me sowieso al ruim een jaar om enigszins grip te krijgen op de wereld achter die piepkleine lettertjes op het etiket. En dat was pas het begin. Ik zou uiteindelijk een heel boek over cosmetica (make-up en verzorgingsproducten) schrijven: Het antirimpelcomplex.
“Er komt vanuit de Europese Commissie waarschijnlijk een verbod op het toevoegen van microplastics aan cosmetica. Maar daarmee zijn we er nog niet
Voor het oliedeel van de mengsels wordt voornamelijk aardolie gebruikt (op de ingrediëntenlijst onder andere te herkennen als paraffinum liquidum), of stoffen die daarvan zijn afgeleid, zoals siliconen (bijvoorbeeld dimethicone of cyclomethicone). Tijdens het onderzoek voor mijn boek bezocht ik een beurs voor grondstoffenfabrikanten van cosmeticaproducten. Daar kwam ik alle grote namen uit de chemische en farmaceutische industrie tegen. BASF, Bayer, Merck en Shell hadden er stands met cosmetica-ingrediënten. Honeywell, een bedrijf dat ik kende van thermostaten, was vertegenwoordigd, evenals Lanxess, dat autobanden maakt. Deze chemiereuzen hadden aparte divisies opgericht om de reststoffen (aardolie en daarop gebaseerde stoffen) uit hun andere sectoren te bewerken en rendabel te maken. Het fluweelzachte goud dat ik dagelijks op mijn gezicht smeerde, kon dus zomaar afkomstig zijn van de fabrieken in het achterland van Rotterdam.
Microplastic en polymeren
De cosmetica-industrie voegt naar eigen zeggen inmiddels geen microbeads meer toe. Bovendien komt er vanuit de Europese Commissie waarschijnlijk een verbod op het toevoegen van micro-plastics aan cosmetica. Maar daarmee zijn we er nog niet. Het wordt namelijk steeds duidelijker dat het probleem niet alleen bij de korreltjes ligt, maar ook bij allerlei polymeren (organische verbindingen van moleculen). Volgens Jeroen Dagevos van The Plastic Soup Foundation beperkt de cosmetica-industrie de term ‘microplastic’ tot stukjes plastic, terwijl polymeren (die vloeibaar kunnen zijn) in bijvoorbeeld shampoo dezelfde nadelige effecten kunnen hebben. Toch mogen deze stoffen nog gewoon gebruikt worden. In de cosmeticawetgeving van de EU (volgens sommigen de strengste ter wereld) zijn milieuvriendelijkheid en/of biologische afbreekbaarheid geen criterium voor toelating op de markt.
“Per dag gaan er duizenden kilo’s plastic uit shampoo door de gootsteen
Dat klinkt misschien als behoorlijk wat, maar het gaat om grote hoeveelheden. Leslie rekent voor hoeveel plastic uit cosmetica er dagelijks in het milieu kan belanden. Volgens haar gebruiken Europeanen gemiddeld zes gram shampoo per dag. “Zelfs als alle shampoo maar 1 procent plastic zou bevatten, gaat er ruim dertig ton plastic uit shampoo per dag door het doucheputje.” En zo spugen we in Europa na het tandenpoetsen ook dagelijks tienduizenden kilo’s plastic in de wasbak.
Groen imago, zelfde spul
“Van de allerkleinste deeltjes (‘nanodeeltjes’) weten we nog niet eens precies hoe ze zich gedragen
Vergelijkingswebsite Rank a Brand, dat merken onderling vergelijkt op hun duurzaamheidsbeleid, gaf het bedrijf in 2017 de score D, waarbij A het beste is. Lush was niet transparant over CO2-doelstellingen, milieubeleid en arbeidsomstandigheden, in tegenstelling tot merken als Weleda, Logona en Dr. Hauschka.
Op diezelfde ranglijst deden Rituals en The Body Shop het met een score E nog slechter. The Body Shop had ik aan het begin van mijn onderzoek ook nog hoog in het groene vaandel staan. De Amerikaanse onderzoeksjournalist Jon Entine had begin jaren ’90 echter al aangetoond dat The Body Shop zich schuldig maakte aan grootschalige greenwashing. Het bedrijf deed zich groener en maatschappelijk verantwoorder voor dan het was en gebruikte dezelfde ingrediënten als andere merken. Daar is in de afgelopen jaren weinig aan veranderd. En de verkoop van The Body Shop aan L’Oréal in 2006 kwam het bedrijf op veel kritiek te staan.
Tomatenpuree
Ik zocht mijn heil in de natuurwinkel, in de hoek van de bio-cosmetica. Daarin wordt aardolie vervangen door plantaardige olie. Siliconen, nano-deeltjes, synthetische parfum en conserveringsmiddelen als parabenen zijn bij veel keurmerken niet toegestaan.
Er is een flinke lijst met cosmeticamerken die een verklaring van de organisatie Beat the Microbead hebben ondertekend en daarmee garanderen dat hun producten 100 procent microplasticvrij zijn. Je kunt ook zelf op het etiket kijken: eigenlijk alles waar ‘poly’ voor staat is waarschijnlijk een vorm van plastic. De lijst met merken en namen voor plastic vind je op de website van Beat the Microbeat.
Sommige cosmeticabedrijven richten zelf keurmerken op. Zo hebben Dr. Hauschka, Weleda, Lavera en Speick hun regels voor schone en verantwoorde productie vastgelegd in keurmerken als BDIH (inmiddels opgegaan in COSMOS) en Natrue. Die worden als betrouwbaar gezien; ze staan op afstand van de bedrijven die ze controleren en hanteren duidelijke criteria. Maar een wettelijke status hebben ze niet.
Naast die keurmerken is er nog een jungle van ‘vrij van’-logo’s: er zijn producten die vegan zijn, dierproefvrij, die geen microplastics bevatten, geen paraffine, geen siliconen, geen synthetische parfum. Bij ‘vrij van’-claims is het echter altijd de vraag wat de fabrikant gebruikt ter vervanging van die vaak noodzakelijke stoffen.
Natuurlijk agressief
“Bij cosmetica mag alles ‘biologisch’ heten
Duurzame cosmetica is in mijn beleving vooral minder cosmetica. Die kleinere hoeveelheid kun je dan best van een betrouwbaar keurmerk kopen, zoals COSMOS of Natrue. In de biohoek worden echter ook veel onnodige producten geproduceerd. Minder is wat mij betreft dus belangrijker dan ‘bio’.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand