De schuimende waarheid

Wat smeren we eigenlijk op ons lichaam als we verzorgingsproducten gebruiken? Journalist Robin van Wechem dook in de wereld achter het cosmetica-etiket. De juiste keuze maken, voor je lijf en het milieu, blijkt minder simpel dan je zou verwachten.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het was een gewone ochtend in het voorjaar van 2012 toen ik mijn haar waste en het schuim door het doucheputje zag spoelen. Ik had net een artikel geschreven over giftige stoffen uit kleding die in het oppervlaktewater konden belanden. Ik bekeek de rioolaansluitingen in mijn huis met hernieuwde belangstelling. Ik vroeg me af of vissen wel schoon worden van shampoo.

In de zes jaar die volgden, heb ik mezelf regelmatig vervloekt dat ik dat wilde weten. Het kostte me sowieso al ruim een jaar om enigszins grip te krijgen op de wereld achter die piepkleine lettertjes op het etiket. En dat was pas het begin. Ik zou uiteindelijk een heel boek over cosmetica (make-up en verzorgingsproducten) schrijven: Het antirimpelcomplex.

Er komt vanuit de Europese Commissie waarschijnlijk een verbod op het toevoegen van microplastics aan cosmetica. Maar daarmee zijn we er nog niet

Verzorgingsproducten bestaan voornamelijk uit water en olie, ontdekte ik, bij elkaar gehouden door wat bindende stoffen. Voeg daar een scheut conserveringsmiddel en een paar druppeltjes parfum aan toe en je kunt de schappen van nagenoeg elke drogist vullen. Dat geldt voor shampoo, douchegel en gezichtsreiniger (waar weinig olie en veel water in zit), maar ook voor crème en bodylotion (waar nog steeds veel water in zit maar relatief meer olie). Poeder, gel, schuim en spray zitten anders in elkaar.

Voor het oliedeel van de mengsels wordt voornamelijk aardolie gebruikt (op de ingrediëntenlijst onder andere te herkennen als paraffinum liquidum), of stoffen die daarvan zijn afgeleid, zoals siliconen (bijvoorbeeld dimethicone of cyclomethicone). Tijdens het onderzoek voor mijn boek bezocht ik een beurs voor grondstoffenfabrikanten van cosmeticaproducten. Daar kwam ik alle grote namen uit de chemische en farmaceutische industrie tegen. BASF, Bayer, Merck en Shell hadden er stands met cosmetica-ingrediënten. Honeywell, een bedrijf dat ik kende van thermostaten, was vertegenwoordigd, evenals Lanxess, dat autobanden maakt. Deze chemiereuzen hadden aparte divisies opgericht om de reststoffen (aardolie en daarop gebaseerde stoffen) uit hun andere sectoren te bewerken en rendabel te maken. Het fluweelzachte goud dat ik dagelijks op mijn gezicht smeerde, kon dus zomaar afkomstig zijn van de fabrieken in het achterland van Rotterdam.

Beeld: Carline Huge

Microplastic en polymeren

Aardolie is een goedkope grondstof, maar er kleven natuurlijk nadelen aan: het is een eindige fossiele grondstof waarvan de delving en productie het milieu belasten. Ook zijn stoffen op aardoliebasis slecht biologisch afbreekbaar. Het bekendste voorbeeld daarvan zijn de ‘microbeads’, kleine korreltjes plastic (gemaakt van aardolie) die jarenlang als scrub in douchegel of tandpasta zaten en via de riolering in het oppervlaktewater terechtkwamen.

De cosmetica-industrie voegt naar eigen zeggen inmiddels geen microbeads meer toe. Bovendien komt er vanuit de Europese Commissie waarschijnlijk een verbod op het toevoegen van micro-plastics aan cosmetica. Maar daarmee zijn we er nog niet. Het wordt namelijk steeds duidelijker dat het probleem niet alleen bij de korreltjes ligt, maar ook bij allerlei polymeren (organische verbindingen van moleculen). Volgens Jeroen Dagevos van The Plastic Soup Foundation beperkt de cosmetica-industrie de term ‘microplastic’ tot stukjes plastic, terwijl polymeren (die vloeibaar kunnen zijn) in bijvoorbeeld shampoo dezelfde nadelige effecten kunnen hebben. Toch mogen deze stoffen nog gewoon gebruikt worden. In de cosmeticawetgeving van de EU (volgens sommigen de strengste ter wereld) zijn milieuvriendelijkheid en/of biologische afbreekbaarheid geen criterium voor toelating op de markt.

