Het aantal kinderen dat wereldwijd niet naar school gaat is in 2015 ten opzichte van 2000 bijna gehalveerd, van 100 miljoen naar 57 miljoen. Toegang tot onderwijs is onder de millenniumdoelen dus flink verbeterd. Toch zijn we er nog niet. Binnen Global Goal 4 is er vooral veel aandacht voor de kwaliteit van onderwijs. Ook in Nederland valt er aan de kwaliteit van onderwijs nog veel te verbeteren. Maar hoe gaan we dat waarmaken? Tijdens de bijeenkomst in Driebergen worden er drie kernpunten aangestipt: leraar en leerling interactie, de leraar en de opleiding, en leiderschap.
‘Leerlingen kunnen ook specialisten zijn’
Uit de dialoog tussen de verschillende aanwezigen blijkt dat interactie tussen leraar en leerling van groot belang is om onderwijs tot een succes te maken. Kinderen moeten fouten kunnen maken en dit gevoel moet door de leerkracht worden overgebracht, je moet geloven in het kind dat tegenover je zit. Dit helpt de leerling om te groeien en zich te ontwikkelen. Dat dit niet de werkwijze is in ieder land heeft mede-initiatiefnemer Alide Roerink gezien toen zij in China op de Universiteit van Beijing werkte.
Roerink: “In China is het contact tussen leraar en leerling traditioneel eenrichtingsverkeer. Door het gebrek aan interactie worden kinderen niet opgeleid om zelf te denken.” Dit verhaal wordt aangevuld door een leraar uit de zaal: “De eerste tien jaar dat ik lesgaf dacht ik dat de kennis bij mij lag, op een gegeven moment kwam ik er achter dat dit niet waar was. Leerlingen kunnen ook specialisten zijn, maak aandacht voor de succesverhalen.”
De leraar en leiderschap
Als docent heb je een enorm belangrijke taak, vinden de leraren in de zaal, maar hoe breng je deze dan het beste over? Een goed voorbeeld dat genoemd wordt is geweldloze communicatie. Op deze manier kun je als spiegel dienen voor het kind. Het is belangrijk om stil te staan bij wie je zelf bent en wat je op de kinderen kunt overbrengen. Volgens Ignaz Anderson van de Iona Stichting, kunnen we dit bereiken door de toestand in de wereld bij het lesgeven te betrekken. “Goed onderwijs moet het kind in de gelegenheid stellen om de wereld te ontdekken en hiermee zichzelf.”
Ook leiderschap, of beter nog dragerschap in het onderwijs, komt in de discussie aan bod. Er zijn verschillende metaforen die dit mooi uitbeelden. Denk bijvoorbeeld aan mieren. Binnen een mierenkolonie kent iedereen zijn taak en samen nemen ze goede beslissingen. Als het nodig is wordt de taak van een ander overgenomen en zo zorgen de dieren ervoor dat er bijvoorbeeld altijd voldoende voedsel is. Hier kunnen wij als mensen van leren. Ook in het onderwijs is het belangrijk dat taken beter worden verdeeld.
Onderwijs wereldwijd
De discussie in Nederland gaat vooral over het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs. Maar veel landen kampen met andere problemen. Zo stellen de aanwezigen dat er veel winst valt te behalen bij de kinderen in conflictgebieden en het aantal mensen op de wereld dat nog niet kan lezen en schrijven. Ook gender speelt hierin een belangrijke rol. Jongens en meisjes moeten dezelfde kansen krijgen in alle vormen van onderwijs. Volgens Luc Stevens, directeur van Nivoz, zijn leraren na de ouders de belangrijkste mensen in het leven van een kind. “Leraren zijn in onze samenleving van een ongelofelijke betekenis, dat maakt bijeenkomsten als deze cruciaal.”
De reeks estafettebijeenkomsten over de Global Goals is afgerond. In het najaar vindt er een samenvoegende Global Goals Accelerator bijeenkomst plaats waarin de resultaten worden gedeeld en plannen zullen worden gesmeed voor het vervolg. Wil je graag op de hoogte blijven? Neem dan een kijkje op de website van de Global Goals Accelerator.
[[{“fid”:”49221″,”view_mode”:”default”,”fields”:{“format”:”default”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Global Goal Accelerator “,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Global Goal Accelerator “},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”Global Goal Accelerator “,”title”:”Global Goal Accelerator “,”style”:”height:108px; width:581px”,”class”:”file-default media-element”}}]]