De Franse regering verbiedt grootgrutters in hun land nog langer eetbaar voedsel weg te gooien. De wet, die op 21 mei unaniem werd aangenomen door het Franse parlement, dwingt supermarkten om afgedankt eetbaar voedsel te doneren aan een goed doel. Of het in te zetten voor de productie van diervoer of compost.
“Het is een schande dat eetbaar voedsel in de prullenbak ligt met een laag bleekmiddel eroverheen", zegt socialist Guillaume Garot, voormalig minister van Landbouw en initiatiefnemer van de wet. Etenswaren die er niet aantrekkelijk genoeg meer uitzien of waarvan de houdbaarheidsdatum nadert, belanden dikwijls bij het afval. Supermarkten in Frankrijk spuiten er vervolgens bleekmiddel overheen, zodat ze volledig ongeschikt worden voor consumptie.
Is het een bonne idée om deze wet ook in Nederland te beginnen?
Contract met liefdadigheidsinstelling
De invoering van de nieuwe wet moet hier verandering in brengen. Deze dwingt supermarkten om een contract aan te gaan met een liefdadigheidsinstelling. Het doel is om het doneren van voedsel gemakkelijker te laten verlopen.
De wet sluit aan bij de campagne om voedselverspilling in Frankrijk te halveren in 2025. Ook de Nederlandse overheid is bezig de strijd aan te gaan tegen voedselverspilling. Zo initieerde ze het No-Waste netwerk, gericht op ondernemers en instellingen uit de voedselketen.
De vraag is in hoeverre het een bonne idée is om deze wet in Nederland te initiëren. OneWorld vroeg het aan Toine Timmermans, programma manager duurzame voedselketens aan de Wageningen Universiteit.
Is de Franse wet een effectieve maatregel?
“Het klinkt sympathiek. Maar aan de uitvoering en monitoring zitten de nodige haken en ogen. Zo wordt de wet in de media veelal gepresenteerd als een maatregel voor supermarkten om meer voedsel te doneren. Bijvoorbeeld aan de voedselbank. Maar het dwingt supermarkten niet om dat daadwerkelijk te doen. Ze kunnen eetbaar voedsel evengoed laten verwerken als diervoer of compost.
De vraag is hoe je toezicht gaat houden op supermarkten
De wet vraagt bovendien om een complex logistiek en afstemmingsproces. Dat is niet onmogelijk, maar het vraagt veel investering en organisatie. Zowel van de kant van de supermarkt als de voedselbank. Zo’n 80 à 90 procent van de levensmiddelen in de supermarkt die nu niet meer verkocht kunnen worden, dreigen de houdbaarheidsdatum te overschrijden. Het draait met name om verse, bederfelijke producten. Die moeten zo snel mogelijk – het liefst dezelfde dag nog –gedistribueerd en geconsumeerd worden. Voedselbanken zijn daar nu niet op ingericht. Het ophalen en uitleveren van producten en pakketten gebeurt vaak een of enkele keren per week.
De vraag is ook hoe je toezicht gaat houden op supermarkten. Tot nu toe rapporteren ze niet structureel over hoeveel voedsel ze verspillen of doneren. De wetgeving richt zich bovendien alleen op de aanpak van verspilling bij supermarkten. Hierbij is het een risico dat – door verandering van contractuele relaties met leveranciers – de verspilling op papier bij supermarkten lager wordt, terwijl de verspilling daarmee verschuift terug de keten in. Het is dus sowieso belangrijk dat voor een integrale aanpak wordt gekozen.
Is het een goed idee om in Nederland zo’n wet te lanceren?
“Ik ben niet enthousiast. Het is immers nog maar de vraag in hoeverre de verspilling hierdoor daadwerkelijk gaat afnemen. In de praktijk doen veel supermarkten in ons land al wat er in deze wet staat. Met name de grote supermarkten hebben structurele relaties met de voedselbank. Brood dat bijvoorbeeld retour gaat, wordt veelal gebruikt voor veevoer. En organisch afval – denk aan rotte sla of tomaten – belandt grotendeels in de bio-vergister. Er zijn nog een aantal supermarkten die een klein deel van het organisch afval mogelijk naar de verbrander sturen. Dat wordt dan bij de wet verboden. Dat zou natuurlijk een goede zaak zijn.”
Is wetgeving de juiste manier om voedselverspilling in te perken?
“Wetgeving is een zwaar middel. Het verhoogt de administratieve lastendruk. De Nederlandse overheid en het bedrijfsleven hebben een gezamenlijke strategie om voedselverspilling te verminderen. Hierin zitten ook acties om de hoeveelheid donaties aan onder andere voedselbanken te vergroten. Tussen 2009 en 2013 is het voedsel dat verstrekt is aan voedselbanken gestegen van 6 tot 20 miljoen kilo.
Verspilling door de consument is circa 10 keer zo groot
Daarnaast bestaan er in Nederland diverse initiatieven om verspilling te reduceren. Denk aan OverLekker, die van afgedankte groenten uit de Plus soepen en sauzen maakt en ze als zodanig weer terugplaatst in het schap. Of het no-waste restaurant Instock, die kookt met afgedankte producten van de Albert Heijn. Ook op de preventie van voedselverspilling zit de nodige actie. Zo wordt er gewerkt aan beter bestelbeheer en houdbaarheidsverlenging van producten.”
Supermarkten dragen bij aan 5 procent van de totale voedselverspilling in Europa. Zijn ze wel de juiste groep om aan te pakken?
“Volgens de laatste inzichten gaat het zelfs om 3 tot 4 procent van de totale voedselverspilling. Maar omdat er in Nederland niet structureel wordt gerapporteerd, zijn er geen betrouwbare getallen. De verspilling door de consument is overigens circa 10 keer zo groot. Daarom is het belangrijk om je niet alleen op supermarkten te richten, maar te pleiten voor een integrale aanpak die leidt tot verbeteringen in de hele keten, inclusief de consument.”
[[{“fid”:”36878″,”view_mode”:”default”,”fields”:{“format”:”default”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Neem een abonnement op OneWorld”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Neem een abonnement op OneWorld”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“alt”:”Neem een abonnement op OneWorld”,”title”:”Neem een abonnement op OneWorld”,”style”:”height:72px; width:581px”,”class”:”file-default media-element”}}]]