Per dag gaan er duizenden kilo’s plastic uit shampoo door de gootsteen

Daar komt bij dat de methoden om microplastics te kunnen meten nog volop in ontwikkeling zijn. Van de allerkleinste deeltjes (‘nano-deeltjes’) weten we nog niet eens precies hoe ze zich gedragen. En zelfs als landen met waterzuiveringsinstallaties het water filteren (wat voor het merendeel van de landen op de wereld niet het geval is), halen ze lang niet alle plastic deeltjes eruit. Uit onderzoek bij Nederlandse zuiveringsinstallaties door Heather Leslie, milieuwetenschapper aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, bleek dat 72 procent van de microplastics werd verwijderd.

Dat klinkt misschien als behoorlijk wat, maar het gaat om grote hoeveelheden. Leslie rekent voor hoeveel plastic uit cosmetica er dagelijks in het milieu kan belanden. Volgens haar gebruiken Europeanen gemiddeld zes gram shampoo per dag. “Zelfs als alle shampoo maar 1 procent plastic zou bevatten, gaat er ruim dertig ton plastic uit shampoo per dag door het doucheputje.” En zo spugen we in Europa na het tandenpoetsen ook dagelijks tienduizenden kilo’s plastic in de wasbak.

Groen imago, zelfde spul

In mijn eigen badkamer stonden aan het begin van mijn onderzoek vooral producten van Lush. Ik dacht dat dat een duurzame keuze was, omdat Lush een vrij expliciet milieubeleid heeft. De zwarte potjes kun je per vijf inleveren voor recycling, met als bedankje een gratis masker. De shampoo wordt verkocht als zeepblok, waardoor je minder plastic flessen gebruikt. De meeste vloeibare cosmeticaproducten bestaan namelijk voor minstens driekwart uit water en zitten in een plastic fles.

Van de allerkleinste deeltjes (‘nanodeeltjes’) weten we nog niet eens precies hoe ze zich gedragen

Toen ik me verdiepte in de ingrediënten van Lush bleken die echter min of meer hetzelfde te zijn als die van conventionele merken. Het shampooblok spaarde dan wel plastic verpakkingen en water uit, maar zat vol met het agressieve schoonmaakmiddel sodium lauryl sulfaat (SLS). Deze stof kan gemaakt zijn van aard-olie en palmolie, niet bepaald duurzame grondstoffen. Inmiddels is Lush overigens SLS op palmoliebasis aan het uitfaseren.

Vergelijkingswebsite Rank a Brand, dat merken onderling vergelijkt op hun duurzaamheidsbeleid, gaf het bedrijf in 2017 de score D, waarbij A het beste is. Lush was niet transparant over CO2-doelstellingen, milieubeleid en arbeidsomstandigheden, in tegenstelling tot merken als Weleda, Logona en Dr. Hauschka.

Op diezelfde ranglijst deden Rituals en The Body Shop het met een score E nog slechter. The Body Shop had ik aan het begin van mijn onderzoek ook nog hoog in het groene vaandel staan. De Amerikaanse onderzoeksjournalist Jon Entine had begin jaren ’90 echter al aangetoond dat The Body Shop zich schuldig maakte aan grootschalige greenwashing. Het bedrijf deed zich groener en maatschappelijk verantwoorder voor dan het was en gebruikte dezelfde ingrediënten als andere merken. Daar is in de afgelopen jaren weinig aan veranderd. En de verkoop van The Body Shop aan L’Oréal in 2006 kwam het bedrijf op veel kritiek te staan.

Beeld: Carline Huge

Tomatenpuree

Na al deze desillusies was ik een tijdje klaar met cosmetica uit een tube of fles. Ik probeerde te leven zonder. Ik waste mijn haar met zuiveringszout (‘baking soda’) en spoelde het na met verdunde appelazijn. Ik smeerde mijn benen in met kokosvet en olijfolie en probeerde een gezichtsmasker met tomatenpuree uit. Geen van deze puur-natuur-opties (‘ik smeer niks op mijn huid dat ik niet in mijn mond durf te stoppen’) was een succes. Mijn haar hing er slap en zielig bij, mijn benen prikten en schilferden, en mijn gezicht zat vol droge plekjes en pukkels.

Ik zocht mijn heil in de natuurwinkel, in de hoek van de bio-cosmetica. Daarin wordt aardolie vervangen door plantaardige olie. Siliconen, nano-deeltjes, synthetische parfum en conserveringsmiddelen als parabenen zijn bij veel keurmerken niet toegestaan.

Merken vrij van microplastics
Er is een flinke lijst met cosmeticamerken die een verklaring van de organisatie Beat the Microbead hebben ondertekend en daarmee garanderen dat hun producten 100 procent microplasticvrij zijn. Je kunt ook zelf op het etiket kijken: eigenlijk alles waar ‘poly’ voor staat is waarschijnlijk een vorm van plastic. De lijst met merken en namen voor plastic vind je op de website van Beat the Microbeat.
Er zijn nog wel kanttekeningen te plaatsen bij biocosmetica. Ook deze producten zijn meestal verpakt in plastic. Bovendien is er voor cosmetica, in tegenstelling tot voedsel, geen wettelijke defi nitie van ‘biologisch’. Fabrikanten kunnen dus van alles biologisch of op zijn minst ‘natuurlijk’ noemen. Het enige Europese keurmerk voor cosmetica is het Ecolabel van de Europese Unie, dat evenmin een defi nitie voor biologisch geeft.

Sommige cosmeticabedrijven richten zelf keurmerken op. Zo hebben Dr. Hauschka, Weleda, Lavera en Speick hun regels voor schone en verantwoorde productie vastgelegd in keurmerken als BDIH (inmiddels opgegaan in COSMOS) en Natrue. Die worden als betrouwbaar gezien; ze staan op afstand van de bedrijven die ze controleren en hanteren duidelijke criteria. Maar een wettelijke status hebben ze niet.

Naast die keurmerken is er nog een jungle van ‘vrij van’-logo’s: er zijn producten die vegan zijn, dierproefvrij, die geen microplastics bevatten, geen paraffine, geen siliconen, geen synthetische parfum. Bij ‘vrij van’-claims is het echter altijd de vraag wat de fabrikant gebruikt ter vervanging van die vaak noodzakelijke stoffen.

Natuurlijk agressief

Onder veel claims en labels op verpakkingen ligt de aanname dat ‘natuurlijk’ (wat dat ook moge betekenen) beter is. Dat is zeker niet altijd het geval. Biologische grondstoffen mogen bijvoorbeeld minder zwaar (met minder chemicaliën) worden bewerkt dan ‘gewone’ grondstoffen, waardoor er onzuiverheden kunnen achterblijven. Die onzuiverheden kunnen weer irritatie of een allergische reactie uitlokken. Ook essentiële oliën (zoals van eucalyptus, rozemarijn, citrus of lavendel) zijn weliswaar plantaardig en geven een lekker geurtje. Tegelijk werkt het als conserveringsmiddel, maar ze zijn zo agressief dat ook hier risico is op een allergische reactie. Daar staat tegenover dat parfum op synthetische basis hormoonverstorende en neurotoxische stoffen kan bevatten, die worden aangetroffen in urine, moedermelk en navelstrengbloed.

Bij cosmetica mag alles ‘biologisch’ heten

Een ander probleem met biocosmetica is het opschalen van de productie. Omdat biomerken hun oliën uit plantaardige bronnen halen, is er land nodig om die op te telen. Dat kunnen oliepalmen voor palmolie zijn, met alle schadelijke milieu-effecten van dien, maar ook rozen, waar eveneens vele hectaren voor nodig zijn (voor een druppel rozenolie zijn zo’n 200 rozen nodig). Dat roept de vraag op of schaarse landbouwgrond mag worden ingezet voor gezichts- en lichaamsverzorging.

Duurzame cosmetica is in mijn beleving vooral minder cosmetica. Die kleinere hoeveelheid kun je dan best van een betrouwbaar keurmerk kopen, zoals COSMOS of Natrue. In de biohoek worden echter ook veel onnodige producten geproduceerd. Minder is wat mij betreft dus belangrijker dan ‘bio’.

Less plastic, more life

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons